Thema 1, week 3 Les 15 werkwoord afstemmen op onderwerp

lesdoel

Ik kan het onderwerp en het werkwoord. op elkaar afstemmen.
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
TaalBasisschoolGroep 8

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

lesdoel

Ik kan het onderwerp en het werkwoord. op elkaar afstemmen.

Slide 1 - Diapositive

Wat is ons lesdoel?

Slide 2 - Question ouverte

tegenwoordige tijd
  • De ik-vorm is de manier waarop je het werkwoord met het onderwerp ‘ik’ formuleert.
  • De hij-vorm is de ik-vorm van het werkwoord met een ‘t’ erachter.
  • De wij-vorm schrijf je hetzelfde als het hele werkwoord.

Slide 3 - Diapositive



Hij veegt de vloer.
A
ik-vorm
B
hij-vorm
C
wij-vorm

Slide 4 - Quiz



Zij wordt binnenkort jarig.
A
ik-vorm
B
hij-vorm
C
wij-vorm

Slide 5 - Quiz



Hoor je de sirene?.
A
ik-vorm
B
hij-vorm
C
wij-vorm

Slide 6 - Quiz

Welke 3 vormen heeft een werkwoord in de tegenwoordige tijd?

Slide 7 - Question ouverte



Hoort je broer de sirene?.
A
ik-vorm
B
hij-vorm
C
wij-vorm

Slide 8 - Quiz



De slager slacht een koe.
A
ik-vorm
B
hij-vorm
C
wij-vorm

Slide 9 - Quiz



De klassen zijn gehalveerd.
A
ik-vorm
B
hij-vorm
C
wij-vorm

Slide 10 - Quiz


Het onderwerp is: jullie
Welke vorm hoort bij dit onderwerp?
A
ik-vorm
B
hij-vorm
C
wij-vorm

Slide 11 - Quiz


Het onderwerp is: Marijke
Welke vorm hoort bij dit onderwerp?
A
ik-vorm
B
hij-vorm
C
wij-vorm

Slide 12 - Quiz


Het onderwerp is: ik
Welke vorm hoort bij dit onderwerp?
A
ik-vorm
B
hij-vorm
C
wij-vorm

Slide 13 - Quiz


Het onderwerp is: de dieren
Welke vorm hoort bij dit onderwerp?
A
ik-vorm
B
hij-vorm
C
wij-vorm

Slide 14 - Quiz

aan het werk
 
Thema 1, week 3
Les 15

Slide 15 - Diapositive