Thema 1 Voeding- resorptie

Welke stof zorgt er voor dat bacteriën die via ons voedsel ons lichaam binnenkomen, gedood worden (naam voluit)
1 / 12
suivant
Slide 1: Question ouverte
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welke stof zorgt er voor dat bacteriën die via ons voedsel ons lichaam binnenkomen, gedood worden (naam voluit)

Slide 1 - Question ouverte

Waar in ons lichaam worden spijsverteringssappen geproduceerd die vetten verteren?
A
maag
B
twaalfvingerige darm
C
galblaas
D
alvleesklier

Slide 2 - Quiz

Waarom moet insuline worden geinjecteerd en kan het niet in pilvorm worden ingenomen?

Slide 3 - Question ouverte

De opname van alcohol kan in bijna overal in het darmkanaal plaatsvinden. Door welke oorzaak is de opname van alcohol in de dunne darm het grootst?

Slide 4 - Question ouverte

Door verhoging van de glucose concentratie in de darm kan het waterverlies in het lichaam toenemen. Juist of onjuist, leg uit!

Slide 5 - Question ouverte

Examenvraag (HAVO)
De behandeling van clostridiumziekte met antibiotica duurt lang en vaak komen de klachten weer terug. Daarom werd in het AMC in Amsterdam een onderzoek gedaan naar het toepassen van fecale bacterietherapie, ofwel poeptransplantatie, als alternatief voor de antibioticumbehandeling. Internist Max Nieuwdorp legt uit hoe dit in zijn werk gaat: "Gezonde donoren leveren hun ontlasting in. Na menging met een vloeistof en filteren door een zeefje ontstaat een vloeistof die aan patiënten met een clostridium-infectie kan worden toegediend. Op deze manier wordt de darm voorzien van een gezond bacteriebehang."
De vloeistof wordt toegediend via een slangetje door de neus naar het spijsverteringskanaal. Waar in het spijsverteringskanaal zal zich het uiteinde van het slangetje bevinden wanneer wordt gestart met de toediening

Slide 6 - Diapositive

Waar in het spijsverteringskanaal zal zich het uiteinde van het slangetje bevinden wanneer wordt gestart met
de toediening
A
slokdarm
B
twaalfvingerige darm
C
endeldarm
D
blinde darm

Slide 7 - Quiz

Welke van de onderstaande stoffen is geen monosacharide?
A
ribose
B
galactose
C
sucrose
D
maltose

Slide 8 - Quiz

Hoe stroomt het bloed in de poortader?
A
Van de maag naar de lever
B
Van de darm naar de lever
C
Van de lever naar de maag
D
Van de lever naar de maag

Slide 9 - Quiz

Welk verteringssap heeft geen verteringsenzymen?
A
Speeksel
B
Maagsap
C
Gal
D
Darmsap

Slide 10 - Quiz

Welk orgaan maakt amylase?
A
lever
B
maag
C
alvleesklier
D
dunne darm

Slide 11 - Quiz

Wat wordt er door peptidasen verteerd?
A
eiwitten
B
peptase
C
aminozuren
D
polypeptiden

Slide 12 - Quiz