Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
oefenstof extra SO
oefenen met:
Zinsontleding (PV-OND-GEZ)
Samengestelde zinnen
Werkwoordspelling
Tekstverbanden - signaalwoorden
1 / 38
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Cette leçon contient
38 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
oefenen met:
Zinsontleding (PV-OND-GEZ)
Samengestelde zinnen
Werkwoordspelling
Tekstverbanden - signaalwoorden
Slide 1 - Diapositive
Deze les:
Zinsontleding
- persoonsvorm (PV)
- onderwerp (OND)
- gezegde (GEZ)
Samengestelde zinnen
Slide 2 - Diapositive
Zinsontleding
Hoe ontleed je de zin?
Zoek de
persoonsvorm (PV)
- maak de zin vragend
2. Zoek het
onderwerp (OND)
- WIE of WAT + PV
3. ZOEK het
gezegde (GEZ)
- Alle werkwoorden in de zin, dus ALTIJD de PV als eerste
Slide 3 - Diapositive
Wat is de PV in de volgende zin?
Joep en zijn 3 honden hebben gisteren in het schuurtje vastgezeten.
A
zijn
B
hebben
C
vastgezeten
D
schuurtje
Slide 4 - Quiz
Wat is het OND in de volgende zin?
Joep en zijn 3 honden hebben gisteren in het schuurtje vastgezeten.
A
Joep
B
3 honden
C
Joep en zijn 3 honden
Slide 5 - Quiz
Wat is het GEZ in de volgende zin?
Joep en zijn 3 honden hebben gisteren in het schuurtje vastgezeten.
A
hebben
B
hebben gisteren
C
vastgezeten
D
hebben vastgezeten
Slide 6 - Quiz
Wat is de PV in de volgende zin?
Hij heeft gisteren 3 frikandellen speciaal zitten eten.
A
eten
B
zitten
C
heeft
Slide 7 - Quiz
Wat is het OND in de volgende zin?
Hij heeft gisteren 3 frikandellen speciaal zitten eten.
A
3 frikandellen
B
3 frikandellen speciaal
C
frikandellen
D
hij
Slide 8 - Quiz
Wat is het GEZ in de volgende zin?
Hij heeft gisteren 3 frikandellen speciaal zitten eten.
A
heeft zitten eten
B
heeft
C
heeft zitten
D
heeft eten
Slide 9 - Quiz
tips
!! Meestal staat in een gewone zin het onderwerp altijd voor de persoonsvorm
!! Een onderwerp kan erg lang zijn, vergeet niet om dit helemaal te benoemen.
VB.
het meisje met de lange haren en de mooie ogen
heeft een ongeluk gehad.
Slide 10 - Diapositive
Volgende opdrachten
Bij de volgende oefenopdrachten moet je PV-OND-GEZ benoemen. Doe dit als volgt:
pv=
ond=
gez=
!!alles dus onder elkaar, zonder hoofdletters en let op de spaties, anders wordt het fout gerekend
Slide 11 - Diapositive
Benoem van de volgende zin de PV-OND-GEZ:
Bas loopt iedere dag naar school,
Slide 12 - Question ouverte
Benoem van de volgende zin de PV-OND-GEZ:
Die ene vrouw die altijd bij de bakker komt heeft altijd een groen karretje bij zich.
Slide 13 - Question ouverte
Benoem van de volgende zin de PV-OND-GEZ:
Mijn moeder was langer op het feest gebleven.
Slide 14 - Question ouverte
Benoem van de volgende zin de PV-OND-GEZ:
Zijn eigen dochter is blijven zitten vorig jaar.
Slide 15 - Question ouverte
Benoem van de volgende zin de PV-OND-GEZ:
Schaam je voor die actie!!
Slide 16 - Question ouverte
Benoem van de volgende zin de PV-OND-GEZ:
ze zijn perfect voor elkaar gemaakt.
Slide 17 - Question ouverte
Benoem van de volgende zin de PV-OND-GEZ:
De buurvrouw van mijn oma moet verhuizen naar een bejaardenhuis.
Slide 18 - Question ouverte
Benoem van de volgende zin de PV-OND-GEZ:
die blonde dames hebben nog een kwartier met die jongens staan praten.
Slide 19 - Question ouverte
Benoem van de volgende zin de PV-OND-GEZ:
Hou je mond eens!!
Slide 20 - Question ouverte
Samengestelde zinnen
= een zin die uit meerdere deelzinnen bestaat
! Te herkennen aan een
voegwoord
+ soms een
komma
Een samengestelde zin moet je altijd eerst voor jezelf splitsen en daarna allebei apart ontleden. Altijd dus meerdere PV's en OND.
Slide 21 - Diapositive
Voorbeeld
Zin: Het meisje kreeg een relatie en ze trouwde een jaar later.
- voegwoord = EN, dus de volgende twee zinnen moet je ontleden:
* het meisje kreeg een relatie. PV= kreeg - OND= het meisje
* ze trouwde een jaar later. PV= trouwde - OND= ze
Slide 22 - Diapositive
Wat is het voegwoord in de volgende zin?
De bakker is doof maar hij spreekt met gebarentaal.
A
is
B
met
C
hij
D
maar
Slide 23 - Quiz
Wat is het voegwoord in de volgende zin?
Mijn moeder heeft haar arm gebroken dus kan ze niet sporten.
A
haar
B
dus
C
ze
D
niet
Slide 24 - Quiz
Wat is het voegwoord in de volgende zin?
Mijn broer en zus zeiden dat ik de meest grappige ben.
A
en
B
ik
C
dat
D
meest
Slide 25 - Quiz
Volgende opdrachten:
Schrijf steeds de zinnen onder elkaar
Slide 26 - Diapositive
Wat zijn de twee zinnen uit deze samengestelde zin?
Ik ben knapper en hij is ouder
Slide 27 - Question ouverte
Wat zijn de twee zinnen uit deze samengestelde zin?
Mijn vader en ik gaan shoppen, dus mijn moeder gaat koffie drinken
Slide 28 - Question ouverte
Volgende opdrachten:
!! Schrijf het zo op onder elkaar:
pv1=
ond1=
pv2=
ond2=
Slide 29 - Diapositive
Wat zijn de persoonsvormen en onderwerpen uit deze samengestelde zin?
Mijn vader en ik gaan shoppen, dus mijn moeder gaat koffie drinken
Slide 30 - Question ouverte
Wat zijn de persoonsvormen en onderwerpen uit deze samengestelde zin?
Ik ben knapper en hij is ouder
Slide 31 - Question ouverte
Wat zijn de persoonsvormen en onderwerpen uit deze samengestelde zin?
De blonde Liza mag optreden, dus ze moet nog veel oefenen
Slide 32 - Question ouverte
Wat zijn de persoonsvormen en onderwerpen uit deze samengestelde zin?
Papa gaat vandaag zwemmen, maar die ouwe vent kan nog niet eens de schoolslag
Slide 33 - Question ouverte
Maak een samengestelde zin
Nu maken jullie zelf van twee zinnen één samengestelde zin.
VB. Bart kwam gisteren te laat. Hij moest nablijven.
= Bart kwam gisteren te laat, dus hij moest nabliven
Slide 34 - Diapositive
Maak van deze zinnen één samengestelde zin.
Sams auto is kapot. Hij heeft de fiets gepakt.
Slide 35 - Question ouverte
Maak van deze zinnen één samengestelde zin.
Laura wilde haar haren groen verven. Het werd blauw.
Slide 36 - Question ouverte
Maak van deze zinnen één samengestelde zin.
zij is slim. Ik ben dom
Slide 37 - Question ouverte
Maak van deze zinnen één samengestelde zin.
Hebben we morgen vrij? Hebben we morgen les?
Slide 38 - Question ouverte
Plus de leçons comme celle-ci
Taalverzorging
Octobre 2022
- Leçon avec
16 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
M2 Taalverzorging
Septembre 2023
- Leçon avec
18 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
H1 Grammatica - samengestelde zinnen
Octobre 2020
- Leçon avec
10 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 2
13/11 spelling woordvolgorde in samengestelde zinnen
Novembre 2024
- Leçon avec
46 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
Grammatica - 2.7 - les 1
Septembre 2024
- Leçon avec
14 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Grammatica - 2.7 - les 1
Novembre 2023
- Leçon avec
14 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
H1 Grammatica - samengestelde zinnen
Septembre 2020
- Leçon avec
10 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 2
Grammatica - 2.7 - les 1
il y a 1 mois
- Leçon avec
19 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3