H1 Grammatica - samengestelde zinnen

Nederlands 6-10
Wat gaan we doen deze les?

  1. Spullen op tafel en telefoons in de tas
  2. Samengestelde zinnen
  3. Opdrachten maken
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

Cette leçon contient 10 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Nederlands 6-10
Wat gaan we doen deze les?

  1. Spullen op tafel en telefoons in de tas
  2. Samengestelde zinnen
  3. Opdrachten maken

Slide 1 - Diapositive

PV, GEZ en OW
Persoonsvorm:
  • Belangrijkste werkwoord in de zin
  • Vraagproef & tijdproef

Gezegde:
  • Alle werkwoorden in de zin --> dus ook de pv

Slide 2 - Diapositive

PV, GEZ en OW
Onderwerp: 
  • Een persoon of iets die de werkwoorden in de zin uitvoert
  • Stel de vraag: wie/wat + gez

Veel mensen zijn bang voor honden.
  • wie zijn bang voor honden? --> veel mensen
De hond is niet snel bang voor mensen.
  • Wat is niet snel bang voor mensen? --> de hond

Slide 3 - Diapositive

Samengestelde zinnen
Wat is het verschil tussen 1 en 2?

  1. Wortelnotentaart vind ik de lekkerste taart. Chocoladetaart is totaal geen favoriet van mij.
  2. Wortelnotentaart vind ik de lekkerste taart en chocoladetaart is totaal geen favoriet van mij. 


Slide 4 - Diapositive

Samengestelde zinnen
Samengestelde zinnen zijn twee zinnen die aan elkaar worden gevoegd --> één zin.

Lijm: voegwoord (en, maar, waarom, dus, terwijl, etc......)

Twee persoonsvormen en twee onderwerpen!

Slide 5 - Diapositive

Samengestelde zinnen
In de toets moet je kunnen:
  1. Het voegwoord benoemen
  2. De twee persoonsvormen benoemen
  3. Zelf een samengestelde zin kunnen maken

Hoe?
  1. Benoem het voegwoord (waarmee worden de zinnen verbonden?)
  2. Twee pv --> Verander de tijd van de zin

Slide 6 - Diapositive

Opdrachten maken
Maak de volgende opdrachten:

Opdracht 1 t/m 4 (p.30/31)
timer
15:00

Slide 7 - Diapositive

Online
oefenen

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Lien

Slide 10 - Lien