Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 40 min
Éléments de cette leçon
flexuur Mavo Havo 2
Leerlingen verdelen in groepjes volgens Magister
lesdoelen:
1) We weten straks hoe we een opgave moeten "aanpakken" en hoe we de gegevens makkelijk en overzichtelijk noteren in een antwoord.
Slide 1 - Diapositive
2) Hoe we een tijd afstand diagram moeten lezen
Slide 2 - Diapositive
Welke formules gebruiken we in het hoofdstuk bewegen?
Slide 3 - Question ouverte
Vgem =afstand/tijd
Slide 4 - Diapositive
Stopafstand = reactieafstand + remweg
omrekenen van
km/h --> m/s = : door 3.6
m/s --> km/h is x 3.6
Slide 5 - Diapositive
de formule V=S/T met welk handig tooltje kan je deze formule omrekenen?
Slide 6 - Question ouverte
hoe pak ik dit aan ?
Fleur woont vlak bij school. In vijf minuten fietst ze van huis naar school. De afstand is 1,75 km.
2p a Hoeveel seconden doet ze erover om naar school te fietsen?
2p b Wat is haar gemiddelde snelheid in m/s?
2p c Reken deze snelheid om naar km/h.
Slide 7 - Diapositive
Antwoord
a 5 × 60 = 300 s
b snelheid = afstand : tijd
afstand = 1,75 km = 1750 m
tijd = 300s
snelheid = 1750 : 300 = 5,83 m/s
c 3,6 × 5,83 = 21 km/h
Slide 8 - Diapositive
Een marathon is 40,195 km lang. De snelste renners ter wereld lopen deze afstand in minder dan twee uur en zes minuten.
Wat is de gemiddelde snelheid in km/h van een renner die de marathon loopt in twee uur en zes minuten? Schrijf de hele berekening op. Rond je antwoord af op twee cijfers achter de komma.
Slide 9 - Diapositive
vgem = afstand/tijd
afstand = 40,195 km
tijd = 2uur en 6 min = 126 minuten / 60 =2,1 uur
vgem = 40,195/2,1 = 19,14 km/h
Slide 10 - Diapositive
19,14 km/h reken om naar m/s (laat berekening zien)
Slide 11 - Question ouverte
Slide 12 - Diapositive
2p a Wat is de totale afstand die de schaatser heeft afgelegd?
2p b Hoelang heeft de schaatser daarover gedaan?
2p c Wat was de gemiddelde snelheid van de schaatser?
2p d Tijdens de tocht heeft de schaatser twee keer gerust. Op welke tijden is er gerust?