Thema 1, les 4 directe rede

Wanneer zet je iets tussen aanhalingstekens?
1 / 11
suivant
Slide 1: Question ouverte
TaalBasisschoolGroep 8

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Wanneer zet je iets tussen aanhalingstekens?

Slide 1 - Question ouverte

Wanneer een komma bij de letterlijke tekst hoort, staat de komma ......... het aanhalingsteken.
A
Voor
B
Na

Slide 2 - Quiz

In welke zin staan alle leestekens goed?
A
'Youssri speelt altijd de baas,' riep Melroy.
B
'Youssri speelt altijd de baas, riep Melroy.'

Slide 3 - Quiz

'Jullie verzinnen nooit iets, vond Youssri, dus ik moet wel.'
A
Goed
B
Fout

Slide 4 - Quiz

In welke zin staan alle leestekens goed?
A
'Ik verzin best wel wat, mopperde Isa.'
B
'Ik verzin best wel wat,' mopperde Isa.

Slide 5 - Quiz

In welke zin staan alle leestekens goed?
A
'Echt waar?' plaagde Youssri. 'Geef eens een voorbeeld.'
B
Echt waar? ' plaagde Youssri. 'Geef eens een voorbeeld.

Slide 6 - Quiz

Melroy zei: 'Zullen we gaan tennissen?'
A
Goed
B
Fout

Slide 7 - Quiz

Goed zei Youssri dan benoem ik Isa vandaag tot baas

Slide 8 - Question ouverte

Mooi lachte Isa zullen jullie doen wat ik zeg

Slide 9 - Question ouverte

We zullen alles doen beloofde Melroy

Slide 10 - Question ouverte

Ik geloof zei Youssri langzaam dat jou visie op leiderschap niet helemaal klopt

Slide 11 - Question ouverte