leerlijn geld ( C route) hoofdstuk 2 les 4

• Rekenen
• Basisschool
• Groep 3,4

hoofdstuk 2 les 4

herhaling en checken

doel van de les

Na deze les:

- hebben we herhaald hoe je moet rekenen met munten

- hebben we gecheckt  wat je al weet van het volgende hoofdstuk --> rekenen met biljetten.

herhaling en checken

rekenen met munten en biljetten

Er komen 11 quiz vragen

Lastig!!! gebruik de gelddoos!!!

checken
Je hebt 4 briefjes van €5 euro.
Hoeveel euro heb je in totaal?

1. €15
2. €5
3. €20
4. €4

checken
Je had €20.
Je hebt €4 uitgegeven.
Hoeveel geld heb je nu nog over?

1. €24
2. €16
3. €14
4. €11

herhaling
je hebt: 4 munten van €2
en
1 munt van €1.
Hoeveel geld heb je in totaal?

1. €19
2. €12
3. €11
4. €9

herhaling
Hoeveel muntjes van €0,02 zitten er in

1. 10
2. 5
3. 4
4. 12

herhaling
Je hebt €2,00
Je gaat inwisselen.
Hoeveel munten van €0,50 krijg je?

1. 4
2. 3
3. 6
4. 10

checken
Koen heeft 2 briefjes van €5.
Hij koopt iets voor €4.
Hoeveel geld heeft hij nog over?

1. €4
2. €5
3. €9
4. €6

checken
Je gaat naar de pinautomaat.
Je pint €15 euro.
Je krijgt 1 briefje van €10 en 1 briefje van €5.
Heb je dan genoeg gekregen?

1. Ja
2. Nee

checken
Je hebt 1 briefje van €10 en 1 van €20.
We willen weten hoeveel geld je in totaal hebt.
Welke som moeten we dan maken?

1. 20 - 10 =
2. 20 x 10 =
3. 10 + 20 =
4. 20 + 10 =

checken
Je gaat naar de pinautomaat.
Je pint €30.
Wat krijg je dan?

1. 2 briefjes van €5
2. 1 briefje van €10 en 1 briefje van €15
3. 1 briefje van €10 en 1 briefje van €20
4. 3 briefjes van €15

checken

Welk briefje bestaat niet?

1. €5
2. €15
3. €10
4. €20

checken
Je hebt 5 briefjes van €5.
Hoeveel heb je in totaal?

1. €15
2. €5
3. €25
4. €20

terug pakken

Hoe ging het herhalen?

Hoe ging het checken?

Wat was makkelijk?

herhalen: extra opdrachten

maken opdracht 9A blz. 21 in twee-tallen

maken opdracht 9B blz. 22 in twee-tallen

klaar!!! samen nakijken!!!

gebruik de gelddoos

nodig opdracht 9B: kopie van werkblad 4 voor iedere leerling  (prijslijst kantine uit les hoofdstuk 2 les 2).