leerlijn geld (C route) hoofdstuk 3 les 3

hoofdstuk 3 les 3
biljetten gebruiken en inwissselen
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 1

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

hoofdstuk 3 les 3
biljetten gebruiken en inwissselen

Slide 1 - Diapositive

Voor deze les heb je gelddozen nodig.
herhaling
Je pint €70,00 welke biljetten krijg je?

Slide 2 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

doelen van de les
Na deze les:
- Weet je hoe je biljetten kunt optellen
- weet je hoe je biljetten kunt inwisselen

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

biljetten kun je bij elkaar optellen
iuiyrpeyqr      

Tel eerst de briefjes van 50 euro bij elkaar op:  50 + 50 = 100 euro
Tel daarna de briefjes van 10 euro bij elkaar op: 10 + 10 + 10 = 30 euro
Tel daarna de briefjes van 5 euro bij elkaar op: 5 + 5 + 5 = 15 euro
Tel tenslotte bij elkaar op: 100 + 30 + 15 = 145 euro

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

oefenen
Welk bedrag ligt hier?




Slide 5 - Diapositive

Laat de leerlingen het geld op tafel leggen.

Laat ze de som opschrijven die er bij hoort.


aan de slag!!!
We gaan nogmaals oefenen
Maak opdracht 4 op blz. 27
Maak opdracht 5 op blz. 28

Klaar!! samen nakijken


timer
1:00

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

geld inwisselen
Hoeveel biljetten van 10 euro zitten er in                           ?

Pak een stapeltje briefjes van 10 euro.
1 briefje is 10 euro, 2 briefjes zijn 20 euro, 3 briefjes zijn 30 euro, 4 briefjes zijn 40 euro, 5 briefjes zijn 50 euro.
5 briefjes van 10 euro zitten er dus in 50 euro

Slide 7 - Diapositive

Laat de leerlingen zien hoe ze met de briefjes van 10 euro kunnen doortellen.
oefenen
We gaan zelf doortellen met briefjes van 10 euro.

We maken samen opdracht 6 op blz. 29

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

nogmaals oefenen
We gaan opnieuw doortellen met biljetten.
nu met briefjes van 10, 5, 20 en 50 euro.

We maken opdracht 7 op blz. 29 en 30

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat hebben we geleerd?
Je hebt geleerd hoe je biljetten kunt optellen en hoe je er achter kunt komen hoeveel biljetten in een bedrag passen.
Check of je de stof hebt begrepen!

Maak opdracht 8 op blz. 30 
klaar!!! Laat je docent nakijken!!!

Slide 10 - Diapositive

extra opdracht voor leerlingen die eerder klaar zijn:

Laat ze dezelfde opdracht maken met een biljet van 100 euro