H8 Verkeer en Veiligheid

H8 Verkeer en Veiligheid
4 basis
(Een deel van H8 samengevat)
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

H8 Verkeer en Veiligheid
4 basis
(Een deel van H8 samengevat)

Slide 1 - Diapositive

6 april: Toets over een deel van hoofdstuk 8

Vandaag:
- Bespreken van inhoud toets.
- Oefenen

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Teken op jouw werkblad de kracht die de man uitoefent op de auto.
Lever een foto van jouw opdracht hieronder in.

Slide 4 - Question ouverte

Schaal 1 cm = 20 N
Dus een pijl van 120 N heeft een lengte van 6 cm. 
^
Verbeter jouw antwoord, als dit nodig is, op jouw antwoordblad.

Slide 5 - Diapositive

Verschillende soorten krachten:
Voortstuwende kracht: werkt mee in de richting van de beweging.
Tegenwerkende kracht: werkt tegen de richting in van de beweging.

Slide 6 - Diapositive

Is het een voortstuwende kracht of een tegenwerkende kracht?
Zet ze in de juiste kolom
Voortstuwend
Tegenwerkend
remkracht
luchtwrijving
rolwrijving
zwaartekracht
(als je van de helling rijdt)
zwaartekracht
(als je de helling op rijdt)
Aandrijfkracht
Spierkracht van een fietser
Trapondersteuning op de fiets

Slide 7 - Question de remorquage

Snelheid berekenen...
De snelheid kun je m/s of km/h berekenen.

Slide 8 - Diapositive

Reken om:
100 km/h = ... m/s
A
10 m/s
B
27,8 m/s
C
3600 m/s
D
100 000 m/s

Slide 9 - Quiz

Reken om:
30 km/h = ... m/s
A
3,0 m/s
B
3,6 m/s
C
8,3 m/s
D
108 m/s

Slide 10 - Quiz

Reken om:
5 m/s = ... km/h
A
1,4 km/h
B
5 km/h
C
18 km/h
D
50 km/h

Slide 11 - Quiz

Snelheid berekenen...
De snelheid kun je berekenen met de formule.
snelheid = afstand : tijd

Slide 12 - Diapositive

Jij loopt 3 kilometer naar school in 3 kwartier (= 0,75 uur).
Bereken jouw (gemiddelde) snelheid.
A
2,25 km/h
B
3 km/h
C
4 km/h
D
9 km/h

Slide 13 - Quiz

Maarten fietst met een gemiddelde snelheid van 18 km/h naar school.
Hij doet er 1,5 uur over om op school te komen.
Bereken hoever hij van school woont.
(zet de berekening in de goede volgorde)
afstand = 18 km/h x 1,5 h
afstand = snelheid x tijd
afstand = 27 km

Slide 14 - Question de remorquage

Maak de onderstaande opgave op het werkblad:
Lewis Hamilton heeft bij de F1-race in Bahrein het ronde record op zijn naam staan. Hij reed de ronde van 5,412 kilometer in
1 min. 30,252 seconde (= 0,02507 uur)
Bereken (in 3 stappen) de gemiddelde snelheid van Lewis tijdens deze ronde.

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Noem 4 maatregelen die autofabrikanten aan hun auto's nemen om de veiligheid van hun auto te vergroten.

Slide 17 - Question ouverte

Waarvoor dient de kreukelzone in een auto?
A
Bij een botsing wordt de remweg vergroot.
B
Bij een botsing wordt de remweg verkleind.
C
Bij een botsing wordt de reactie-afstand vergroot.
D
Bij een botsing wordt de reactie-afstand verkleind.

Slide 18 - Quiz

Wat gebeurt er als je bij een frontale botsing geen gordel om hebt?
A
Je schiet naar voren.
B
Je schiet naar achteren.
C
Je schuift opzij.

Slide 19 - Quiz

Wat is het doel van een kooiconstructie?
A
Beschermen van de bagage in de kofferruimte.
B
Beschermen van de mensen die in de auto zitten.
C
De deuren gaan dan gemakkelijker open.
D
Voorkomen van schade aan de auto.

Slide 20 - Quiz

Ook een motorrijder wil zich zo goed mogelijk beschermen.

Slide 21 - Diapositive

Waarvoor dienen oordoppen bij het motorrijden.
A
Houdt de oren warm.
B
Beschermt het gehoor tegen gehoorbeschadiging.
C
Komt het motorgeluid beter over.
D
Om te bellen.

Slide 22 - Quiz

Waarom is motorrijden gevaarlijker dan auto rijden?
A
Een motor mag harder.
B
Motorrijders hoeven geen verkeersregels te kennen.
C
Motoren hebben geen veiligheidsconstructies.

Slide 23 - Quiz

Vanaf welke snelheid is het volgens jou verstandig om een helm te dragen op een scooter?

Slide 24 - Question ouverte

0

Slide 25 - Vidéo