Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Nectar Hoofdstuk 1
Onderzoek je binnenste
§ 1 Ontdek je binnenste
Slide 1 - Diapositive
Wat betekenen de kleuren in LessonUp?
Blauw: terugblik/ oefenvragen
Groen: aantekeningen
Rood: maakwerk
Slide 2 - Diapositive
Leerdoelen:
je kan uitleggen hoe je lichaam er van binnen uit ziet.
Je kan uitleggen wat cellen, organen, orgaanstelsels en organismen zijn.
je kan uitleggen uit welke delen organen zijn opgebouwd
Slide 3 - Diapositive
Waaruit bestaan organismen?
- organisme
- orgaanstelsel
- orgaan
- cel
Slide 4 - Diapositive
Leerdoel: Je kunt de verschillende orgaanstelsels benoemen
Bloedvatenstelsel
Skelet/ Beenderstelsel
Zenuwstelsel
functie
Vervoeren van bloed door het lichaam
functie
Vorm en stevigheid voor het lichaam.
Bescherming en aanhechting van pezen.
functie
Communicatie tussen organen en aansturing door de hersenen
Slide 5 - Diapositive
waaruit bestaat je lichaam?
het hele lichaam bestaat uit organen
Veel organen zitten in je lichaam, maar ook van buiten
Elk orgaan heeft een eigen taak (functie)
Slide 6 - Diapositive
Cellen
Er zijn verschillende soorten cellen.
Slide 7 - Diapositive
Organisme: alles dat leeft!
Slide 8 - Diapositive
Inzoomen: orgaanstelsel (een organisme bestaat uit orgaanstelsels)
Slide 9 - Diapositive
Nog verder inzoomen: Orgaan, (Orgaanstelsels bestaan uit organen)
Slide 10 - Diapositive
Nog verder inzoomen: Weefsels, (Organen betaan uit weefsels)
Slide 11 - Diapositive
Nog verder inzoomen: cellen, (Weefsels bestaan uit cellen)
Slide 12 - Diapositive
Wat gaan we doen
Aanwezigheid | Lesmateriaal | Huiswerk
Uitleg | Leerdoelen | Vragen
Aan het werk
Lesdoelcheck en tip en top
Slide 13 - Diapositive
Zet op volgorde van groot naar klein
groot
klein
organenstelsel
cel
organisme
orgaan
Slide 14 - Question de remorquage
Welke stelsels zie je?
A
bloedvatenstelsel zenuwstelsel
B
bottenstelsel zenuwstelsel
C
verteringsstelsel spierstelsel
D
je ziet alleen organen, geen stelsels
Slide 15 - Quiz
De lever hoort bij
A
bottenstelsel
B
zenuwstelsel
C
bloedvatenstelsel
D
verteringsstelsel
Slide 16 - Quiz
nummer 5
A
Long
B
Hart
C
Nier
D
Maag
Slide 17 - Quiz
Bij welk stelsel hoort dit orgaan
A
Uitscheidingsstelsel
B
Spijsverteringsstelsel
C
Bloedvatenstelsel
D
Ademhalingsstelsel
Slide 18 - Quiz
nummer 2
A
Long
B
Hart
C
Nier
D
Maag
Slide 19 - Quiz
Orgaan
Organisme
Orgaanstelsel
Slide 20 - Question de remorquage
Opdracht:
Sleep de organen naar de juiste plek in de torso.
Slide 21 - Question de remorquage
Organismen
cel
Organenstelsel
orgaan
Slide 22 - Question de remorquage
Hierboven zie je een torso zoals in het biologielokaal. Een aantal organen zijn ernaast neergelegd. Sleep de namen van de organen naar het juiste orgaan.
Nier
Longen
Lever
Luchtpijp
Dunne darm
Slide 23 - Question de remorquage
Leerdoelen:
je kan uitleggen hoe je lichaam er van binnen uit ziet.
Je kan uitleggen wat cellen, organen, orgaanstelsels en organismen zijn.
je kan uitleggen uit welke delen organen zijn opgebouwd
Slide 24 - Diapositive
Cellen
Cellen zijn bouwstenen van organismen.
Alles wat leeft bestaat uit cellen.
Er zijn veel verschillende type cellen. Ook al verschilt hun vorm, de bouw van cellen is grotendeels gelijk.
Het lichaam van een mens bestaat uit wel 30 biljoen cellen.
Slide 25 - Diapositive
Cellen
Je lichaam bestaat uit miljarden cellen.
Deze werken allemaal samen om je lichaam te laten werken