1MH - H9 Les 1: Lijnsymmetrie

Symmetrie
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare school

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Symmetrie

Slide 1 - Diapositive

Introductie
Overal om ons heen is symmetrie. Mensen vinden symmetrie mooi. 
Mooie gebouwen en tuinen zijn vaak symmetrisch: 
de linker- en de rechterhelft zijn dan hetzelfde.

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen
Na deze les:
  • Weet ik wat lijnsymmetrie is.
  • Kan ik de symmetrieassen in een figuur tekenen.
  • Kan ik een figuur spiegelen in een lijn.

Slide 3 - Diapositive

9.1 Lijnsymmetrie

Slide 4 - Diapositive

Lijnsymmetrie
Als twee helften elkaars spiegelbeeld zijn spreken we over lijnsymmetrie. Achterin je werkboek zit een spiegeltje. Hiermee kun je controleren of een figuur lijnsymmetrisch is. Leg het spiegeltje op de vouwlijn van de figuur. 
Zie je nu de hele figuur dan is deze figuur lijnsymmetrisch.

Slide 5 - Diapositive


Welke figuren zijn lijnsymmetrisch?
A
Alleen het vliegtuig.
B
Alleen het verkeersbord.
C
Geen van beide.
D
Allebei.

Slide 6 - Quiz

Symmetrieas
Alleen het vliegtuig is lijnsymmetrisch. 
Je kan het spiegeltje op de rode vouwlijn
leggen om dit te controleren.
Deze vouwlijn noemen we de symmetrieas.

Slide 7 - Diapositive

Symmetrieassen
Sommige figuren hebben meerdere symmetrieassen.
                                                        Het logo van Mercedeslogo heeft
                                                        drie symmetrieassen.

                                                         Als je een symmetrieas tekent dan
                                                         loopt deze altijd door de figfuur heen
                                                         en stopt niet bij de rand.    

Slide 8 - Diapositive

Hoeveel symmetrieassen
heeft deze figuur?
A
1
B
2
C
4
D
8

Slide 9 - Quiz

Uitleg
Er zijn 4 symmetrieassen. 
Dit kun je controleren door het spiegeltje op de symmetrieassen te zetten.

Slide 10 - Diapositive

Oefenen
Maak nu opgaven 7 en 8 uit je boek (bladzijde 171)

Slide 11 - Diapositive

9.2 Spiegelen

Slide 12 - Diapositive

Spiegelen
In de figuur staat een kat voor een spiegel.
In de spiegel zien we zijn spiegelbeeld, 
of kortweg beeld.
De kat voor de spiegel noemen we het origineel.
De afstand van de spiegel naar het origineel is 
gelijk aan de afstand naar het speigelbeeld.

Slide 13 - Diapositive

Voorbeeld
Rechts zie je de helft van een 
lijnsymmetrische figuur.
De vertiale lijn is de spiegelas.

De opdracht is: Teken het spiegelbeeld.

Slide 14 - Diapositive

Uitwerking


Spiegel alle hoekpunten en verbind deze met elkaar.
  1. Tel het aantal hokjes van een hoekpunt tot aan de spiegelas.
  2. Tel vanaf de spiegelas hetzelfde aantal hokjes de andere kant op.
  3. Teken hier een nieuw punt.
  4. Doe hetzelfde voor de andere hoekpunten.
  5. Verbind de nieuwe punten met elkaar.

Slide 15 - Diapositive

Oefenen
Maak nu opgaven 14 en 16 uit je boek (blz. 173 en 174)

Slide 16 - Diapositive

Spiegelen in een lijn
Lees eerst de theorie en het voorbeeld op bladzijde 174 en 175 goed door.
Bekijk daarna de instructievideo op de volgende dia.

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Oefenen
Dat spiegelen lijkt best lastig, maar probeer het gewoon eens.
Maak opgave 19 van bladzijde 175. Volg de aanpak zoals in het voorbeeld boven de opgave.

Slide 19 - Diapositive

Afronden
Is opgave 19 gelukt? 
Ja: maak dan opgave 20 en 22 van bladzijde 176.
Nee: maak dan eerst opgave 17 en 18. Bekijk vervolgens de video opnieuw en probeer het nog eens.

Slide 20 - Diapositive

Ik kan vertellen wat lijnsymmetrie is.
A
Ja.
B
Ja, maar ik moet nog wel oefenen.
C
Nee, ik heb nog extra uitleg nodig.
D
Nee, ik begrijp het nog niet zo goed.

Slide 21 - Quiz

Ik weet hoe ik symmetrieassen moet tekenen in een figuur.
A
Ja.
B
Ja, maar ik moet nog wel oefenen.
C
Nee, ik heb nog extra uitleg nodig.
D
Nee, ik begrijp het nog niet zo goed.

Slide 22 - Quiz

Ik kan een figuur spiegelen in een lijn.
A
Ja.
B
Ja, maar ik moet nog wel oefenen.
C
Nee, ik heb nog extra uitleg nodig.
D
Nee, ik begrijp het nog niet zo goed.

Slide 23 - Quiz