2h soorten werkwoorden (H21 brugklas)

2h/v soorten werkwoorden 
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

2h/v soorten werkwoorden 

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vorige les
Maken oefenblad

of

oefenen Cambiumned.nl

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Deze les

Lezen leesboek


verschillende werkwoorden

maken oefeningen

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

LEZEN 
LEZEN
timer
15:00

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen
Je weet (weer) welke verschillende werkwoordsoorten er zijn en kunt ze benoemen in een zin.

Slide 5 - Diapositive

Lesdoelen worden besproken met de leerlingen.
Nakijken opdrachten H20
opdracht 1 op p. 82
opdracht 6 & 7 op p. 85

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Soorten werkwoorden
Een zin heeft altijd één hoofdwerkwoord: zww.
  • De leerlingen luisteren naar de docent.

Wanneer een zin meerdere werkwoorden heeft, staat het hoofdwerkwoord verderop (achteraan) in de zin. De andere werkwoorden noem je hulpwerkwoorden.
  • De leerlingen hebben (hww) naar de docent geluisterd (zww).
  • De leerlingen moesten (hww) naar een ander lokaal lopen (zww).


Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

LET OP!
Staan er meerdere ww in de zin, dan is de PV een hww

'Hij zou leraar willen worden'

Zou willen worden zijn de ww
3 ww, dus 2 hww

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Koppelwerkwoord
Koppelwerkwoorden

Er zijn 9 koppelwerkwoorden:

zijn worden blijven
blijken lijken schijnen
heten dunken voorkomen

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

kww
Het koppelwerkwoord koppelt het onderwerp van de zin aan het deel waarin een bnw of znw staat. 

Het onderwerp doet niet iets, maar is iets.


Peter is een gezellige vriend. (is geeft geen handeling aan, het koppelt Peter aan een gezellige vriend.)

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

kww
In een zin kunnen ook een hww en een kww voorkomen. Het kww is dan een volt.dw of een infinitief.

Junior is twee weken ziek geweest.
Kww= geweest, Hww= is.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

kww/hww/zww
Onthoud: een kww en een zww kunnen nooit tegelijk in een zin voorkomen!

> Hij wordt gestoken door een mug
("wordt" is hww, "gestoken" = zww)
> Hij is ziek geworden
("is" = hww, "geworden" = kww)


Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Even kort alles herhalen...

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag..
Maak het oefenblad (schrijf in je schrift ivm hergebruik)

Klaar? nakijken mbv nakijkblad

Tijd over? lezen in je leesboek of oefen werkwoorden op
www.cambiumned.nl

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Volgende les
Donderdag:
SO & leesboek mee!

Vrijdag:
Fictie

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions