Taalverzorging H

Taalverzorging leestekens
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Taalverzorging leestekens

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Programma
-Huiswerk nakijken + controleren
10 min
-Herhalen hoofdletters
10 min
-Leestekens
15 min
-Zelfstandig oefenen
40 min


Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
Wat behandelen we vandaag?

  • Ik weet wanneer je welk leesteken schrijft.
  • Ik kan in een zin de juiste leestekens invullen.
  • Ik kan uitleggen hoe interpunctie de betekenis van een woord of zin bepaalt.
  • Ik kan zelf goede zinnen maken met of voorbeelden vinden van bijzonderheden met interpunctie.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk controleren + nakijken
Open je schrift. 
Ga naar Google Classroom. 
In de map "Nederlands h1t" vind je een kopje met "Antwoorden". 
Daarin staan de antwoorden van vorige week.
Kijk je gemaakte opdrachten na.  

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Noteer de samenstelling

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak een samenstelling:

+

Slide 6 - Question ouverte

In kerkklok hoor je de laatste k van kerk of de eerste k van klok niet. Toch schrijf je kerkklok omdat het woord een samenstelling is van kerk en klok.
Schrijf de samenstelling op:

+

Slide 7 - Question ouverte

Handtas klinkt soms als */hantas/: de d van hand valt weg in de uitspraak. Toch schrijf je handtas omdat het woord een samenstelling is van hand en tas
Samenstellingen
Aaneenschrijven
Spaties
Tussen-s
Samengestelde woorden met één klemtoon. Feestbeest, limonadeglazen.
In een eigen naam. Anne Frankhuis. Dode Zeezout.
Als je een extra s hoort. Koningsdag, buitenshuis. 
Meerdere woordsoorten mogelijk. Lichtgeel, derdewereldlanden.
Soms afhankelijk van de betekenis. Uitzicht en uit zicht. Meedoen en mee doen. 
Soms begint het rechterdeel met een s waardoor je de tussen-s niet hoort. Vervang. Dorpsstraat, levensstijl.
Afgeleid van een werkwoord. lesgegeven, kampeeruitrusting.
Bijwoorden. Hierheen, daarvandaan.
Engelse leenwoorden. Flatscreen, feelgoodmovie.
Eigennaam. TikTokdansje.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Samenstellingen
Tussen-en
Tussen-e
Tussen-er
Als het linkerdeel van de samenstelling een zelfstandig naamwoord is met een meervoud op -en. Boekenweek, krantenbezorger, sterrenstelsel. 
Als het linkerdeel van de samenstelling: 
- meervoud heeft op -s. Lentekriebels.
- meervoud heeft op -s en -en. Keuzestress.
- geen meervoud. Plattegrond. 
- uniek is. Zonneschijn. 
- een bijvoeglijk naamwoord verstrekt. Apetrots, pikkedonker. 
Bij woorden in het meervoud eindigen op -eren. Eierdop, kinderfiets. 

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoofdletters
blz 188

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoofdletter
Geen hoofdletter
amazon
paasmaandag
haarlemse
zuidwest

Slide 11 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoofdletter
geen hoofdletter
marco
printer
racefiets
tijger
turkse

Slide 12 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoofdletter
geen hoofdletter
rood
amerikaanse
bierglas
eline
paspoort

Slide 13 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Oefeningen
Wie?
Zelfstandig.
Wat?
Oefenboek Taalverzorging, paragraaf G hoofdletters, opdracht 3-9.
Hoe?
Oefenboek blz 120-121.
Handboek blz 188-189.
Hulp?
Docent.
Tijd?
Tot 11:10.
Uitkomst?
Je beheerst de leerdoelen.
Klaar?
-Huiswerk gisteren, Zie LessonUp/Magister/Studiewijzer. 
-Huiswerk volgende week, Zie LessonUp/Magister/Studiewijzer. 

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leestekens

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kloppen de leestekens?
A
Sanne zegt: Mijn fiets staat nog op school.
B
Sanne zegt: 'Mijn fiets staat nog op school.'
C
Sanne zegt: 'Mijn fiets staat nog op school'
D
Sanne zegt 'Mijn fiets staat nog op school.'

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Kloppen de leestekens?
A
Robin zei: 'Wie gaat er mee naar de Mac?'
B
Robin zei Wie gaat er mee naar de Mac?
C
Robin zei: Wie gaat er mee naar de Mac?
D
Robin zei 'Wie gaat er mee naar de Mac?'

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Kloppen de leestekens?
A
Ga jij smorgens nog naar de supermarkt?
B
Ga jij 's morgens nog naar de supermarkt.
C
Ga jij 's morgens nog naar de supermarkt?
D
Ga jij s' morgens nog naar de supermarkt?

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Oefeningen
Wie?
Zelfstandig.
Wat?
Oefenboek Taalverzorging, paragraaf G hoofdletters, opdracht 3-9.
Oefenboek Taalverzorging, paragraaf H leestekens, opdracht 2-10.
Hoe?
Oefenboek blz 120-123.
Handboek blz 188-191.
Hulp?
Docent.
Tijd?
Tot 11:10.
Uitkomst?
Je beheerst de leerdoelen.
Klaar?
-Huiswerk gisteren, Zie LessonUp/Magister/Studiewijzer. 
-Huiswerk volgende week, Zie LessonUp/Magister/Studiewijzer. 

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke leerdoelen beheers je nu?
Deze leerdoelen beheers ik nu al
Deze leerdoelen beheers ik nog niet. Dus ga ik hier nog mee verder oefenen/lezen. Anders vraag ik hulp aan de docent.
Ik weet wanneer je welk leesteken schrijft.

Ik kan in een zin de juiste leestekens invullen.
Ik kan zelf goede zinnen maken met of voorbeelden vinden van bijzonderheden met interpunctie.

Ik kan uitleggen hoe interpunctie de betekenis van een woord of zin bepaalt.

Slide 20 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions