Unidades 1.3 ( repaso)+ 2.1

1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
spaansHBOMiddelbare schoolVoortgezet speciaal onderwijshavoLeerroute HLeerjaar 1Studiejaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

La Basílica 
de Nuestra
 Señora 
del Pilar
 en Zaragoza
Día 12 de 
octubre es 
La fiesta 
del Pilar

Slide 2 - Diapositive

Mirar los deberes
TB.p.15 oef.10a
Panamericana: lezen 
WB:
Oefeningen:
 p.8, oef.13, 14
 p.9, oef.15, 16
p.10, oef19
p.13: Reglas y Sistemas + p.15test.

Slide 3 - Diapositive

Enkele vragende voornaamwoorden 
  • ¿ Qué ?( wat?)
(¿Qué significa?)
  • ¿ Quién ? /¿ Quiénes ? ( wie?)
(¿Quién es Penélope Cruz?)
  • ¿ Cómo ? ( hoe?)
(¿Cómo te llamas?)
  • ¿ Para qué ? ( waarvoor?)
( ¿Para qué estudias español?)

Slide 4 - Diapositive

De klemtoonregels en accenten: Wb.p.12,ej.26
  • Bij woorden die eindigen op een klinker, een -n of een -s, valt de klemtoon op de voorlaatste lettergreep. vb: libro, bebes, hablan.
  • Bij woorden die eindigen op een medeklinker, behalve een -n of een -s, valt de klemtoon op de laatste lettergreep: vb: ciudad, poner
  • Uitzonderingen op de bovenstaande regels krijgen een accentteken (altijd naar rechts). vb: árbol, teléfono

Gramática TB. p. 113

Slide 5 - Diapositive

Samen: La pronunciación TB p.11
oef. 7

Slide 6 - Diapositive

Samen: De klemtoon WB pag. 12
WB pg. 12 oef. 26.b

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Panamericana p.17
De norte a sur.
Escucha y marca.
-México, Guatemala, El Salvador, Honduras, Nicaragua, Costa Rica, Panamá, Colombia, Ecuador, Perú, Chile , Argentina
-17 países
-4 zonas climáticas
1. Van waar tot waar loopt de Panamerikaanse route van noord
         tot zuid?
        
    2. Door hoeveel landen en hoeveel klimaatzones loopt de
        route?
        
    3. Op welke gebieden kom je dan allerlei verschillen tegen?



Slide 10 - Diapositive

Unidad 2: Primeros contactos
- Zich voorstellen
- Praten over beroepen
- WW Ser

Slide 11 - Diapositive

Primeros contactos tb p.19
welke beroepen hebben de personen op de foto??
15
¿ Quién es?
ik ben
ik woon in
ik werk in
¿ Qué significa?
Olivia Varela,

Slide 12 - Diapositive

Mucho Gusto p.20: luister naar de dialogen van opdr.2 
16
17
18

Encantado wordt gezegd door 
Encantada wordt gezegd door
Mucho gusto is altijd goed

       De betekenis?  
mannen
vrouwen
Aangenaam.

Slide 13 - Diapositive

vul in m.b.v. de dialogen in opdr. 2

Slide 14 - Diapositive

De antwoorden.....

Slide 15 - Diapositive

Het antwoord op de vraag hoe het gaat zal niet altijd 
"( muy) bien" zijn , hieronder andere opties.....:

Slide 16 - Diapositive

Los pronombres personales en de vervoeging van ser

ik
jij
hij/zij/u
wij
jullie 
zij
ser=zijn
soy
eres
es
somos
sois
son

yo
él/ella/usted
nosotros/as
vosotros/as
ellos/ellas/ustedes


maak opdr. 4 p.21
timer
3:00

Slide 17 - Diapositive

                                     SER versus SER DE

Het werkwoord  SER betekent zijn : 
Soy Ana= ik ben Ana

het werkwoord SER met het voorzetsel DE
betekent lettelijk ZIJN VAN maar wij zeggen KOMEN UIT:
Soy de España= ik kom uit Spanje

Slide 18 - Diapositive

 Het gebruik van het werkwoord ser
Wat denk je dat " Yo soy Ana " betekent?


En hoe vertaal je dan "Yo soy de Holanda" ?


¿ De dónde eres? betekent???
Ik ben Ana
Ik kom uit Nederland.
Waar kom je vandaan?
lett.: Van waar ben jij?

Slide 19 - Diapositive

DEBERES
TB: p.20-21
Oefeningen 2,3,4
WB: Oefeningen
-p.17, oef.1, 2,3
-p.18, oef.4: Maak een zin met ieder werkwoord: escuchar. viajar, hablar, estudiar, trabajar, ser.

Slide 20 - Diapositive