Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.
La durée de la leçon est: 15 min
Éléments de cette leçon
Maatschappijleer
Politiek
Log even in bij deze LessonUp!
Slide 1 - Diapositive
Planning 3.4
Afspraken over de lessen
Herhalen 3.3
Uitleg 3.4 De regering regeert
Zelfstandig werken
Kijken: Nieuwsoverzicht
Slide 2 - Diapositive
Afspraken over de lessen
In de klas doe je of mee met de uitleg OF je gaat zelfstandig aan het werk met de opdrachten voor maatschappijleer
Je hebt je lesboek, werkboek en een pen bij je.
Log in op LessonUp en doe mee met de les!
Niet werken in de lessen = niet herkansen
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Vidéo
Welke waarde hoort bij welke politieke stroming?
Gelijkwaardigheid
Naastenliefde
Economische vrijheid
SOCIALISME
CHRISTENDEMOCRATIE
LIBERALEN
Solidariteit
Persoonlijke vrijheid
Slide 5 - Question de remorquage
Liberale partij
'One-issue' partij
Populistische partij
Slide 6 - Question de remorquage
Wat is een voorbeeld van een Sociaal-Democratische partij?
A
FvD
B
VVD
C
PvdA
D
PVV
Slide 7 - Quiz
Liberale partijen benadrukken dat:
A
mensen gelijke kansen moeten krijgen
B
burgers vooral vrijheid moeten hebben
C
de overheid een sterke positie moet hebben
D
het rentmeesterschap centraal moet staan
Slide 8 - Quiz
"We moeten in Nederland denken aan de volgende generaties door aan een duurzame wereld te werken." Bij welke stroming hoort deze uitspraak?
A
Sociaal-democratische stroming
B
Christen-democratische stroming
C
Ecologische stroming
D
Liberale stroming
Slide 9 - Quiz
Liberalisme
Sociaaldemocratie
Christendemocratie
Rechts-extremisme
Ecologische stroming
Populisme
Economische vrijheid
Particulier initiatief
Deregulering
Opkomen voor zwakkeren
Gelijkwaardigheid
Bijbelse waarden
Rentmeesterschap
Gespreide verantwoordelijkheid
Vrijemarkteconomie
Milieuvriendelijk en duurzaam produceren
Geen aantasting natuur en milieu
Gericht op geweld
Superioriteit eigen groep
Actieve overheid
Stijl van politiek bedrijven
Richt zich op massa van bevolking
Slide 10 - Question de remorquage
3.4 De regering regeert
Slide 11 - Diapositive
Leerdoelen/Bouwstenen
Je kan uitleggen wat een coalitie, het kabinet en de regering is.
Je kan de taken van de minister-president, de koning, de ministers en staatsecretarissen omschrijven.
Slide 12 - Diapositive
Wie komen er in de regering?
De grootste partij (=partij die de meeste zetels heeft gewonnen) zoekt na de verkiezingen partijen die met hen willen samenwerken. Samen hebben ze een meerderheid nodig (76 zetels)
Zijn ze het eens? Dan schrijven ze een regeerakkoord. Daarna vormen ze samen de regering. De regering bestuurt Nederland.
Regeerakkoord
De plannen van de regering voor de komende jaren.
Wat is de taak van de regering?
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Vidéo
Regering = koning en alle ministers
Kabinet = alle ministers en staatssecretarissen
Beiden worden gevormd door partijen die na de verkiezing met elkaar samenwerken (regeringspartijen)
De regering bestuurt Nederland.
Wat is het verschil tussen de regering en het kabinet?
Wat is het verschil tussen regering en het kabinet?
Slide 15 - Diapositive
Ministers en staatssecretarissen
Elke minister houdt zich bezig met een deel van onze samenleving.
Iedere minister heeft één of een paar staatssecretarissen.
Staatsecretaris = Een 'assistent-minister' die verantwoordelijk is voor een deel van de taken van een minister.
Daaronder werken weer duizenden ambtenaren op de
verschillende ministeries.
Ministers + staatssecretarissen vormen het kabinet.
Een minister is als de een wethouder in de gemeenteraad.
Wat is de taak van de minsters en de staatssecretarissen?
Slide 16 - Diapositive
Minister-president
De minister-president (ook wel premier genoemd) is de leider van de regering en het kabinet
Hij is de belangrijkste minister en is voorzitter als de regering vergadert.
Hij vertegenwoordigt Nederland in de Europese Raad
Wat is de taak van de minister-president?
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Ministers werken samen
Ministers van verschillende onderdelen (ofwel departementen) werken samen in de ministerraad.
Als de ministers het eens zijn over een regel kunnen zij een wetsvoorstel indienen.
Een wetsvoorstel wordt eerst aan de Tweede Kamer aangeboden.
Wat is de taak van de minsters en de staatssecretarissen?
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Wat doet de koning?
Koning Willem-Alexander is koning der Nederlander sinds 30 april 2013
Hij volgde zijn moeder Prinses Beatrix op.
De koning wil verbinden en een koning voor alle Nederlanders zijn.
Welke rol vervult de koning in onze democratie?
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Vidéo
Welke rol vervult de koning in onze democratie? ?
Slide 23 - Diapositive
Prinsjesdag
Prinsjesdag is een belangrijke dag als het gaat om de politieke besluitvorming. Prinsjesdag is namelijk de start van het nieuwe politieke jaar.
Hoe verloopt Prinsjesdag?
Slide 24 - Diapositive
Slide 25 - Vidéo
Hoe verloopt Prinsjesdag?
Slide 26 - Diapositive
Maak de goede combinaties tussen het begrip en de betekenis.
Staatshoofd
minister-president
minister
regering
kabinet
regeerakkoord
Persoon met het hoogste gezag in een land.
Persoon die het hoofd van het kabinet is.
Persoon die verantwoordelijk is voor een deel van de overheid.
koning en ministers
ministers en staatssecretarissen
dagelijks bestuur van Nederland
Document met belangrijkste doelen van het kabinet.
Slide 27 - Question de remorquage
Wat hoort NIET bij Prinsjesdag?
A
Gouden Koets
B
Hoedjes
C
Miljardennota
D
Den Haag
Slide 28 - Quiz
Wat doet de koning op Prinsjesdag?
A
Hij leest de plannen van de regering voor aan het land
B
Hij leest zijn eigen plannen voor het land voor
C
Hij controleert de Tweede Kamer
D
Gezellig zitten op een mooie troon samen met Maxima