2425 communicatie, observeren - verkorte versie

Communicatie 
De basis

Sluit aan bij eindopdracht 1
1 / 44
suivant
Slide 1: Diapositive
Communicatie werkproces 6MBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 44 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Communicatie 
De basis

Sluit aan bij eindopdracht 1

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen
Aan het eind van deze les:
- Weet je wat aandachtspunten zijn bij communicatie.
- Weet je wat interne en externe ruis inhoudt.
- Weet je hoe je referentiekader van invloed is bij het interpreteren van zaken.
- Weet je welke problemen kunnen ontstaan bij het interpreteren en observeren. 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar denk jij aan bij het woord communicatie?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie zegt: "Ik kan goed communiceren"?
A
Ja
B
Nee

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Op welke manier speelt communiceren een rol in het werk van de Verzorgende-IG?

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Diapositive

Met een bepaalde gezichtsuitdrukking breng je je gevoelens over. Een ander woord voor gezichtsuitdrukking is mimiek.
Intonatie is de hoogte van je stem.
Het stemvolume is hoe hard iemand praat
 Je gebruikt gebaren om je woorden extra nadruk te geven.
De manier waarop iemand zit, staat of loopt noemen we zijn lichaamshouding. 
1

Slide 8 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

00:41
Wat gaat er mis in deze video?

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke verstoringen kunnen er zijn bij communicatie?

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke vormen van interne of externe ruis ervaar jij tijdens je werk?

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke invloed heeft deze ruis op het uitvoeren van je werk? Welke risico's brengt dit met zich mee?

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Observeren 
Kijken we allemaal  op dezelfde manier?
Is dat wat wij zien of ervaren altijd de waarheid?


Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kijk het filmpje
Hoeveel keer speelt het witte team de bal over?

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Had jij de beer in het filmpje gezien?
A
Ja
B
Nee

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Problemen bij interpreteren
Een boodschap kan verkeerd geïnterpreteerd worden doordat mensen selectief waarnemen. 

Iemand kan namelijk alleen datgene waarnemen waar hij zijn aandacht op richt en dat kan per persoon verschillen.

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Objectieve en subjectieve observaties
Een observatie moet objectief zijn. Dat betekent dat er feiten in worden benoemd en dat er geen meningen in naar voren komen.


Objectief observeren kan lastiger zijn dan het lijkt. Jij kunt iets namelijk op een andere manier waarnemen dan een collega. De waarneming wordt hierdoor subjectief. Probeer er toch op te letten dat je zo objectief mogelijk observeert.

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik vind meneer erg druk.
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Mevrouw loopt met ongelijke pas.
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vandaag is meneer uit zijn humeur.
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Mevrouw vloekt en tiert en rijdt met haar rolstoel hard over de gang.
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Meneer kan niet met zijn stoma uit de voeten.
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De vrouw van meneer Danine is overbelast.
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Jasper heeft vaker driftbuien.

A
Objectief
B
Subjectief

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Martine heeft in een half uur vijf keer door de kamer gerend.

A
Objectief
B
Subjectief

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Dries slaapt elke dag tot 10 uur.

A
Objectief
B
Subjectief

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Mevrouw is een zenuwinzinking nabij.


A
Objectief
B
Subjectief

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Referentiekader
Een interpretatie is altijd subjectief, omdat je betekenis toekent vanuit je eigen referentiekader. Iemands referentiekader bestaat uit het geheel van iemands waarden, normen, ervaringen en ideeën. Je referentiekader bepaalt – voor een deel onbewust – hoe je iets beoordeelt. De manier waarop jij een situatie of boodschap interpreteert kan dus heel anders zijn dan de manier waarop je collega of een zorgvrager iets ziet. Je begrijpt iemand beter als je weet wat zijn referentiekader is.

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ben jij jouw bewust van je eigen referentiekader?

Slide 32 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Aandachtspunten bij observeren en interpreteren
  • Houd rekening met waarden, normen en ideeën die je observatie beïnvloeden.
  • Houd rekening met het verschil tussen het verzamelen van informatie en het interpreteren ervan.
  • Onderscheid feiten en meningen in een observatie.
  • Bepaal voor jezelf hoe je de invloed van subjectieve factoren zo veel mogelijk kunt beperken.
  • Houd in je observaties rekening met wat je ziet, hoort, voelt en ruikt.

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Samenvatting
Een interpretatie is nooit alleen gebaseerd op je gevoel. Het is altijd gebaseerd op concreet waarneembaar gedrag. 

Concreet waarneembaar gedrag is gedrag dat je bij de ander ziet. 

Je baseert je interpretatie dus op iets wat je de zorgvrager hoort zeggen, iets wat hij doet of iets wat hij juist niet doet.

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Casus meneer Pietersen
Nadie werkt in een revalidatiecentrum. Ze gaat naar een nieuwe zorgvrager, meneer Pietersen van 66 jaar. Nadie helpt hem met aankleden en maakt een praatje. Ze stelt vragen over zijn revalidatie en vraagt of hij nog werkt. Meneer Pietersen geeft aan dat hij nog een jaar moet werken voordat hij samen met zijn partner van zijn pensioen kan gaan genieten.

‘Komt uw vrouw vandaag ook langs?’ vraagt Nadie. Meneer Pietersen reageert snel: ‘Ik heb geen vrouw, ik woon al 32 jaar samen met mijn man.’ Nadie voelt zich erg schuldig en zegt meteen sorry. Het was niet in haar opgekomen dat een oudere man ook homoseksueel kan zijn. Ze merkt dat ze het wel een beetje raar vindt.

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nadie had goede bedoelingen toen zij een praatje maakte met meneer Pietersen. Toch ging er iets mis in deze situatie. Beschrijf wat er misging.


Slide 36 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke rol speelt het referentiekader van Nadie in deze situatie?

Slide 37 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag!
Ga in Zorgpad/Learnbeat naar hoofdstuk 6 communicatie in de zorg.

- Ga naar 6.1 communiceren, de basis, onderdeel C observeren en interpreteren.

- Maak stap 3 (onderdeel A t/m D) en stap 5 (onderdeel B t/m F)

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Controle lesdoelen
Vind jij dat je de lesdoelen beheerst?

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik weet wat aandachtspunten zijn bij communicatie.
A
Ja
B
Nee

Slide 40 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik weet wat interne en externe ruis inhoudt.
A
Ja
B
Nee

Slide 41 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik weet hoe je referentiekader van invloed is bij het interpreteren van zaken.
A
Ja
B
Nee

Slide 42 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik weet welke problemen kunnen ontstaan bij het interpreteren en observeren.
A
Ja
B
Nee

Slide 43 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Volgende week
- Actief luisteren en motiverende gespreksvoering.

Slide 44 - Diapositive

zeggen maak hier een leerdoel van, reflecteer er op en vraag feedback.