ruis

1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
CommunicatieMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gaan we vandaag doen?
• Ruis voorkomen of beperken
• Interne ruis
• Externe ruis 
  • waarnemen versus interpreteren




Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ruis?
Het komt vaak voor dat de communicatie wordt verstoord door ruis. Ruis is een probleem dat ontstaat tijdens de communicatie. Het ontstaat als de boodschap die je zendt aan de ontvanger wordt vervormd en daardoor anders aankomt bedoeld was.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Je kan na deze les
-Het onderscheid tussen interne en externe ruis omschrijven
-Benoemen wanneer jij ruis ervaart
- Bewust van het verschil tussen waarnemen en interpretatie

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

MIScommunicatie

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Geef een Voorbeeld
externe ruis

Slide 8 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeelden
interne ruis

Slide 9 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Ruis... 

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oftewel communicatie en ruis

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan welke manier van communicatie kun je zien hoe het met iemand gaat?
A
Verbale communicatie
B
Non-verbale communicatie

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij communicatie is er sprake van een
A
Boodschap
B
Ontvanger
C
Zender
D
Alle drie

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij ruis komt een boodschap niet goed over bij de ontvanger
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een voorbeeld van verbale communicatie?
A
Kaj kijkt verdrietig tijdens de activiteit.
B
Maik stuurt een emoticon via WhatsApp naar Zigo.
C
Lisa steekt haar duim omhoog naar Mirthe.
D
Xavier mailt naar Courteney dat hij aanwezig is bij de activiteit.

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar is jouw uitstraling een onderdeel van?
A
Verbale communicatie.
B
Non-verbale communicatie.
C
Mondelinge communicatie.
D
Schriftelijke communicatie

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke uitspraak over lichaamstaal is juist?
A
Je kunt met lichaamstaal goed verbergen hoe je je echt voelt.
B
Lichaamstaal is lastig te interpreteren.
C
Je lichaamstaal laat zien hoe je je voelt.
D
Lichaamstaal is voor iedereen anders

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een voorbeeld van interne ruis?
A
Een krakende telefoonverbinding.
B
Geluid door een tv die aanstaat.
C
Een vliegtuig vliegt laag over.
D
Slechte concentratie doordat je verdrietig bent.

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Interne ruis
  • Ruzie thuis
  • Je voelt je niet lekker
  • Je bent boos
  • Je bent zenuwachtig
Externe ruis
  • Geluid van een radio
  • Geluid van een vliegtuig
  • Mensen die om je heen zitten te praten
  • Weg werkzaamheden

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ruis voorkomen?
Om ruis zo veel mogelijk te voorkomen is het belangrijk dat je steeds controleert of de ander echt heeft begrepen wat jij bedoelde te zeggen. 
Je doet dit door controle vragen te stellen.  
1. Bedenk een vraag die je zou kunnen stellen.
Meta communicatie kun je ook toepassen om ruis te voorkomen of te beperken. 

Slide 20 - Diapositive

bijvoorbeeld “Is het duidelijk wat ik bedoel? Of "Heeft u nog iets van mij nodig?”. Op die manier kom je erachter of jouw boodschap wel of niet duidelijk was. Dit verbetert het communicatieproces tussen jou en de cliënt of het netwerk van de cliënt. Helaas gebeurt dit aak te weinig waardoor onnodig communicatiestoornissen ontstaan. Je kunt ook metacommuniceren over de ruis die je ervaart. "Ik heb het gevoel dat je er niet helemaal bij bent met je gedachten omdat je wordt afgeleid door je telefoon. Klopt dat?"
Geef een voorbeeld vraag van een controle vraag om ruis te beperken/ te voorkomen

Slide 21 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarnemen versus interpreteren

  •  Wat is een waarneming?
  • wat is objectief en subjectief.
  • wat is interpreteren.

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Observeren is hetzelfde als waarnemen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is waarneembaar gedrag?
A
Gedrag wat je denkt
B
Gedrag wat je hoopt te zien
C
Gedrag wat je ziet
D
Gedrag objectief

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is subjectief waarnemen?
A
Alleen de feiten opschrijven
B
Mijn mening en gedachten opschrijven

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarnemen doe je met je ...
A
zenuwstelsel
B
hersenen
C
zintuigen
D
ogen, oren, neus, mond en huid

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarnemen/interpretatie
  • Theo is een agressieve kerel.
  • Jenny ging maandag een uur met lunchpauze.
  • Herman was onzeker tijdens zijn presentatie.
  • Mijn zoontje vindt die film heel saai.
  • Ans vroeg niet naar mijn mening tijdens de vergadering.

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 28 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Afsluiting:
Hoe vond je de les?

Slide 31 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions