Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Allerlei formules en grafieken
Slide 1 - Diapositive
Voorlopig
Lessonup: vybig
Huiswerk in Classroom, uitnodiging is verstuurd
Slide 2 - Diapositive
Allerlei formules en grafieken
Theorie
B Stippengrafiek
C Trapgrafiek
D Formules
E Assenstelsels en tijd
Slide 3 - Diapositive
Waarom zijn de rode punten niet met elkaar verbonden?
Slide 4 - Question ouverte
Zie de tarieven per kwartaal van sportschool De Beweging hiernaast. Hoeveel euro kost een kwartaal- abonnement wanneer je 4 keer sport?
A
25
B
50
C
75
D
0
Slide 5 - Quiz
Een tuincentrum verkoopt viooltjes in bakjes van 6 stuks. Hoeveel vioolplantjes horen bij het punt (2,10)?
A
5
B
6
C
10
D
12
Slide 6 - Quiz
Een Webshop bedrukt T-shirts. Je betaald €15 per bedrukt T-shirt en €5 verzendkosten. Voor bestellingen boven de €50 betaal je geen verzendkosten. Hoeveel euro betaal je als je 4 T-shirts besteld?
A
15
B
55
C
60
D
65
Slide 7 - Quiz
C Trapgrafiek
Slide 8 - Diapositive
Hoe denk je dat de grafiek hiernaast heet?
A
stippengrafiek
B
trapgrafiek
C
lijngrafiek
D
hyperbool
Slide 9 - Quiz
Wat is betekenis van de onderste trede?
Slide 10 - Question ouverte
Peter huurt een OV-fiets en brengt hem na 48 uur terug. Hoeveel moet hij betalen?
Slide 11 - Question ouverte
In de grafiek zie je de gemiddelde lengte van een Nederlander op 19-jarige leeftijd, met t = 0 in het jaar 1950. Welke t hoort bij het jaar 2000?
Slide 12 - Question ouverte
D formules
Slide 13 - Diapositive
Is de volgende bewering waar?
Formules worden gebruikt om voorspellingen te doen.
A
Ja
B
Nee
Slide 14 - Quiz
Is de volgende bewering waar?
Een formule geldt altijd voor een een bepaalde periode.
A
Ja
B
Nee
Slide 15 - Quiz
Voor de levensverwachting van Australische bevolking geld de formule: Levensverwachting = 71,1 + 0,198t. Hierbij is t = 0 in 1960. Wat is volgens de formule de levensverwachting in 2030?
Slide 16 - Question ouverte
E Assenstelsels en tijd
Slide 17 - Diapositive
t = 0 betekent 30 augustus. Wat betekent t = 2?
Slide 18 - Question ouverte
Welke datum is het 12 dagen voor 5 december?
A
21 november
B
22 november
C
23 november
D
24 november
Slide 19 - Quiz
Hoe laat is het 8 uur voor 19:00uur
A
9:00 uur
B
10:00 uur
C
11:00 uur
D
12:00 uur
Slide 20 - Quiz
Hoe laat is het 13 uur voor 08:00 uur
A
18:00 uur
B
19:00 uur
C
20:00 uur
D
21:00 uur
Slide 21 - Quiz
Huiswerk
Voor donderdag
m. par. 4.2, oef. 16, 18, 19, 22, 23, 24, 28, 29, 30, 34, 35 en 37