3V H4 opdracht 4

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Bang voor de boze wolf?

Tekst 3

blz. 118

3 vwo

H4 Lezen

1. Wat is het onderwerp van de tekst?

• wolven / Canis lupus in Nederland

2. Wat is een ecoloog?

• Een ecoloog is een wetenschapper die organismen in hun omgeving bestudeert. 

3. Worm spreekt van het ‘roodkapjessyndroom’. Wat zal dat waarschijnlijk betekenen?

• de angst voor wolven

4. Vat het verhaal van Worm samen door het schema in te vullen.

 (...) Ik ben ervan overtuigd dat er geen reden is om de wolf te vrezen. De wolf is namelijk banger voor jou dan jij voor hem. Bangeriken menen dat wolven gevaarlijk zijn. Mensen met een roodkapjesyndroom weten niet waar ze het over hebben. De wolf is niet gevaarlijk. Er is niets aan de hand zolang je afstand houdt en je hond aan de lijn doet. Mocht hij dichtbij komen, dan moet je luid spreken, gebaren maken en vooral geen voer geven. Ook de bewering dat wolven kinderen aanvallen is een fabeltje, gebaseerd op voorvallen van eeuwen geleden. In die tijd gebeurde dat inderdaad. Maar dat waren kinderen die het veld in gingen om schaapkuddes te hoeden. Die werden zo nu en dan door een wolf gepakt omdat ze een makkelijke prooi waren.’

4. Vat het verhaal van Worm samen door het schema in te vullen.

Standpunt Worm: Er is geen reden om de wolf te vrezen.

Argument 1: De wolf is banger voor jou dan jij voor hem.

Tegenargument 1: Wolven zijn gevaarlijk.

Weerlegging: Er is niets aan de hand zolang je afstand houdt en je hond aan de lijn doet. Mocht hij dichtbij komen, dan moet je luid spreken, gebaren maken en vooral geen voer geven.

Tegenargument 2: Wolven vallen kinderen aan.

Weerlegging: Eeuwen geleden gebeurde dat inderdaad. Maar dat waren kinderen die het veld in gingen om schaapkuddes te hoeden. Die werden zo nu en dan door een wolf gepakt omdat ze een makkelijke prooi waren.

5. Waarom twijfelt Linnartz er niet aan dat er recent weer een wolf op de Veluwe is gesignaleerd?

• Dwars door Duitsland loopt inmiddels een band van wolventerritoria, waar inmiddels een flinke populatie wolven leeft. Af en toe stapt er een de grens met ons land over.

‘Dat er recent, in oktober, weer een wolf op de Veluwe is gesignaleerd, verbaast mij niets. Ons land wordt al sinds enkele jaren met zekere regelmaat bezocht door wolven. Dwars door Duitsland loopt inmiddels een band van wolventerritoria, van het voormalige Oost-Duitsland tot aan Hamburg, waar inmiddels een flinke populatie wolven leeft. Af en toe stapt er een de grens met ons land over. 

6. Vat het verhaal van Linnartz samen door het schema in te vullen.

‘Dat er recent, in oktober, weer een wolf op de Veluwe is gesignaleerd, verbaast mij niets. Ons land wordt al sinds enkele jaren met zekere regelmaat bezocht door wolven. Dwars door Duitsland loopt inmiddels een band van wolventerritoria, van het voormalige Oost-Duitsland tot aan Hamburg, waar inmiddels een flinke populatie wolven leeft. Af en toe stapt er een de grens met ons land over. Ik twijfel er niet aan dat wolven zich hier in de toekomst ook gaan vestigen, net als ze recent in Denemarken hebben gedaan. Het is een kwestie van tijd. Het gebied waar ze voorkomen in Noordrijn-Westfalen en Nedersaksen is vergelijkbaar met het landschap van Groningen en Friesland en er is hier genoeg voedselaanbod. De wolf is wat mij betreft dus van harte welkom. Natuurlijk roepen twijfelaars dat ons land te klein is voor de wolf, maar kijk nou eens naar die rare zeearend die zich enkele jaren geleden in Flevoland nestelde. Men vond Nederland ook te klein voor die vogel. Waar ging die zitten? Geïsoleerd in de meest oude en krakkemikkige boom die je je kunt voorstellen. Dat had niemand van tevoren bedacht. Wat dat zegt? Dat bewijst dat we, hoeveel onderzoeken we er als ecologen ook tegenaan gooien, niet alles kunnen voorspellen. De natuur gaat haar eigen gang. Zo is het altijd geweest en zo zal het altijd blijven.’

6. Vat het verhaal van Worm samen door het schema in te vullen.

Standpunt Linnartz: Nederland is geschikt als leefgebied voor de wolf.

Argument 1: Het gebied waar ze voorkomen in Noordrijn-Westfalen en Nedersaksen is vergelijkbaar met het landschap van Groningen en Friesland. 

Tegenargument 1: Ons land is te klein voor de wolf.

Weerlegging: Nederland werd ook te klein geacht voor de zeearend en die vogel verbleef geïsoleerd in een boom. Ecologen en onderzoeken kunnen niet voorspellen hoe het zal gaan, want de natuur gaat haar eigen gang.  

Argument 2: Er is hier genoeg voedselaanbod.

7. Met welke drie andere woorden dan wolf of wolven verwijst Van der Meulen naar het dier? Wat kun je daaruit opmaken?

• ‘(Dat) beest’, ‘Het monster’ en ‘rotzak’. Hieruit kun je opmaken dat hij negatieve gevoelens jegens de wolf heeft.

‘Afschieten. Niet over praten. Boem, meteen weg ermee. Dat beest is te gevaarlijk om het hier te laten leven. Als je de wolf hier binnenhaalt, kun je de hele schapenhouderij opdoeken. En ik weet waarover ik praat. In 2000 had ik hier een wolf onder mijn schapen. Het monster was ontsnapt uit een dierentuin in België. Het was gruwelijk. Op een ochtend kwam ik buiten en daar lagen de doodgebeten schapen: de billen eraf gescheurd, een aan stukken gereten karkas. Dat wil ik nooit meer meemaken. Bovendien heeft door de stress geen van de ooien dat jaar gelammerd. De wolf, mijnheer, dat is een rotzak. Ook voor mensen vormt hij een groot risico. Dan zeggen de zogenaamde kenners dat die beesten mensenschuw zijn. Eén keer stond een wolf mij op slechts vijf meter afstand aan te kijken en liet-ie zijn tanden zien. Hij stond op het punt mij aan te vallen en ik moest wel vluchten. Nee, ze kunnen me nog meer vertellen. Die wolf heeft toen trouwens flink huisgehouden bij schapenhouders in de buurt. Nee, ik heb geen compassie met de wolf. Weg ermee.’

8. Vat het verhaal van Van der Meulen samen door het schema in te vullen.

Standpunt Van der Meulen: De wolf is te gevaarlijk om hier te laten leven.

Argument 1: Als je de wolf hier binnenhaalt, kun je de hele schapenhouderij opdoeken.

Argument 2: Wolven bijten schapen dood. Dat wil ik nooit meer meemaken. 

Argument 3: Door de stress hebben geen van de ooien dat jaar gelammerd.

Argument 4: Ook voor mensen vormt de wolf een groot risico.

Argument 5: Ik ben zelf bijna door een wolf aangevallen.