3.3 Hoe werkt de markt?

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Hoe werkt de markt?

In deze les...

- Herhalen

- Huiswerk check

- Marktvormen

VRAAG 12) Qv = -2p + 900
bereken / teken de vraaglijn

VRAAG 12) Qv = -2p + 900
De vraag bedraagt 840 stuks. Vervolgens daalt de prijs met 50%. Met hoeveel procent stijgt de vraag?

Huiswerk

Wat kun/ ken je na deze les?

- Alle verschillende marktvormen.

- Het verschil vertellen tussen oligopolie en monopolie

Het verschil vertellen tussen volkomen concurrentie en monopolistische concurrentie

Supermarktketens

Welke marktvorm heeft een supermarkt?

Type product

- Homogene producten: Exact dezelfde producten als de concurrent

- Heterogene producten: producten met kleine verschillen ten opzichte van de concurrent

Homogeen product, weinig aanbieders

Homogeen product, veel aanbieders

Heterogeen product, veel aanbieders

Volkomen concurrentie

- Homogeen product

- Zowel veel aanbieders als vragers

- Transparante markt

- Toetredingsdrempel is laag

Monopolistische concurrentie

- Heterogeen product 

- Zowel veel aanbieders als vragers

- Aanbieder kan de prijs 

  gedeeltelijk zelf bepalen

- Toetredingsdrempel is laag

Monopolie

- Eén aanbieder en veel vragers.

- Als enige een bepaald
  product mag verkopen

- Overheidsmonopolie

Oligopolie (homogeen)

- Kartelvorming

- Prijzenoorlog

- Toetredingsdrempel is hoog

Oligopolie (heterogeen)

- Meer concurrentie op marketing/service

- Toetredingsdrempel is hoog

De Herdenbergher (café/restaurant in Hardenberg) is een vorm van:

1. Oligopolie
2. Volkomen concurrentie
3. Monopolie
4. Monopolistische concurrentie

Prorail (beheerder van het spoornet) heeft een marktvorm van:

1. Oligopolie
2. Volkomen concurrentie
3. Monopolie
4. Monopolistische concurrentie

Aan de slag.

Maken 3.3

Tot slot

Volgende week Herfstvakantie

Over 2 weken: 3.3 af