Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
3.3 Veranderen van Fase
Slide 1 - Diapositive
Wat weet je nog van vorige lessen?
Slide 2 - Diapositive
Aike zegt: “Mist bestaat uit waterdruppeltjes, dat is vloeibaar.” Joyce zegt: “Mist bestaat uit waterdamp, dat is gas.”
Wie heeft gelijk?
A
Alleen Aike.
B
Alleen Joyce.
C
Ze hebben allebei gelijk.
D
Ze hebben geen van beiden gelijk.
Slide 3 - Quiz
Hoe noem je de streepjes en getallen die naast het glazen pijpje van een vloeistofthermometer staan?
A
de schaalverdeling
B
de stijgbuis
C
het reservoir
Slide 4 - Quiz
Welke uitspraak over ijzel is waar?
A
IJzel bestaat uit kristallen
B
IJzel is een vaste stof
C
IJzel is een vloeistof
D
IJzel is een gas
Slide 5 - Quiz
Hoe noem je verdikking onderaan het glazen pijpje van een vloeistofthermometer, waar alcohol in zit?
A
de schaalverdeling
B
de stijgbuis
C
het reservoir
Slide 6 - Quiz
Leerdoelen 3.3 Veranderen van fase
Je kunt de 6 faseovergangen beschrijven
Je kunt beschrijven hoe de faseovergangen van water een belangrijke rol spelen bij allerlei weersverschijnselen.
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Vidéo
6 Faseovergangen. We gaan ze langs....
Slide 9 - Diapositive
Smelten
Een vaste stof wordt een vloeistof.
Door temperatuurstijging.
Bijvoorbeeld:
ijs wordt water
Chocola vast vast naar vloeibaar
Slide 10 - Diapositive
Verdampen
Een vloeistof wordt een gas.
Door temperatuurstijging.
Verdampen is wanneer water (vloeistof) verandert in waterdamp (gas).
Zoals bij stoom die ontstaat als water wordt verwarmd.
Denk ook aan:
- de geur van parfum
- zweet dat zich in de lucht verspreidt
Weet je nog? Gas kan je niet zien
Slide 11 - Diapositive
Condenseren
Een gas wordt vloeistof.
Door temperatuurdaling.
Condenseren is wanneer waterdamp (gas) verandert in kleine waterdruppels (vloeistof).
Zoals bij dauw of ijzel, als de lucht afkoelt tegen een koud oppervlak.
Denk ook aan de spiegel in de badkamer na het douchen of een beslagen raam in de winter.
Slide 12 - Diapositive
Stollen
Een vloeistof wordt een vaste stof.
Door temperatuurdaling
Stollen is wanneer vloeibaar water verandert in ijs (vaste stof).
Zoals bij ijzel, wanneer water bevriest op een koud oppervlak.
Denk ook aan kaarsvet dat afkoelt.
Slide 13 - Diapositive
Rijpen
Een gas wordt een vaste stof.
Door temperatuurdaling
Rijpen is wanneer waterdamp (gas) direct verandert in ijs (vaste stof).
Zoals bij rijp, wanneer het koud is en ijskristallen vormen op oppervlakken.
Slide 14 - Diapositive
Vervluchtigen
Een vaste stof word een gas.
Vervluchtigen is wanneer water direct van ijs naar gas (waterdamp) verandert, en de mist die je soms ziet ontstaat doordat die waterdamp vervolgens weer afkoelt en kleine waterdruppeltjes of ijskristallen vormt.
Denk aan
- ijs waar je een soort mist boven ziet verschijnen.
- Maar ook bijvoorbeeld aan WC blokje of een geurend zeepblokje.
Slide 15 - Diapositive
Fase overgangen en het weer
Smelten
Smelten
Verdampen
Condenseren
Bevriezen
Vervluchtigen
Rijpen
Slide 16 - Diapositive
A
Smelten
B
Verdampen
C
Condenseren
D
Stollen (Bevriezen)
Slide 17 - Quiz
A
Smelten
B
Verdampen
C
Condenseren
D
Stollen (Bevriezen)
Slide 18 - Quiz
Welke fase-overgang is er, wanneer je en gesmolten ijsje in de vriezer legt
A
Smelten
B
Verdampen
C
Condenseren
D
Stollen
Slide 19 - Quiz
Hoe heet de fasenovergang van gas naar vast?
A
condenseren
B
verdampen
C
rijpen
D
sublimeren
Slide 20 - Quiz
Water verandert in ijs:
IJs verandert in water:
Waterdamp verandert in druppels:
water verandert in damp:
Condenseren
Bevriezen
Smelten
Verdampen
Slide 21 - Question de remorquage
Stollen
Smelten
Vervluchtigen
Rijpen
Slide 22 - Question de remorquage
Welke pijl hoort bij de fase-overgang condenseren?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 23 - Quiz
Welke pijl hoort bij de fase-overgang vervluchtigen?
A
1
B
2
C
5
D
6
Slide 24 - Quiz
Welke faseovergang zie je in het plaatje?
A
Verdampen
B
Condenseren
C
Vervluchtigen
D
Rijpen
Slide 25 - Quiz
De was droogt ook als het vriest. Welke faseovergang heeft er plaatsgevonden?
A
Stollen
B
Verdampen
C
Smelten
D
Vervluchtigen
Slide 26 - Quiz
Twee uitlegfilmpjes
Het 2e filmpje (Meneer Wietsma) gaat voor een klein deel al over volgende les.
Slide 27 - Diapositive
Slide 28 - Vidéo
Slide 29 - Vidéo
Aan de slag!
Thema 3, basisstof 3
Opdrachten 1 t/m 8 maken/nakijken.
- Teken de faseovergangen overzichtelijk in je schrift (zie voorbeeld op titelpagina van deze Lesson-up)