Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Passé composé
Passé Composé
Ik
heb
niets van de passé composé
begrepen
.
Ik
heb
het nog niet helemaal
geplaatst
.
En jij?
Ik
heb
het wel
bevat
!
1 / 40
suivant
Slide 1:
Diapositive
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Cette leçon contient
40 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
1 vidéo
.
La durée de la leçon est:
45 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Passé Composé
Ik
heb
niets van de passé composé
begrepen
.
Ik
heb
het nog niet helemaal
geplaatst
.
En jij?
Ik
heb
het wel
bevat
!
Slide 1 - Diapositive
7
Slide 2 - Vidéo
Uit hoeveel werkwoorden bestaat een passé composé?
Slide 3 - Question ouverte
Snap je wanneer je een passé composé gebruikt?
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 4 - Sondage
00:21
Welke passé composé wordt hier gebruikt? Noteer in het Frans met de vertaling in het Nederlands.
Slide 5 - Question ouverte
00:25
Welke passé composé wordt hier gebruikt? Noteer in het Frans met de vertaling in het Nederlands.
Slide 6 - Question ouverte
00:36
Welke passé composé wordt hier gebruikt? Noteer in het Frans met de vertaling in het Nederlands.
Slide 7 - Question ouverte
00:41
Welke passé composé wordt hier gebruikt? Noteer in het Frans met de vertaling in het Nederlands.
Slide 8 - Question ouverte
00:44
Welke passé composé wordt hier gebruikt? Noteer in het Frans met de vertaling in het Nederlands.
Slide 9 - Question ouverte
00:51
Welke passé composé wordt hier gebruikt? Noteer in het Frans met de vertaling in het Nederlands.
Slide 10 - Question ouverte
01:06
Welke passé composé wordt hier gebruikt? Noteer in het Frans met de vertaling in het Nederlands.
Slide 11 - Question ouverte
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Werkwoorden die je N-F + F-N moet leren
voor de grammaticatoets:
hebben
zijn
komen
willen
gaan
aankomen
vertrekken
naar binnen gaan
uitgaan
instappen
uitstappen
blijven
naar huis gaan
teruggaan
vallen
= avoir
= être
= venir
= vouloir
= aller
= arriver
= partir
= entrer
= sortir
= monter
= descendre
= rester
= rentrer
= retourner
= tomber
Slide 17 - Diapositive
Welk voltooid deelwoord hoort bij welk werkwoord?
eu
été
venu
voulu
entré
allé
sorti
arrivé
parti
monté
descendu
resté
rentré
retourné
tombé
partir
entrer
sortir
tomber
arriver
avoir
vouloir
venir
être
monter
descendre
rester
aller
retourner
rentrer
Slide 18 - Question de remorquage
Welke vertaling hoort bij welk voltooid deelwoord?
eu
été
venu
voulu
entré
allé
sorti
arrivé
parti
monté
descendu
resté
rentré
retourné
tombé
vertrokken
naar binnengegaan
uitgegaan
gevallen
aangekomen
gehad
gewild
gekomen
geweest
omhooggegaan
uitgestapt
gebleven
gegaan
teruggegaan
naar huis gegaan
Slide 19 - Question de remorquage
Slide 20 - Diapositive
Welke hulpwerkwoord gebruik je bij welk voltooid deelwoord?
eu
été
venu
voulu
entré
allé
sorti
arrivé
parti
monté
descendu
resté
rentré
retourné
tombé
avoir
j'ai
tu as
il a
elle a
on a
nous avons
vous avez
ils ont
elles ont
être
je suis
tu es
il est
elle est
on est
nous sommes
vous êtes
ils sont
elles sont
Slide 21 - Question de remorquage
Z
oek de Franse vertaling bij het Nederlandse woord.
hebben
zijn
komen
willen
naar binnen gaan
gaan
uitgaan
aankomen
vertrekken
instappen
uitstappen
blijven
naar huis gaan
teruggaan
vallen
partir
entrer
sortir
tomber
arriver
avoir
vouloir
venir
être
monter
descendre
rester
aller
retourner
rentrer
Slide 22 - Question de remorquage
Vertaal: ik ben gegaan
Slide 23 - Question ouverte
Vertaal: jij bent aangekomen
Slide 24 - Question ouverte
Vertaal: wij komen aan
Slide 25 - Question ouverte
Vertaal: hij is gevallen
Slide 26 - Question ouverte
Vertaal: wij zijn naar huis gegaan
Slide 27 - Question ouverte
Vertaal: jullie vallen
Slide 28 - Question ouverte
Vertaal: jullie zijn ingestapt / omhooggegaan
Slide 29 - Question ouverte
Vertaal: zij (m) zijn uitgegaan
Slide 30 - Question ouverte
Vertaal: ik heb gehad
Slide 31 - Question ouverte
Vertaal: ik ga naar huis
Slide 32 - Question ouverte
Vertaal: jij hebt gewild
Slide 33 - Question ouverte
Vertaal: hij is (heeft) geweest
Slide 34 - Question ouverte
Vertaal: ik vertrek
Slide 35 - Question ouverte
Vertaal: zij (v) blijven
Slide 36 - Question ouverte
Vertaal: wij hebben gehouden van
Slide 37 - Question ouverte
Vertaal: jij houdt van
Slide 38 - Question ouverte
Vertaal: zij (v) zijn gekomen
Slide 39 - Question ouverte
Vertaal: wij gaan uit
Slide 40 - Question ouverte
Plus de leçons comme celle-ci
Werkwoorden + atelier 4.2
Avril 2020
- Leçon avec
13 diapositives
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Werkwoorden + atelier 4.2
Avril 2020
- Leçon avec
13 diapositives
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
unité 4: grammaire extra p.c. met être
Mai 2024
- Leçon avec
16 diapositives
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Werkwoorden + atelier 4.2
Février 2021
- Leçon avec
14 diapositives
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
3D les 22-08
Septembre 2023
- Leçon avec
12 diapositives
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
3D les 22-08
Août 2024
- Leçon avec
12 diapositives
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
3D les 14-08
Septembre 2022
- Leçon avec
14 diapositives
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
3D les 14-08
Août 2024
- Leçon avec
14 diapositives
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1