V2 Ch1&2 (gram) + Ch3 (A-E)

past simple
past continuous
present perfect
past continous & past simple
He went to school by bike yesterday.
My family has lived in Veenendaal since 2010.
The kids were making a racket.
I have often been to France.
They were both wearing a sweater when I saw them.
My sister and I walked 20 kms this weekend.
1 / 28
suivant
Slide 1: Question de remorquage
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

past simple
past continuous
present perfect
past continous & past simple
He went to school by bike yesterday.
My family has lived in Veenendaal since 2010.
The kids were making a racket.
I have often been to France.
They were both wearing a sweater when I saw them.
My sister and I walked 20 kms this weekend.

Slide 1 - Question de remorquage

past simple vs. past continuous
Past simple: 
  • verleden tijd, met tijdstip in het verleden = afgerond
  • kortere gebeurtenis wanneer samen met past continuous
Vorm: regelmatig ww-ed / onregelmatige ww: 2e rijtje

Past continous:
  • was aan de gang/bezig, langere gebeurtenis
Vorm: was/were + WW-ING

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Lien

Present perfect
Present perfect verbindt het verleden met het heden. Je gebruikt het als je praat over de volgende situaties:
  • iets is eerder begonnen, maar nog niet afgelopen;
  • ervaringen tot nog toe;
  • resultaten tot nog toe.
Vorm: has/have + regelmatig WW-ed/onregelmatig ww = 3e rijtje

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Lien

Adjectives & adverbs
Study the PPT below.
Then do the exercises that follow the PPT afterwards.

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Lien

Slide 16 - Lien

Can, could, to be able to, must, have to, should
Study Grammar 4 Modals on p. 129 of your book.
Then do the exercises that follow this slide

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Lien

Slide 19 - Lien

Give 5 words that are
related to "showbiz" &
"entertainment" (see p. 174)

Slide 20 - Carte mentale

Which word is the odd one out?
A
disappointing
B
awful
C
thrilling
D
terrible

Slide 21 - Quiz

Which word is the odd one out?
A
uninteresting
B
surprising
C
remarkable
D
stunning

Slide 22 - Quiz

Translate these words (see p. 174)
1. apparatuur
2. meerere
3. uitwisseling
4. repetitie

Slide 23 - Question ouverte

Translate these words (see p. 174)
1. beschikbaar
2. in de tussentijd
3. ritme
4. nastreven

Slide 24 - Question ouverte

Translate these words (see p. 174)
1. voorspelbaar
2. ten slotte, eindelijk
3. opgelucht
4. onderzoek

Slide 25 - Question ouverte

Translate these stones (see p. 148-149)
1. Wat mij het meest opviel, waren de verschrikkelijke aanhoudende beats.
2. Het festival was nogal een spektakel, maar de kaartjes waren te duur.
3. De serie is erg de moeite waard om te kijken omdat het verhaar een aantal onverwachte wendingen heeft.
4. Om eerlijk te zijn is deze film vreselijk, er wordt slecht geacteerd en het is niet spannend.

Slide 26 - Question ouverte

Slide 27 - Lien

Ik heb voor de toets het volgende geleerd.
Je mag meer leermomenten noteren!

Slide 28 - Question ouverte