Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 40 min
Éléments de cette leçon
Dienstag, 19. November
Woche 47
Slide 1 - Diapositive
Heute
Werken uit het boek
Blad om te leren!
Slide 2 - Diapositive
Aan het einde van de les kan je:
de overtreffende trap gebruiken
Lernziele
Slide 3 - Diapositive
Arbeit aus dem Buch
Aufgabe 7 (S. 32-33)
Slide 4 - Diapositive
Arbeit aus dem Buch
Aufgabe 9 (S. 32-33) + Erklärung
Slide 5 - Diapositive
Nederlands
Duits
Regel
Positiv
snel
schnell
woord
Komparativ
sneller
schneller
woord + -er
Superlativ
het snelst
am schnellsten
am + woord +-sten
traurig
trauriger
am traurigsten
Slide 6 - Diapositive
Komparativ & Superlativ
Woorden met een a, o, u krijgen in de Komparativ en Superlativ een Umlaut op de klinkers
stark – stärker – am stärksten
lang – länger – am längsten
dumm – dümmer – am dümmsten
Superlativ
Bij Positiv-woorden die op - s, - z, -d, -t eindigen komt er – esten.
alt – älter – am ältesten
kalt – kälter – am kältesten
Slide 7 - Diapositive
Let op!
viel - mehr – am meisten
gut - besser – am besten
gern - lieber – am liebsten
Diese muss man auswendig
lernen!
Slide 8 - Diapositive
Arbeit aus dem Buch
Aufgabe 13 bis 15 (S. 43-44)
Fertig? Vul de Lernwortschatz 'die Kirche' t/m 'der Bahnhof' in (S. 48).
We bespreken de antwoorden
Slide 9 - Diapositive
Aufgabe:
noteer stapsgewijs hoe je van A>B moet reizen (noem geen straatnamen), maar een gebouw mag je wel noemen. Straks gaan we kijken of we aan de hand van jouw routebeschrijving op jouw locatie komen!
(je vertelt dus niet wat je eindstation is, dat gaan we raden)