De Griekse Tragedie vooral grote 3

 De Griekse Tragedie
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
Klassieke TalenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

Éléments de cette leçon

 De Griekse Tragedie

Slide 1 - Diapositive

Griekse Tragedie

Slide 2 - Carte mentale

Tragedie
De tragedie was één van de genres van poëzie en theater in het antieke Griekenland (en Rome). Tragedies waren droevige stukken, die meestal geen vrolijke einde hadden. Bijna alle tragedies gingen over mythen of sagen.

Slide 3 - Diapositive

De oorsprong van de Griekse Tragedie
  • Dithyrambe (feestzangen ter ere van Dionysos)
  • Toneelspeler toegevoegd door Thespis
  • Tweede en derde door Aischylos en Sophokles
  • Toneelwedstrijd op het jaarlijkse Dionysos-festival

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Kenmerken van de Griekse Tragedie
  • vrijwel altijd een mythe of sage als onderwerp/inspiratie
  • Het onderwerp is de lijdende mens
  • Een vast schema:
  1. Proloog (introductie)
  2. Parados (eerste lied)
  3. Epesodia en stasima (bedrijven en koorlieden)
  4. Exodos (uittochtslied)


Slide 6 - Diapositive

Kenmerken van de Grieks Tragedie
  • De drie eenheden van Aristoteles:
  1. Eenheid van handeling (logische volgorde van de scènes)
  2. Eenheid van tijd (1 dag, zonsopgang tot zonsondergang)
  3. Eenheid van plaats (steeds dezelfde plek)
  • Geweld en politiek niet op het toneel

Slide 7 - Diapositive

De acteur
  • Uitsluitend mannen
  • Belangrijk personages: versierde gewaden en toneellaarzen
  • Laaggeplaatste personages: blootsvoets en eenvoudig
  • Meerdere rollen door gebruik van maskers
  • 3 sprekende personen op het toneel


Voorbeeld van maskers

Slide 8 - Diapositive

Het koor
  • Essentieel
  • Rol van ideale toeschouwer, maar soms ook als deelnemer in het verhaal
  • 12 - 15 mensen (choreuten)
  • Koorleider als woordvoerder (deelnemer aan dialogen)


Slide 9 - Diapositive

De belangrijkste toneelschrijvers
  • Aischylos
  • Sophokles
  • Euripides

zie opdracht in je boekje

Slide 10 - Diapositive

Aischylos
  • Diepreligieuze stemming en morele ernst
  • Sfeer: mysterieus en duister
  • Aristocratisch en religieus
  • Hooggestemde en beeldrijke taal
  • Het toneel als een spiegelbeeld van het leven
  • Meer op handeling gericht dan op karakters
  • Schreef meer dan 70 stukken, 7 bewaard
  • Bekendste werk: de Oresteia




Slide 11 - Diapositive

Aeschylus (5e eeuw v.C.)
- religieus
- somber mensbeeld
- hybris: overmoed
- noodlot, goddelijke gerechtigheid
- grondlegger klassieke Attische tragedie

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Sophokles
  • Veranderingen ingebracht:
  1. Koor werd een lyrisch intermezzo
  2. Drie drama's op één dag niet meer inhoudelijk verbinden
  3. Koor kreeg een rol in de handeling
  4. Religie nog steeds aanwezig
  • Personages: vrij handelende wezens, menselijk, ingewikkelder
  • Het menselijke, het rationele
  • Schreef meer dab 120 stukken, 7 bewaard
  • Bekendste werken: Antigone en Oedipus Tyrannus

Slide 14 - Diapositive

Sophocles (5e eeuw v.C.)
- ingewikkelde intriges
- heldhaftige, koninklijke personages
- hamartia: misstap
- machteloos tegenover de goden
- Oedipus
Antigone
- derde speler (tritagonist)

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Euripides
  • geen dramaturgische vernieuwingen
  • Sceptische en kritische geest 
  • Een realist in personages (zwakheden tonen) en in relatie tussen god en mens (de mens is onafhankelijk en verantwoordelijk voor eigen daden)
  • Bijzondere aandacht naar de vrouw en naar de psychologie achter het handelen van mensen
  • Sophokles zei over hem: 'Ik portretteer mensen zoals ze zouden moeten zijn, Euripides zoals ze zijn.
  • Schreef 90 stukken, 19 bewaard. Was van de drie in de oudheid het minst succesvol
  • Bekendste tragedies: Medea, Bacchanten, Iphigeneia in Aulis, Trojaanse Vrouwen, Hekabe, Elektra en Hippolytus

Slide 17 - Diapositive

Euripides (5e/4e eeuw v.C.)
- mens + emoties centraal
- vrouwen komen veel voor
- Deus ex machina

Slide 18 - Diapositive

Kennis testen!

Slide 19 - Diapositive

Bij welke god ligt de oorsprong van de Griekse Tragedie?
A
Dionysos
B
Aphrodite
C
Artemis
D
Demeter

Slide 20 - Quiz

Wie bracht de eerste toneelspeler?
A
Aischylos
B
Euripides
C
Thespis
D
Sophokles

Slide 21 - Quiz

Dit is de juiste volgorde: 1. Proloog, 2. Exodos, 3. Epeisodia/stasima, 4. Parodos
KLOPT
KLOPT NIET

Slide 22 - Sondage

Welke hoort er niet tussen?
Eenheid van ...
A
Tijd
B
Handeling
C
Personages
D
Plaats

Slide 23 - Quiz

Zet het kenmerk bij de juiste persoon! 2 per toneelschrijver.
Aischylos
Sophokles
Euripides
Religieus van aard
Realist, skeptisch
Mens is onafhankelijk
Menselijke personages
Mysterieuze sfeer
Koor als lyrisch intermezzo

Slide 24 - Question de remorquage

"Antigone"
  • Tragedie van Sophokles
  • Dochter van Oedipus

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Vidéo

Wat herkennen jullie van de Griekse Tragedie in het verhaal van Antigone?

Slide 27 - Question ouverte

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive