Herhalen theorie communicatie blok 1 G1BOF

Herhalen van de stof de vakantie over communicatie blok 1 
Wat is blijven hangen 
Even weer herhalen
Uitleg integratieve eindopdracht BLOK 1 
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Herhalen van de stof de vakantie over communicatie blok 1 
Wat is blijven hangen 
Even weer herhalen
Uitleg integratieve eindopdracht BLOK 1 

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Denk je over deze onderwerpen kennis te hebben opgedaan ? Hoeveel procent denk je al te beheersen ?

Slide 3 - Question ouverte

Dan gaan we nu met wat quizvragen de theorie herhalen 


Bekijk voor jezelf over welke onderwerpen je nog te weinig weet zodat je na deze les gericht de informatie kunt opzoeken 

Slide 4 - Diapositive

Norm: Gezondheid
Waarde: Bewust gevarieerd eten en veel bewegen. Juist of onjuist ?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Diapositive

Noem een voorbeeld van iets wat jij "normaal" vindt

Slide 7 - Question ouverte

Vul het ontbrekende woord in:
Je ............. is wie jij bent: een uniek mens, anders dan andere mensen

Slide 8 - Question ouverte

Op je identiteitskaart staat informatie over jezelf . Wat staat er niet op ? onder andere: je naam, je geboortedatum, je geboorteplaats en je geslacht.
A
Je naam
B
Je beroep
C
Je geboortedatum
D
Je geslacht

Slide 9 - Quiz

Naast persoonlijke informatie maken nog een aantal kenmerken jou uniek . Noem min 2 kenmerken

Slide 10 - Carte mentale

andere kenmerken die je persoonlijke identiteit bepalen 
je afkomst (Nederlands, Surinaams, Marokkaans, Turks, Frans)
je uiterlijk (rood haar, donkere huidskleur)
je beroep (docent, kapper, chauffeur, verzorgende-IG, verpleegkundige)
je interesses en hobby's (lezen, shoppen, gamen, sporten)
je karakter (opvliegend, rustig, verlegen, vrolijk)

Slide 11 - Diapositive

Wat wordt bedoeld met sociale identiteit ?

Slide 12 - Question ouverte

sociale identiteit / groepsindentiteit 
Persoonlijke identiteit:
Je persoonlijke identiteit is datgene wat je uniek en eigen maakt. Iedereen heeft zo zijn eigen kenmerken, de unieke combinatie van je karakter en persoonlijkheid.
Sociale identiteit:
Ook de groepen waarbij je hoort, bepalen je identiteit. Uit welk gezin of welke familie kom je? Wie zijn je collega’s, in welke stad of welk land woon je? Je identiteit groeit je leven lang met je mee.
Groepsidentiteit:
Dit doe je door als groep bepaalde gedragsregels te ontwikkelen. Als groep hoor je bij elkaar, maar je verschilt van andere groepen door de regels die gelden in jouw groep. Door je aan die regels te houden, laat je zien wie je bent, en waar je bij hoort.


Slide 13 - Diapositive

Je .................... is alles waar je op teruggrijpt bij de bepaling van je huidige denken, doen en laten. Vul het ontbrekende woord in

Slide 14 - Question ouverte

Piet is ooit als 4 jarig kind geraakt door een vuurpijl met oud en nieuw . Nu hij zelf vader is verbied hij het zijn kinderen om vuurwerk af te steken . Dit is een voorbeeld van Piets referentiekader mbt vuurwerk . Bedenk een voorbeeld situatie wat jou denken heeft bepaald.

Slide 15 - Question ouverte

Socialisatie:

het proces waarbij iemand, bewust en onbewust, de waarden, normen en andere cultuurkenmerken van zijn groep krijgt aangeleerd;
“Het proces waarbij nieuwe leden van een samenleving of groepering zich de sociaal-culturele vaardigheden eigen maken.''

Slide 16 - Diapositive

Er zijn drie onderdelen in de socialisatie te onderscheiden:
Primair , secundair , tertiair
collega's horen bij .......?
A
primair
B
tertiair
C
secundair
D
geen van drie

Slide 17 - Quiz

Onderdelen socialisatie 
Primair
Het gezin waar je uit komt
Pleegouders
De woonvorm waar je in leeft
Secundair
School
Vrienden
Collega’s
Tertiair
De maatschappij

Slide 18 - Diapositive

Het aanleren van gedrag (socialisatie) kan plaatsvinden op drie terreinen:
1) Je neemt bepaalde dingen over in je omgeving, bijvoorbeeld van je ouders of.
2) Als je iets overneemt van iemand waarmee je je kan identificeren, bijvoorbeeld je vrienden.
3) Dit is wanneer je iets leert d.m.v. straffen, bijvoorbeeld als je slecht gedrag vertoont
Wat is 1-2-3 ? Hoe heet dit ?

Slide 19 - Question ouverte

Wat is het verschil tussen cultuur en natuur ?

Slide 20 - Question ouverte

cultuur en natuur 
Cultuur is alles wat door de mens is gemaakt en wordt voortgebracht, dus zowel voorwerpen (materiële cultuur) als dingen die bedacht zijn (ideeën, theorieën, wetten, normen en dergelijke). Cultuur staat daarmee tegenover natuur (Koppelingen naar een externe site.), die is ontstaan zonder ingrijpen van de mens.

Slide 21 - Diapositive

Hooligans is een voorbeeld van een subcultuur . Welke van onderstaande is geen subcultuur ?
A
skaters
B
Hiphoppers
C
Nederlanders
D
milieu activisten

Slide 22 - Quiz

Eindopdracht 
Schrijf een verhaal over jezelf. Daarbij moeten de volgende punten aan bod komen:

Introduceer jezelf.
Beschrijf minimaal 3 waarden met bijbehorende normen die jij belangrijk vindt en licht deze toe.
Geef minimaal 3 voorbeelden waaruit blijkt waar jouw identiteit door gevormd is. Ga daarbij ook in op je referentiekader en cultuur. Maak daarbij onderscheid tussen persoonlijke identiteit, groepsidentiteit en sociale identiteit.
Beschrijf jouw socialisatieproces aan de hand van 3 concrete voorbeelden. Verwerk daarbij de verschillen tussen primaire-, secundaire- en tertiaire socialisatie.
Geef minimaal 3 voorbeelden waarin je beschrijft of jouw gedrag aangeboren of aangeleerd (nature/nurture) is.
Zorg ervoor dat je verslag in correct Nederlands is geschreven.
Maak gebruik van ondersteunende foto’s en plaatjes.
Het geheel ziet er netjes en verzorgd uit.

Slide 23 - Diapositive