Self-Assessment Formative Test unit 4

Formative Self-Assessment
  1. Neem een lege bladzijde in je schrift. 
  2. Zet een horizontale lijn. Zet links een 0 en rechts een 100. Zet er A voor. 
  3. Zet met een BLAUWE PEN een streepje hoe goed jij de oefening over de present continuous hebt gemaakt. 
  4. Luister naar de toelichting van je docent.
  5. Zet met een RODE PEN een streepje hoe je denkt dat je de oefening over de present continuous hebt gemaakt. 

1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Formative Self-Assessment
  1. Neem een lege bladzijde in je schrift. 
  2. Zet een horizontale lijn. Zet links een 0 en rechts een 100. Zet er A voor. 
  3. Zet met een BLAUWE PEN een streepje hoe goed jij de oefening over de present continuous hebt gemaakt. 
  4. Luister naar de toelichting van je docent.
  5. Zet met een RODE PEN een streepje hoe je denkt dat je de oefening over de present continuous hebt gemaakt. 

Slide 1 - Diapositive

Formative Self-Assessment
  1. Zet een tweede horizontale lijn. Zet links een 0 en rechts een 100. Schrijf er B voor. 
  2. Zet met een BLAUWE PEN een streepje hoe goed jij de oefening over de present continuous/present simple hebt gemaakt. 
  3. Luister naar de toelichting van je docent.
  4. Zet met een RODE PEN een streepje hoe je denkt dat je de oefening over de present continuous/present simple hebt gemaakt. 

Slide 2 - Diapositive

Formative Self-Assessment
  1. Zet een derde horizontale lijn. Zet links een 0 en rechts een 100. Schrijf er C voor. 
  2. Zet met een BLAUWE PEN een streepje hoe goed jij de oefening over de tag questions hebt gemaakt. 
  3. Luister naar de toelichting van je docent.
  4. Zet met een RODE PEN een streepje hoe je denkt dat je de oefening over de tag questions hebt gemaakt. 

Slide 3 - Diapositive

Formative Self-Assessment
  1. Zet een derde horizontale lijn. Zet links een 0 en rechts een 100. Schrijf er D voor. 
  2. Zet met een BLAUWE PEN een streepje hoe goed jij de oefening over de quantifiers hebt gemaakt. 
  3. Luister naar de toelichting van je docent.
  4. Zet met een RODE PEN een streepje hoe je denkt dat je de oefening over de quantifiers hebt gemaakt. 

Slide 4 - Diapositive

Formative Self-Assessment
  1. Zet een derde horizontale lijn. Zet links een 0 en rechts een 100. Schrijf er D voor. 
  2. Zet met een BLAUWE PEN een streepje hoe goed jij de oefening over de quantifiers hebt gemaakt. 
  3. Luister naar de toelichting van je docent.
  4. Zet met een RODE PEN een streepje hoe je denkt dat je de oefening over de quantifiers hebt gemaakt. 

Slide 5 - Diapositive

Formative Self-Assessment
  1. Zet een derde horizontale lijn. Zet links een 0 en rechts een 100. Schrijf er FGH voor. 
  2. Zet met een BLAUWE PEN een streepje hoe goed jij de oefening over de woordjes hebt gemaakt. 
  3. Luister naar de toelichting van je docent.
  4. Zet met een RODE PEN een streepje hoe je denkt dat je de oefening over de woordjes hebt gemaakt. 

Slide 6 - Diapositive

Formative Self-Assessment
  1. Je krijgt je formatieve SO terug. 
  2.  Zet bij elke horizontale lijn met een ZWARTE PEN/POTLOOD een streepje hoe goed jij de oefening hebt gemaakt. 
  3. Maak een foto van de bladzijde met je zelfevaluatie en plaats deze op de volgende dia. 

Slide 7 - Diapositive

Upload hier de foto van jouw zelf-evaluatie.

Slide 8 - Question ouverte

Fouten verbeteren
Verbeter je fouten. Neem de zin over zodat je later kunt zien wat je de volgende keer anders gaat doen. 
timer
8:00

Slide 9 - Diapositive

Bedenk wat iemand kan doen om minder fouten te maken de bij volgende toets.
Wat gaat jou helpen de volgende keer minder fouten te maken? Wat ga jij anders doen?

Slide 10 - Question ouverte