Grootheden en eenheden

Grootheden en eenheden
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Grootheden en eenheden

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Met welk getal moet vermenigvuldigd worden om te weten hoeveel centimeter 2 meter is?
A
10
B
20
C
100
D
1000

Slide 3 - Quiz

Hoeveel kilometer is 7000 meter?
Vul alleen een getal in.

Slide 4 - Question ouverte

57 cm + 10 dm =
A
15,7 dm
B
57,1 cm
C
571 cm
D
10,57 dm

Slide 5 - Quiz

Hoe laat is het op deze klok?
A
10:25
B
09:25
C
05:47
D
06:47

Slide 6 - Quiz

Hoeveel minuten duurt 4 1/2 uur?
Vul alleen een getal in.

Slide 7 - Question ouverte

Welk rijtje klopt niet van groot naar klein?
A
jaar - maand - dag - minuut
B
jaar - uur - kwartier - seconde
C
eeuw - jaar - kwartaal - minuut
D
maand - uur - kwartaal - minuut

Slide 8 - Quiz

3 ton is...
euro
kilogram
3 000
30 000
300 000
3 000 000

Slide 9 - Question de remorquage

Zet de eenheden van gewicht van groot (links) naar klein (rechts)
kg
mg
ton
g

Slide 10 - Question de remorquage

Welk gewicht aan rozijnen is nodig voor 15 appeltaarten?
A
9 kg
B
0,9 kg
C
9000 mg
D
9000 g

Slide 11 - Quiz

Karel-Jan heeft 1,5 kg paneermeel nodig voor een recept. Hij maakt gebruik van deze aanbieding.
Hoeveel moet hij betalen?

Slide 12 - Question ouverte