Koning David
1 / 21
La durée de la leçon est: 80 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Waar of niet waar: God vond het een goed idee dat het volk Israël ook een koning wilde.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 2 - Quiz
Hoe heette de eerste koning van het volk Israël?
Slide 3 - Question ouverte
Hoe wist Samuël dat David koning moest worden?
A
hij zag dat David een goede leider was
B
hij zag dat David heel groot en sterk was
C
God zei het tegen hem
D
David was de enige die solliciteerde
Slide 4 - Quiz
Naam van het volk waar Saul en David koning over werden
A
Hebreeën
B
Israël
C
Joden
D
Arabieren
Slide 5 - Quiz
Hoe heette de vader van David?
A
Samuël
B
Saul
C
Isaï
D
Jonathan
Slide 6 - Quiz
Wat voor werk deed David toen hij tot koning gezalfd werd?
A
zanger en componist
B
soldaat
C
boer
D
schaapherder
Slide 7 - Quiz
David en Goliat.
David durft het wel. Hoe komt dat?
David durft het wel. Hoe komt dat?
A
hij denkt dat Goliat niet zo sterk is
B
hij denkt dat hijzelf sterk genoeg is
C
hij weet dat God hem zal laten winnen
D
hij wil de beloning graag hebben
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Vidéo
Wie werd een goede vriend van David?
A
Samuël
B
Salomo
C
Jonathan
D
Jozef
Slide 10 - Quiz
Hoe heet de kist waarin de twee stenen platen met de Tien Woorden?
A
Heilige ark
B
Ark van het verbond
C
Bima
D
Menora
Slide 11 - Quiz
David wordt de belangrijkste koning van Israël. Wat doet David waardoor hij zo belangrijk wordt?
A
Hij haalt de ark naar Jeruzalem
B
Hij zorgt ervoor dat er een eenheid in het land komt
C
Hij verovert de stad Jeruzalem en maakt hier de hoofdstad van
D
Hij doet al deze dingen
Slide 12 - Quiz
Voor welke godsdiensten is Jeruzalem een belangrijke stad?
A
het jodendom
B
voor jodendom, islam en christendom
C
het christendom
D
de islam
Slide 13 - Quiz
David en Goliat.
Met welk wapen verslaat David de reus?
Met welk wapen verslaat David de reus?
A
met een speer
B
met een zwaard
C
met een slinger en een steen
D
b en c zijn waar
Slide 14 - Quiz
Wat deed David met de ark van het verbond?
A
Hij verplaatste deze naar Jeruzalem
B
Hij verplaatste deze naar Hebron
C
Hij zette hem neer bij de Jordaan
D
Hij laat de ark gewoon staan.
Slide 15 - Quiz
Hoe heette de man van Batseba?
Slide 16 - Question ouverte
Wie werd Davids opvolger als koning?
A
Het kind van hem en Batseba
B
Salomo
C
Jonathan
D
Absalom
Slide 17 - Quiz
Hoe noem je het als in een land God als de belangrijkste leider wordt gezien?
A
democratie
B
theocratie
C
dictatuur
D
anarchie
Slide 18 - Quiz
Slide 19 - Vidéo
Slide 20 - Vidéo
Hoe wordt David genoemd in de bijbel?
A
de man naar Gods hart
B
Gods geliefde
C
de muzikant
D
de overspelige
