Vriendschap

Onderwerp


VRIENDSCHAP
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsBasisschoolMiddelbare schoolvmbo b, kGroep 8Leerjaar 1

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Onderwerp


VRIENDSCHAP

Slide 1 - Diapositive

Quiz-vragen over je mening
We gaan eerst kijken hoe je over vriendschap denkt.
Hoe jij denkt en voelt is natuurlijk heel persoonlijk.
Het is voor iedereen weer net iets anders.
Maar er zijn ook "vooroordelen" en "valkuilen". 
We hebben de meeste punten gegeven aan de antwoorden van de gemiddelde Nederlander en het beeld over VRIENDSCHAP.
(een antwoord is niet fout maar ongewoon)

Slide 2 - Diapositive

voorbereiding
het is misschien handig als je ondertussen wat dingen noteert
dat is straks makkelijk als je een kort briefje moet schrijven

Slide 3 - Diapositive

Wat is een vriend?
A
Iemand die veel spullen voor me koopt.
B
Iemand met wie ik leuke dingen kan doen.
C
Iemand die ik aardig vindt en die ook aardig tegen mij doet.
D
Iemand die altijd doet wat ik zeg.

Slide 4 - Quiz

Heb je vrienden?
A
Jazeker. Ik heb wel meer dan 20 vrienden!
B
Nee. Ik heb geen vrienden
C
Ik heb een paar echte vrienden.
D
Ik heb maar 1 vriend nodig en dat is mijn telefoon.

Slide 5 - Quiz


Hoe vaak spreek je af met je vrienden?

A
Nooit
B
Zo vaak mogelijk
C
Als ik daar zin in heb
D
Als ze me iets willen geven

Slide 6 - Quiz

Waar ken je je vriend(en) van?
A
Van vroeger...
B
Van school
C
Van sport/vereniging
D
Van het internet.

Slide 7 - Quiz

Hebben jij en je vrien(den) dezelfde hobby’s?
A
Gamen!
B
Nee. We houden niet van dezelfde dingen
C
Chillen!
D
Ja. We vinden vaak dezelfde dingen leuk.

Slide 8 - Quiz

Hoe begroeten jullie elkaar?
A
Ik stomp hem altijd keihard op zijn rug. Lachen man!
B
Ik zeg niks. Dat vind ik eng.
C
Ik geef hem een dikke high-five
D
Ik zeg gewoon vriendelijk "hallo"

Slide 9 - Quiz

Je vriend(in) verteld je een
liefdesgeheim.
Wat doe je?
A
Ik vertel het aan 1 of 2 andere vrienden.
B
Ik houd mijn mond. Ik wil dat hij me kan vertrouwen.
C
Ik luister niet naar mijn vriend. Dat stoort als we gamen.
D
Ik zet dit gelijk online! Lachen!

Slide 10 - Quiz

Zeg je wel eens iets onaardigs
tegen je vriend?
A
Alleen als hij geen kado voor me heeft meegenomen.
B
Ik zeg eigenlijk nooit iets tegen mijn vriend.
C
We schelden elkaar altijd uit. Dat hoort zo als je vrienden bent.
D
Nee. Eigenlijk doen we altijd aardig tegen elkaar.

Slide 11 - Quiz

Heb je wel eens ruzie met je vriend/vriendin?
A
Nooit
B
Altijd, maar hij doet ook nooit wat ik zeg.
C
Soms, maar we maken het altijd snel weer goed.
D
Ik maak nooit ruzie, maar mijn vriend wel

Slide 12 - Quiz

Kun je je vriend/ vriendin
alles vertellen?
A
Ja, natuurlijk. Daar zijn we vrienden voor.
B
Ja, natuurlijk. Maar wel jammer dat hij het altijd gelijk op internet zet.
C
Nee, ik vertel mijn vriend liever niets over mezelf.
D
Nee, mijn vriend is te dom.

Slide 13 - Quiz

Hebben jullie vaak dezelfde mening?
A
Ja, ik vind altijd alles wat hij ook vindt
B
Ja, We houden allebei van Chilli-saus
C
Niet altijd, maar we begrijpen elkaar wel.
D
Wat is dat, een mening?

Slide 14 - Quiz

Wat is jouw manier van
vrienden maken?
A
Ik ga m'n best doen zodat andere kinderen een goeie indruk van mij krijgen.
B
Ik wacht af tot dat er iemand naar mij toe komt en met me wil praten
C
Soms probeer af en toe een gesprek te voeren, maar dat mislukt vaak
D
Ik loop er naar toe en voer een gesprek! DUH!

Slide 15 - Quiz

Heb je moeite om vrienden te maken?
A
Soms, ik ben heel verlegen
B
Nee, iedereen wil met mij bevriend zijn
C
Ja altijd
D
Nee. Dat gaat eigenlijk vanzelf

Slide 16 - Quiz

Ben jij een goede vriend?
A
ja
B
nee
C
wat krijg ik er voor terug?

Slide 17 - Quiz

Jouw vriend(in) ligt ziek op bed.
Ze kan niet naar school. Wat doe jij?
A
Je besteedt geen aandacht aan hem. Als hij met je wilt praten, komt hij maar naar je toe
B
Je wacht tot hij weer op school is.
C
je gaat hoe dan ook bij hem langs, en neemt wat lekkers mee.
D
Je belt hem of haar op en wenst hem beterschap

Slide 18 - Quiz

Je vriend(in) en jij hebben ruzie.
Wat doe jij?
A
Je blijft stomme appjes sturen. Moet hij maar reageren!
B
je negeert hem een tijdje. Hij zal ooit wel eens normaal gaan doen
C
Je trekt elke vriend(in) erbij en zet iedereen tegen haar op!
D
Je voelt je naar en kan je niet concentreren. Stiekem wil je het snel goed maken

Slide 19 - Quiz

Je wilt afspreken met je vriend(in), maar hij heeft al iets afgesproken
met een ander...
A
Je zegt dat je het jammer vindt dat hij je laat vallen
B
Je stelt voor om ook te komen. Gezellig toch?
C
Je zegt dat je het begrijpt. Je wenst ze veel plezier
D
Je klikt je telefoon uit. Dan niet!

Slide 20 - Quiz

Hoe zou je jezelf omschrijven als vriend?
A
'Vaak met zichzelf bezig, maar is er wel voor je
B
Ik geef niet veel om je
C
Troost je als je verdriet hebt, en praat veel met je
D
Altijd vrolijk, zorgzaam en zorgt dat je altijd happy bent

Slide 21 - Quiz

Goed gedaan!

Slide 22 - Diapositive

Schrijfoefening
- Denk aan je beste vriend/in (Hij/zij moet een speciaal iemand voor je zijn).
- We doen een activiteit door een tekst over je vriend/in te schrijven. 
- Open op jouw computer en schrijf jouw tekst in een WORD-document.
- Schrijf jouw tekst met de volgende informatie:

Slide 23 - Diapositive

Persoonlijke informatie:
1. Naam, leeftijd en waar hij/zij woont, waar hij/zij geboren is
2. Hoe hebben jullie elkaar ontmoet?
3. Wat is de grootste kwaliteit van je vriend/in?
4. Wat vind je het coolste aan je vriend/in?
5. Wat vind je niet cool aan je vriend/in?
6. Wat doen jullie meestal samen?

Slide 24 - Diapositive

Vertel ook...
7.  Vertel iets leuks dat jullie samen hebben gedaan
8. Als jij en je vriend(in) op avontuur zouden kunnen gaan, wat zou dat dan zijn en waar zouden jullie naartoe willen reizen?
9. Kies een titel voor jouw tekst.
*Stuur jouw tekst per e-mail naar de docent:
                 p.h.j.panis@wvoranje.nl

Slide 25 - Diapositive

Goed Gedaan!
Tot volgende keer ; )

Slide 26 - Diapositive