Start + Rotterdam: Vernieuwing van het stadscentrum

Welkom H3C
Ga op je nieuwe vaste plek zitten
RAAM RAAM RAAM RAAM RAAM

BORD BORD BORD BORD BORD BORD BORD BORD docent docent docent
Charlotte + Angel
Sofie + Rick
Menno + Elise
Bryan + Aeron
Aylan + Tim
Marit + Jelle
Jarmo
Job + Tomas
Youri + Jeffrey
Vero
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Welkom H3C
Ga op je nieuwe vaste plek zitten
RAAM RAAM RAAM RAAM RAAM

BORD BORD BORD BORD BORD BORD BORD BORD docent docent docent
Charlotte + Angel
Sofie + Rick
Menno + Elise
Bryan + Aeron
Aylan + Tim
Marit + Jelle
Jarmo
Job + Tomas
Youri + Jeffrey
Vero

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Lien

Leerdoelen
  • hoe je de leefbaarheid van Nederland kan verbeteren door de inrichting te veranderen
  • hoe de stadsdriehoek van Rotterdam ontstond

Slide 3 - Diapositive

Vandaag
- Oriëntatie op hoofdstuk 2
- Opdracht zelfstandig / duo / klassikaal
- Start lezen / uitleg Binnenstad
- Aan de slag
-  Afronden

Slide 4 - Diapositive

Leefbaarheid
Mate waarin een woonwijk geschikt is om er te leven.

Slide 5 - Diapositive

Pak je aantekeningenschrift

Slide 6 - Diapositive

Beantwoord in stilte de volgende vragen in je schrift:
1. Wat is volgens jou belangrijk voor de leefbaarheid in een gebied?
2. Wat is er dan belangrijk in een stadscentrum? 
3. En in een woonwijk?
4. Denk je dat er een zelfde mate van leefbaarheid geldt voor het stadscentrum van een stad als een woonwijk? Leg je antwoord uit.
5. Noem een overeenkomst tussen de leefbaarheid van de stad en een woonwijk.
6. Kan je ook een verschil noemen? Zo ja, leg uit.

Leefbaarheid
Mate waarin een woonwijk geschikt is om er te leven.
timer
4:00
Klaar? 
Lees de tekst ' Binnenstad' op blz. 24 van het lesboek

Slide 7 - Diapositive

Aan de slag: 

Maak de start van hoofdstuk 2. 
Zorg ook dat je de inkleur opdracht hebt gemaakt 
Leefbaarheid
Mate waarin een woonwijk geschikt is om er te leven.
timer
10:00
Klaar? 
Lees de tekst ' Binnenstad' op blz. 24 van het lesboek

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Aan de slag: 

Maak de start van hoofdstuk 2. 
Zorg ook dat je de inkleur opdracht hebt gemaakt 
Leefbaarheid
Mate waarin een woonwijk geschikt is om er te leven.
timer
10:00
Klaar? 
Lees de tekst ' Binnenstad' op blz. 24 van het lesboek

Slide 11 - Diapositive

Dimensies - Je kunt op verschillende manieren naar een gebied kijken.. 

Slide 12 - Diapositive

Sommige steden in Europa hebben zoveel overeenkomsten, dat je er een model van kunt maken. 
Historische binnenstad= de kern van de stad met de historische gebouwen. Werken, winkelen en uitgaan is hier het belangrijkste. 
Stadscentrum/centrale zakenwijk/Central Business District (CBD) = Het gebied met kantoren, winkels en uitgaansgelegenheden. 
Oude woonwijken= vlakbij de oude fabrieken werden deze wijken aangelegd voor de arbeiders. 

Slide 13 - Diapositive

Hoe is het stadscentrum van Rotterdam ontstaan? 

Slide 14 - Diapositive

1652

Slide 15 - Diapositive

Hoe is het stadscentrum van Rotterdam ontstaan? 

Slide 16 - Diapositive

Hoe is het stadscentrum van Rotterdam ontstaan? 

Slide 17 - Diapositive

Aan de slag: 

Maak de volgende opdrachten van paragraaf 1 op blz. 23 van het werkboek:
2, 3 en 4 

Slide 18 - Diapositive

Sleep in de juiste volgorde van de geschiedenis
Oud
Nieuwste

Slide 19 - Question de remorquage

Welke uitspraak is juist?
A
De historische binnenstad hoort bij het stadscentrum.
B
De begrippen binnenstad en stadscentrum betekenen hetzelfde.

Slide 20 - Quiz

Welke uitspraak is juist?
A
Het stadscentrum is meestal groter dan de historische binnenstad.
B
Een centraal station bevindt zich meestal in de historische binnenstad.

Slide 21 - Quiz

Welke uitspraak is juist?
A
De begrippen centrale zakenwijk, central business district en stadscentrum betekenen hetzelfde.
B
Een centraal station bevindt zich meestal net buiten het stadscentrum.

Slide 22 - Quiz