Luchtwegen en longen

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 1

Anfy lesweek 6

Luchtwegen en longen

Toets anfy is op woensdag 5 april!!

Gaat over alle spijsverteringsorganen + hart + luchtwegen en longen

Luchtwegen en Longen

Ademhalingsstelsel

Het hele Ademhalingsstelsel is een...

1. Orgaan
2. Orgaanstelsel
3. Weefsel
4. Organisme

Mondholte

Mondholte meer lucht inademen in een korte tijd

Functie: Klank vorming zoals zingen en fluiten 

Nadeel: geen zuivering, bevochtiging, 

verwarming, keuring

Neusholte 

Neusharen houden grote stofdeeltjes tegen.

De neusholte is bekleed met neusslijmvlies. 

Neusslijm: kleine stofdeeltjes en 

ziekteverwekkers blijven kleven aan het slijm.

Trilharen: Verplaatsen het slijm naar de keelholte

Reukzintuig: zit boven in je neusholte

In de neusholte wordt de ademlucht:

1. Gedroogd, verwarmd, gereinigd en gekeurd
2. Bevochtigd, gekoeld, gereinigd en gekeurd
3. Gedroogd, gekoeld, gereinigd en gekeurd
4. Bevochtigd, verwarmd, gereinigd en gekeurd

Keelholte en strottenhoofd

In de keelholte zitten de huig en het strottenklepje.

De huig: sluit de neusholte af als je voedsel inslikt. 

De strottenklep:sluit de luchtpijp af.

In het strottenhoofd zitten de stembanden.

Bij ademhalen is...

1. Zowel de huig als het strotklepje is dicht
2. De huig is open het strotklepje is dicht
3. zowel de huig als het strotklepje is open
4. De huig is dicht, het strotklepje is open

De huig sluit de luchtpijp af tijdens het slikken..

1. Juist
2. Onjuist

De functie van de huig is:

1. De neusholte afsluiten tijdens ademen
2. De neusholte afsluiten tijdens slikken
3. De luchtpijp afsluiten tijdens ademen
4. De luchtpijp afsluiten tijdens slikken

Luchtpijp en bronchiën

De luchtpijp is een holle buis die aansluit op het strottenhoofd.

Kraakbeenringen: zorgen voor de stevigheid van de luchtpijp.

De luchtpijp is bedekt met slijmvlies.

Bronchiën 

De luchtpijp splitst zich in 2 takken: de hoofdbronchiën

Ze vertakken zich in steeds kleinere buisjes  (bronchiolen) en eindigen in longblaasjes

Bronchiolen: geen kraakbeen, inademing verwijden en uitademing vernauwen deze  bevordert de uitdrijving van lucht

De wanden van de bronchiën 

en longblaasjes zijn bedekt met slijmvlies

Longblaasjes

Longblaasjes: zorgen voor de uitwisseling van zuurstof en koolstofdioxide

De kleinste luchtwegen zijn de:

1. Trachea
2. Bronchien
3. Bronchiolen
4. Carina

De longblaasjes

1. geven slijm af
2. zorgen voor bescherming van de longen
3. nemen zuurstof op

Ademhaling

Ventilatie komt tot stand door:

Inademen (inspiratie)

Uitademen (expiratie)

Middenrif (diafragma)

Gespierde/pezige plaat

Scheidt borstholte/buikholte

Longen zitten vast omdat het borstvlies met het diaframa vergroeid is

De inademing

Bij inademen trekken de ademhalingsspieren zich samen, waardoor het middenrif platter wordt

Dit vergroot de inhoud van de longen, die via luchtpijp, neus en mond lucht opzuigen

Bij uitademen ontspannen de ademhalingsspieren waardoor het middenrif  in een koepel omhoog wordt geduwd. Lucht wordt uit de longen via de luchtpijp geperst

Buikademhaling

Buikademhaling bijna altijd bij rustig ademhalen

Ademhalingspieren

Hulpademhalingsspieren  extra diep ademhalen

Borstademhaling:

Trekken de tussenribspieren samen. 

de borstkas gaat omhoog en wordt groter, waardoor er lucht in de longen wordt gezogen. 

Tijdens het ademhalen kan je ook de borst naar voren en omhoog zien bewegen

HIKKEN

Hikken komt doordat het middenrif zich plotseling krampachtig samentrekt.

Er ontstaat een geforceerde inademing.