Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.
La durée de la leçon est: 90 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
longblaasjes
longen
brochiën
brochiolen
luchtpijp
Slide 4 - Question de remorquage
Slide 5 - Diapositive
Longvlies en borstvlies
Deze twee vliezen 'plakken' tegen elkaar aan, doordat er vocht tussen zit. Door dat vocht kunnen ze langs elkaar schuiven. Als er lucht bij komt laat het longvlies los van het borstvlies en klapt de long helemaal in.
Slide 6 - Diapositive
Diffusie
Door diffusie gaat O2 door de cellen van de longblaasjes en de haarvaten naar de rode bloedcellen. Die bevatten hemoglobine, dat O2 bindt.
CO2 gaat (ook door diffusie) van het bloed naar de lucht in de longblaasjes.
Slide 7 - Diapositive
In de longen..
A
gaan zuurstof en CO2 het bloed in
B
gaan zuurstof en CO2 het bloed uit
C
gaat zuurstof het bloed in en CO2 het bloed uit
D
gaat zuurstof het bloed uit en CO2 het bloed in
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Diapositive
Diffusie van een stof gaat altijd...
A
van een hoge naar een lage concentratie, vanzelf
B
van een lage naar een hoge concentratie, vanzelf
C
van een hoge naar een lage concentratie, kost energie
D
van een lage naar een hoge concentratie, kost energie
Slide 10 - Quiz
Slide 11 - Vidéo
Welke spieren hebben welke taak?
Inademen
Uitademen
Binnenste tussenribspieren
Buitenste tussenribspieren
Midden-rif
Buikspieren
Nekspieren
Slide 12 - Question de remorquage
Slide 13 - Diapositive
Filmpje
duurt meer dan 12 minuten... ga er maar lekker voor zitten ;-)
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Vidéo
Waar zit het ademcentrum in de hersenen en wat is de belangrijkste prikkel voor het ademcentrum?
A
grote hersenen, concentratie O2 in bloed
B
grote hersenen, concentratie CO2 in bloed
C
hersenstam,
concentratie O2 in bloed
D
hersenstam,
concentratie CO2 in bloed
Slide 16 - Quiz
Je ziet een paar dingen gebeuren...
Valerio ging hyperventileren. De CO2 concentratie wordt dan te laag en de O2 concentratie te hoog in zijn bloed.
Dennis ademde lucht zonder zuurstof.
Hierdoor gingen zijn hersenen steeds slechter functioneren.
Toch ging hij niet steeds sneller ademen. Blijkbaar is er iets anders dan O2 dat de ademhaling beïnvloedt.
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Op de helft
Het ging over:
Bouw van de longen
Ademhalingsspieren
Diffusie
Ademcentrum
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Diapositive
Waarom is het beter om door je neus te ademen dan door je mond?
Slide 23 - Question ouverte
Slide 24 - Vidéo
ASTMA
Slide 25 - Diapositive
Slide 26 - Diapositive
Kan door roken astma worden veroorzaakt? En COPD?
A
Alleen Astma
B
Alleen COPD
C
Beide
D
Geen van Beide
Slide 27 - Quiz
Twee ziekten van het ademhalingsstelsel zijn astma en COPD. Bij welke van deze ziekten zijn de luchtwegen steeds ontstoken?
A
alleen bij astma
B
alleen bij COPD
C
bij astma en bij COPD
D
bij geen van beiden
Slide 28 - Quiz
Twee ziekten van het ademhalingsstelsel zijn astma en COPD. Bij welke van deze ziekten versmelten in een later stadium de longblaasjes en heb je continu extra zuurstof nodid?
A
alleen bij astma
B
alleen bij COPD
C
bij astma en bij COPD
D
bij geen van beiden
Slide 29 - Quiz
Planten
Planten doen ook aan gaswisseling, ze kunnen CO2 en O2 uitwisselen met hun omgeving.
Even opfrissen...
Slide 30 - Diapositive
Fotosynthese
Zonlicht
Koolstofdioxide
Glucose
Zuurstof
Water
Slide 31 - Question de remorquage
Slide 32 - Diapositive
Waarom gaat een plant dood als hij zijn huidmondjes continu gesloten heeft?
Slide 33 - Question ouverte
Slide 34 - Diapositive
Hoe kan een plant zich beschermen tegen uitdroging?