1.2 Onderzoeken

1.2 Onderzoeken
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

1.2 Onderzoeken

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wat de wetenschappelijke methode is.
  • Je kunt uitleggen hoe je veilig kunt waarnemen bij een onderzoek.
  • Je kunt beschrijven wat een grootheid en wat een eenheid is.
  • Je kunt uitleggen wat een indicator is.

Slide 2 - Diapositive

De natuurwetenschap en de niet-levende natuur
De natuurkunde en de scheikunde bestuderen de niet-levende natuur.

Slide 3 - Diapositive

De wetenschappelijke methode
  • Onderzoeksvraag
  • Hypothese
  • Experiment bedenken
  • Uitvoeren
  • Resultaten verzamelen
  • Conclusie 

Slide 4 - Diapositive

Nask: waarnemen



        zien                     horen              ruiken            voelen           proeven
(maar dat is niet altijd handig..)

Slide 5 - Diapositive

Nask: meten

Slide 6 - Diapositive

Nieuwe en verbeteren van producten

Met behulp van een kwaliteitsonderzoek worden nieuwe producten getest.

Slide 7 - Diapositive

Wat is een grootheid?
Een grootheid is een eigenschap die je kunt meten.
Een voorbeeld is lengte. 

Slide 8 - Diapositive

Noem een grootheid.
(wat kun je meten?)

Slide 9 - Carte mentale

Wat is een eenheid?
De eenheid is de maat waarin je een grootheid meet.
De eenheid komt achter een getal te staan.

Slide 10 - Diapositive

Noem een eenheid
van lengte

Slide 11 - Carte mentale

Wat is een grootheid en wat is een eenheid?
Grootheid
Eenheid
lengte
oppervlakte
seconde
kilogram
snelheid
centimeter
uur
tijd
kilometer
gewicht
hectare

Slide 12 - Question de remorquage

40 mm=.......m
A
0,004
B
0,04
C
4
D
400

Slide 13 - Quiz

45,98 hm=......cm
A
0,04598
B
4598
C
45980
D
459800

Slide 14 - Quiz

8 m = ........ km
2[?]
2
A
0,000008
B
0,008
C
8000
D
8000000

Slide 15 - Quiz

1.4 Onderzoek doen
  • Doen van onderzoek is experimenteren. 3 stappen
  1. Bedenken en voorbereiden --> waarnemen + onderzoeksvraag + werkplan opstellen
  2. Uitvoeren --> werkplan uitvoeren
  3. Uitwerken en presenteren  --> conclusie / resultaten verwerken in diagram (volgende dia)

Slide 16 - Diapositive

Hoe doe je onderzoek?
Voorbereiden
Je maakt een werkplan.
  • Wat heb ik nodig?
  • Wat ga ik doen?

Uitvoering
Je voert het werkplan uit. Je kijkt/voelt goed wat er gebeurd. 

Afsluiting
Conclusie = antwoord op je onderzoeksvraag
Je maakt een proefverslag

Slide 17 - Diapositive

Geef de betekenis van experimenteer.
A
uitproberen
B
onderzoek
C
uitzoeken
D
inspecteren

Slide 18 - Quiz

In je conclusie geef je antwoord
op de onderzoeksvraag
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quiz

wat is een onderzoeksvraag
A
Daarin staat wat je wilt ontdekken.
B
Dat de dokter je gaat onderzoeken
C
Dat het 100 graden Celsius is.
D
Dat de leerkracht beter moet opletten

Slide 20 - Quiz

In welke volgorde doe je natuurwetenschappelijk onderzoek?
Onderzoeksvraag
Hypothese
Benodigdheden
Werkwijze
Resultaten
Conclusie

Slide 21 - Question de remorquage

1.3 onderzoek doen
In welke volgorde doe je biologisch onderzoek?
Wat wil ik onderzoeken?
Wat is mijn hypothese?
Wat moet ik doen?
Wat heb ik nodig?
Wat zijn mijn resultaten?
Wat is mijn conclusie?

Slide 22 - Question de remorquage

1. 
2. 
3. 
4. 
5. 
6. 
7. 
8
Oriënteer
Analyseer gegevens
Trek conclusies
Stel onderzoeksvraag
Deel bevindingen
Verzamel gegevens
Ontwikkel onderzoeksplan
Het bedenken van nieuwe vragen

Slide 23 - Question de remorquage