#331 Leesdossier/ Straattaal quiz/ publiekgerichtsheid

Welkom bij Nederlands
Nodig:
Laptop
timer
5:00
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Welkom bij Nederlands
Nodig:
Laptop
timer
5:00

Slide 1 - Diapositive

boek lezen 
timer
8:00

Slide 2 - Diapositive

Programma
Iedere tekst is bestemd voor een publiek: publieksgerichtheid.
Je taal stem je af op je publiek.
Vandaag een quiz voor jongeren over straattaal.

Aan het einde van de les:
  • weet je wat leenwoorden zijn; 
  • begrijp je de betekenis van verschillende uitdrukkingen.

Slide 3 - Diapositive

Leenwoorden
Als mensen uit verschillende landen met elkaar in contact komen, maken ze kennis met nieuwe dingen. Denk maar aan een gerecht, kledingstuk of techniek. Daarvoor bestaan in hun eigen taal nog geen woorden. Vaak wordt het woord uit de vreemde taal dan overgenomen.
Een woord dat uit een andere taal komt, noem je een leenwoord.
Het Nederlands heeft veel leenwoorden. 






Straattaal, een vorm van jongerentaal, is de mengtaal die jongeren van verschillende culturele en sociale achtergronden in het dagelijks leven spreken op school en op straat, naast de standaardtaal van het land waar ze wonen.

Slide 4 - Diapositive

Fawaka broeders!
Wij gaan starten met de straattaal quiz.

Slide 5 - Diapositive

Wat is straattaal nou
eigenlijk?

Slide 6 - Carte mentale

Straattaal:
Het taalgebruik van jongeren in grote meertalige steden die Nederlandse woorden en uitdrukkingen vervormen of vervangen door materiaal uit andere talen zoals bijvoorbeeld het Sranan (Surinaamse taal), Marokkaans (Arabisch en/of Berber) en/of (Amerikaans-) Engels.

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

jullie

Slide 9 - Diapositive

Ronde 1
Wat woorden

 Welke kennis heb jij?

Slide 10 - Diapositive

Merel geeft Hassan een "boks". Merel geeft Hassan dus een.....?

A
stomp
B
een konijnenhok
C
broek
D
hand/vuist

Slide 11 - Quiz

De leraar werd "broeia" toen zijn koffiemok werd omgestoten door Pieter. "Broeia" betekent?

A
nat
B
boos
C
bedroefd
D
blij

Slide 12 - Quiz

Tel op! Een "doezoe" plus een "barki" plus een "donni" is...?


A
1110
B
110
C
1100
D
111000

Slide 13 - Quiz

De fietsenmaker maakte een "fatoe". Wat maakte de fietsenmaker?



A
een fiets
B
een grapje
C
een Facebook bericht
D
een fietsdynamo

Slide 14 - Quiz

Als je aboengsie bent dan ben je..
A
heel gierig
B
bang
C
jarig
D
lang

Slide 15 - Quiz

Darrel heeft een enorme hekel aan "Ibahesj". Darrel heeft een enorme hekel aan:

A
bumperklevers
B
zweetvoeten
C
politie
D
voortijdig schoolverlaters

Slide 16 - Quiz

"Mi gado", wat lekker! "Mi gado" betekent?
A
mijn God
B
mijn hemel
C
Indisch gerecht
D
gelukkig

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Vidéo

Tab je lip
A
je lippenstift bijwerken
B
je lip aantikken
C
je mond houden
D
iemand een zoen geven

Slide 19 - Quiz

Ronde 2


Wie staat er op de foto?

Slide 20 - Diapositive

Wie staat er op de foto?

Slide 21 - Question ouverte

wie staat er op de foto?

Slide 22 - Question ouverte

wie staat er op de foto?

Slide 23 - Question ouverte

Wie staat er op deze foto?

Slide 24 - Question ouverte

Wie staat er op deze foto?

Slide 25 - Question ouverte

Wie staat er op deze foto?

Slide 26 - Question ouverte

Ronde 3
We gaan de betekenis van een aantal woorden uit songteksten 'raden'.

Slide 27 - Diapositive

Die fissa was tantoe hard, door al die dope pokoes!
A
Dat feest duurde tot zo laat, door al die dure drankjes!
B
Dat feest was heel leuk, door al die gave nummers!
C
Dat festival liep zo uit de hand, door al die drugs!

Slide 28 - Quiz

''Ik zie die ibahesj weer, dus ik laat die gannoe beter thuis, want dalijk checken ze weer.''- Josylvio
A
''Ik zie die ibahesj weer, dus ik laat die gannoe beter thuis, want dalijk checken ze weer.''- Josylvio
B
Ik zie de politie weer, dus ik laat mijn wapens thuis, dalijk controleren ze me weer.
C
Ik zie die eikel weer, dus ik laat mijn vriendin beter thuis, want anders bekijken ze haar weer

Slide 29 - Quiz

Kill, geef me affoe van je chiba.
A
Gozer, geef me het laatste trekje van je joint.
B
Broer, geef me een stukje van je eten.
C
Neef, geef me een trekje van je sigaret.

Slide 30 - Quiz

''Zie ik wil peng tings 'pon road, nu heb ik peng tings on hold'' - Ronnie Flex
A
Ik wil knappe vrouwen onderweg, nu zet ik knappe vrouwen in de wacht.
B
Ik wil een geweer mee op reis, nu heb ik een geweer bij me.
C
Ik wil lekker eten onderweg, het lekkere eten wacht op me.

Slide 31 - Quiz

No spang, er zit nog gas in die whip.
A
Geen stress, er zit nog benzine in de auto.
B
Geen zorgen, ik heb nog genoeg energie.
C
Ze is niet knap, maar heel bijdehand

Slide 32 - Quiz

''Ik beef met je peki''- Sevn Alias
A
Ik rooster je kip
B
Ik maak ruzie met je vriend
C
Ik maak ruzie met je vrouw

Slide 33 - Quiz

Ronde 4
Wat weet jij over straattaal?

Slide 34 - Diapositive

Wanneer is straattaal ontstaan?
A
eind 20e eeuw
B
eind 19e eeuw
C
Begin van het jaar 2000

Slide 35 - Quiz

Uit welke taal is het woord 'Doekoe' afgeleid?
A
Antiliaans
B
Surinaams
C
Marrokaans
D
Turks

Slide 36 - Quiz

Hoe komt het dat veel jongeren straattaal overnemen?
A
Het wordt gebruikt in songteksten
B
Jongeren zijn gevoelig voor populariteit en nemen dit van elkaar over.
C
Jongeren die straattaal spreken zijn vaak tweetalig opgevoed en leren dit thuis.

Slide 37 - Quiz

Straattaal heeft vaak te maken met seks, relaties, geld en geweld. Hoe komt dit?
A
Straattaal hoort bij een machocultuur.
B
De mensen die straattaal hebben bedacht vonden dat belangrijke onderwerpen.
C
De nummers die worden gemaakt gaan over dit soort onderwerpen.
D
Meer mannen dan vrouwen spreken straattaal.

Slide 38 - Quiz

Eind quiz


Schrijf een verhaaltje met minimaal tien straattaalwoorden.


Zo snel naar osso of nog een paar uurtjes scorro?!?
timer
10:00

Slide 39 - Diapositive