Examentraining mavo: Puberbrein

Starttaak
Lees in je boek de tekst Puberbrein op blz. 168-170.
Onderstreep in elke alinea de belangrijkste zin. 
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Starttaak
Lees in je boek de tekst Puberbrein op blz. 168-170.
Onderstreep in elke alinea de belangrijkste zin. 

Slide 1 - Diapositive

Wat is het onderwerp van de tekst ‘Puberbrein’?
A
de persoonlijkheids-structuur van pubers
B
de verandering van de hersenen bij pubers
C
het impulsief handelen door pubers
D
het onderzoek naar afbraak van zenuwcellen

Slide 2 - Quiz

Welke twee manieren worden in alinea’s 1 en 2 gebruikt om de tekst in te leiden? Door...
A
een actuele gebeurtenis te noemen + een anekdote te geven
B
een anekdote te geven + een conclusie te trekken
C
een conclusie te trekken + een deskundige te introduceren
D
een deskundige te introduceren + probleem te benoemen

Slide 3 - Quiz

Welke conclusie past het beste bij alinea 3?
A
De hersenen groeien na je kleutertijd niet meer, maar ontwikkelen zich nog wel.
B
De hersenwetenschap blijkt een onbekende, verrassende wetenschap te zijn.
C
De omvang van de hersenen groeit tot je tweeëntwintigste levensjaar.
D
De technieken in de hersenwetenschap zijn sinds 1990 hopeloos verouderd.

Slide 4 - Quiz

In alinea 4 wordt gezegd dat in een aantal delen van de hersenen neuronen afsterven. Wat is volgens de tekst het voordeel van het afsterven van deze neuronen?

Slide 5 - Question ouverte

“(...) toonde Cathy Price aan dat de twee soorten intelligentie nauw verband houden met de manier waarop hersencentra uitgebouwd of juist afgebroken werden.” (regels 79-83)
--- Welke twee soorten intelligentie worden hier volgens de tekst
bedoeld?

Slide 6 - Question ouverte

Welk ander woord voor ‘afbraak en opbouw’ kom je tegen in alinea 6?

Slide 7 - Question ouverte

Boven welke alinea past het kopje Intelligentie het beste?
A
5
B
6
C
7
D
8

Slide 8 - Quiz

Wat wil het voorbeeld van Gage
(alinea 9) ons vooral vertellen?
A
De frontaalkwabben blijken belangrijk te zijn voor de sociale vaardigheden.
B
De moderne neurowetenschap bestaat nog geen tweehonderd jaar.
C
Een hersenbeschadiging heeft een akelige karakterverandering tot gevolg.
D
Gage had na het ongeluk zijn egoïstische driften niet meer onder controle.

Slide 9 - Quiz

De laatste alinea heeft twee functies. Welke twee functies zijn dit?
A
een conclusie geven en een samenvatting geven
B
een nieuw gegeven bespreken en een conclusie geven
C
een samenvatting geven en een toekomstverwachting uiten
D
een toekomstverwachting uiten en een nieuw gegeven bespreken

Slide 10 - Quiz

Wat is het belangrijkste doel van deze tekst? De tekst wil de lezer...
A
ervan overtuigen dat pubers niets aan hun gedrag kunnen doen.
B
ervan overtuigen dat het impulsieve handelen van pubers tijdelijk is.
C
informeren over de hersenverandering bij pubers.
D
informeren over de persoonlijkheidsstructuur van pubers.

Slide 11 - Quiz