HV1 + V1 NN6 H5 Voorzetsel en H6 bijwoord

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

week 19

Cursus 5, §10 Voorzetsel Leerroute A: 2, 5, 7AB 

Leerroute B: 2, 5, 7B 

Leerroute C: 2, 5, 7C 

§10 voorzetsel 

§11 bijwoord

Les 2:

Herhaling grammatica

Tijdens keuzeworkshop maandag, donderdag en vrijdag:

Leestoets 2

Cursus 5, §10 Voorzetsel

Leerroute A: 2, 5, 7AB

Leerroute B: 2, 5, 7B

Leerroute C: 2, 5, 7C

Cursus 5, §12 Bijwoord

Leerroute A: 1, 2, 3, 8AB

Leerroute B: 1, 2, 3, 8B

Leerroute C: 1, 3, 8C

week 19

Cursus 5, §12 Bijwoord

Leerroute A: 1, 2, 3, 8AB

Leerroute B: 1, 2, 3, 8B

Leerroute C: 1, 3, 8C 

Week 19:Tijdens keuzeworkshop maandag, donderdag en vrijdag:

Leestoets 2 

Afsluiting

Cursus 1 Lezen §5 t/m §7 (tijdens keuzeworkshops, week 16, 19, 20)

Cursus 5 Grammatica §7 t/m §12 (tijdens instructies week 20, herkansing in workshops van week 21 tijdens de volgende ED

Let op: je mag maar 1x per week een toetsje Lezen én een toetsje Grammatica maken.

  

Voor beide toetsjes heb je twee kansen (en een derde kans tijdens de volgende Eigenwijze Dagen).

Let op: je mag maar 1x per week een toetsje Lezen én een toetsje Grammatica maken.

Voorzetsels:

Week 20

Les 1:

Toetsmogelijkheid Grammatica 1

Tijdens keuzeworkshop maandag

Leestoets 3 

Lesdoelen:

- Ik kan het voorzetsel in een zin herkennen. 

- Ik kan het bijwoord in een zin herkennen

voorzetsels

Soms vormt een voorzetsel een vaste combinatie met een werkwoord: hopen op, denken aan, genieten van.

Soms vormen voorzetsels een vaste combinatie met een zelfstandig naamwoord. Zo’n combinatie heet een voorzetseluitdrukking: bij wijze van, in antwoord op, in overleg met.

Voorzetsel

Voorzetsels: voorzetsels kunnen een tijd, plaats of reden aangeven.

Voorzetsels van tijd

Tijdens, voor, na, sinds, over.

Voorzetsels van plaats

Denk aan de kooi:

in, op, naast, onder, achter, tussen, met, boven enz.

Voorzetsels van reden

Vanwege, wegens, door

Bijwoord

Aan de slag!

>>  Maak H5 voorzetsel:  S, 1, 2, 3, 4, 8B

>> Maak H6 bijwoord: S, 1, 2, 3, 4, 8B

>> Stel je vragen!

Klaar?

Volg de studiewijzer

•Ik ga direct aan het werk en  blijf aan
het werk.

•Als ik een vraag heb, stel ik
die FLUISTEREND aan mijn
docent.

Let op:

       > bij score onder 60%

       > als je dat met mij hebt afgesproken.

Check leerdoel(en)

- Je kunt een voorzetsel en bijwoord 

herkennen in de zin.

Waarom heb je vandaag niemand voor je feestje uitgenodigd?

Bonus: wel, even