examencoach

Examencoach






Ilias Bouttaouane
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
WelzijnMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Examencoach






Ilias Bouttaouane

Slide 1 - Diapositive

Schrijf 7/8 op als decimaal getal.
A
0,875
B
0,78
C
0,7800
D
0,125

Slide 2 - Quiz

8kwadraat =
A
16
B
2,83
C
8
D
64

Slide 3 - Quiz

Jochem laat 4500 A4’tjes enkelzijdig kopiëren.

Wat zijn de kosten van het kopiëren?
A
100
B
198
C
189
D
245

Slide 4 - Quiz

Mike laat zijn gordijn stomen.
Het gordijn is 5 m bij 3 m.

Hoeveel moet Mike betalen voor het stomen van het gordijn?
A
15
B
47,25
C
25,47
D
1,5

Slide 5 - Quiz

Sjef maakt aardappelgratin voor 20 personen.

Hoeveel kilogram aardappels heeft Sjef nodig?
A
3750
B
3,75
C
750
D
7350

Slide 6 - Quiz

Hoeveel procent van de vmbo-leerlingen doet vmbo-tl?
Rond het antwoord af op hele procenten.
A
54
B
36
C
45
D
63

Slide 7 - Quiz

De scooter kan met een volle tank 150 km rijden.

Hoeveel liter benzine past er in de tank?
A
2,8
B
5,7
C
3,5
D
4,2

Slide 8 - Quiz

In 2011 trok bioscoop CineView 154.000 bezoekers.
In 2012 trok CineView 139.000 bezoekers.

Met hoeveel procent is het aantal bezoekers gedaald?
Rond het antwoord af op hele procenten.
A
10
B
20
C
15
D
25

Slide 9 - Quiz

Mario koopt goten voor zijn zwembad.
De goten komen langs de zijkanten van het zwembad.

Hoeveel kosten de goten in totaal?

A
30
B
800
C
400
D
60

Slide 10 - Quiz

Arianne belt 23 minuten met een vriendin.
De kosten van het telefoongesprek berekent ze met de formule:

kosten = € 0,10 + aantal minuten × € 0,29.

Hoeveel betaalt Arianne voor het telefoongesprek met haar vriendin?
A
6,77
B
4,75
C
67,70
D
3,85

Slide 11 - Quiz

Lesley, Janneke en Maarten rijden 245 km van Rotterdam naar Groningen.
Lesley rijdt een vijfde van de rit.
Janneke en Maarten rijden allebei evenveel van de rest van de rit.

Hoeveel kilometer rijden Janneke en Maarten ieder?

A
196
B
98
C
49
D
200

Slide 12 - Quiz

Hoeveel moet je afrekenen voor de boodschappen?
A
24,90
B
24,40
C
24
D
23,90

Slide 13 - Quiz