procenten

lesopbouw
-instructie procenten lesson-up 20 min
- toets procenten in Got-it 10 min
- verder met eigen ontwikkeling in Got-it 10 min
 - afronding les in lesson-up 5 min
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

lesopbouw
-instructie procenten lesson-up 20 min
- toets procenten in Got-it 10 min
- verder met eigen ontwikkeling in Got-it 10 min
 - afronding les in lesson-up 5 min

Slide 1 - Diapositive

procenten

doel van de les: de volgende onderdelen beheersen
- percentage berekenen
- bedrag berekenen bij korting
- bedrag berekenen zonder btw

verder met eigen ontwikkeling

Slide 2 - Diapositive

percentage berekenen
regel:
deel van het geheel x 100 procent

als formule:
deel/geheel x 100

Slide 3 - Diapositive

voorbeeld
Van een groep jongens hebben 6 van de 30 jongens een bril op. Hoeveel procent heeft een bril op.
Dus hoeveel procent is 6 van de 30?
berekening
6/30x100=20%
6 = deel
30 = geheel

Slide 4 - Diapositive

in Nederland rijden 4.000.000 (4 miljoen) auto's rond. Daarvan is 100.000 rood. Hoeveel % van de auto's in Nederland is rood?
A
10 %
B
5 %
C
2,5 %
D
4 %

Slide 5 - Quiz

uitleg
deel is 100.000
geheel = 4.000.000
dus percentage =

100.000/4.000.000 x 100 = 2.5 %

Slide 6 - Diapositive

bedrag bereken bij korting
korting = percentage /100 x bedrag
of
eerst 1 % uitrekenen 
de uitkomst vermenigvuldigen met het percentage

dan bedrag te betalen is oorspronkelijke bedrag - korting

Slide 7 - Diapositive

voorbeeld
een auto kost 12,000 euro.
Vanwege het jubileum van het 10 jarig bestaan van de autozaak krijg je 5 % korting op deze auto.
Wat moet je betalen?
5% van 12.000 = 5/100x12.000 = 600 euro
je moet dus 11.400 euro voor de auto betalen

Slide 8 - Diapositive

Jan koopt een fiets. De fiets kost 240 euro, maar hij krijgt 30% korting. Hoeveel moet hij betalen?
A
200 euro
B
168 euro
C
160 euro
D
72 euro

Slide 9 - Quiz

uitleg
1 % = 2.40 euro
30 x 2.40 =72.00 euro
240 - 72 = 168 euro

Slide 10 - Diapositive

bedrag zonder btw berekenen
Op de meeste artikelen in Nederland zit 21% btw.
Dit is een belasting die bovenop de prijs van een artikel komt.
Als bijvoorbeeld een artikel 100 euro kost, dan moet je er in de winkel:
 100 + 21 % van 100 = 121 euro    voor betalen.

Als een artikel 20 euro kost, dan moet je er in de winkel:
 20 + 21% van 20  = 24,20 euro    voor betalen

Slide 11 - Diapositive

bedrag zonder btw vervolg
Als een artikel 80 euro kost, wat kost het bedrag dan zonder btw?
Stappenplan:
  1. je weet dat de btw 21 % is. Dus het artikel kost 100 + 21 = 121%
  2. als je het bedrag deelt door 121 % en daarna vermenigvuldigt met 100 % krijg je het bedrag zonder btw. je kan het ook uitrekenen door te delen met 1,21


    let op. Je kan het niet berekenen door er 21% van af te trekken. 

Slide 12 - Diapositive

voorbeeld
een gamecomputer kost in de winkel 485 euro. Dit is dus inclusief btw.
De gamecomputer kost zonder btw:
485:121x100= 400,83 euro


Als ik 21 % van 485 euro bereken krijg ik 101,85
485 - 101,85 = 383,15 euro. Dit is dus niet de goede berekening

Slide 13 - Diapositive

een telefoon kost 865 euro in de winkel dus inclusief btw
wat kost de telefoon zonder btw
A
1046,65 euro
B
800 euro
C
683,35
D
714,88 euro

Slide 14 - Quiz

uitleg
865 : 121 X 100 = 714.88 euro

Slide 15 - Diapositive

vervolg
maak de toets die klaar staat in Got-it

Slide 16 - Diapositive

1 hoe ging de procenten toets?
2 geef aan wat je de volgende les graag behandeld ziet worden.

Slide 17 - Question ouverte