15.6 Energiestromen

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

Doel

Je kunt uitleggen hoe de energiestroom gelinkt is aan de koolstofkringloop

Je kunt cel-, organisme en ecosysteem niveau aanduiden waardoor er een verschil is tussen bruto- en netto primaire productie.

Je kunt uitleggen waarom in een voedselpiramide bij hogere trofische niveaus minder productie/biomassa is dan bij lagere niveaus.

BINAS 93A1

BINAS 93A1

bruto primaire productie

productie van glucose uit CO₂  en H₂O

autotroof/heterotroof?

producent/consument/reducent?

welke organismen?

welke organen?

welke celorganellen?

netto = bruto - verliezen

netto=bruto - verliezen

primaire productie

netto pp = bruto pp - verliezen

bruto pp=glucoseproductie door fotosynthese/chemosynthese

hoe raakt een plantencel glucose weer kwijt?

welk organel?

samenvatting 

vergelijk:  Netto Loon= Bruto Loon - Belasting

Netto Primaire productie (NPP) = Bruto Prim Prod(BPP) - dissimilatie

groei (in massa) = fotosynthese - dissimilatie

weer balans opstellen (C-kringloop, N-kringloop, weefselvocht etc)

Bereken de bruto primaire productie van het ecosysteem
dennenbos (in tonnen koolstof per hectare per jaar)?

Noem een abiotische factor die het verschil in Netto primaire productie tussen tropisch regenwoud en loofbos kan verklaren.
Doe dit ook voor loofbos en woestijn

na netto pp

voorgetzette assimilatie:

eiwit, vet, koolhydraat, DNA

wortels, stengels, takken, bladeren, bloemen, zaden, vruchten...

waarom een piramide?

trofisch niveau

BINAS 93A2

Als ik een muis en een uil met elkaar vergelijk, dan is bij de uil:

1. F groter
2. F kleiner
3. P/A gelijk
4. P/A kleiner

Leg uit hoe en waardoor de productiviteitsefficiëntie verschilt tussen een muis en een kikker.

Waarom denk je dat een voedselpiramide wordt gebaseerd op biomassa, en niet op aantallen organismen.

Doel

Je kunt met behulp van positieve terugkoppeling het bestaan van kantelpunten / stabiele toestanden verklaren

verwoestijning

verwoestijning

weinig bomen=

• weinig schaduw
• weinig windbeschutting
• weinig vocht in bodem  
• weinig verdamping

weinig regen (verderop)

huiswerk

15.6 af en nagekeken