Samenvatting HD 2 klas 3BB

Menno gaat internetbankieren. Hij heeft daar een goede reden voor.
Wat kan deze reden zijn? Kies uit onderstaande mogelijkheden:
A
Hij kan betalen zonder zijn pincode te gebruiken.
B
Hij kan thuis geld opnemen van zijn bankrekening.
C
Hij krijgt een beter overzicht over zijn bankzaken.
1 / 14
suivant
Slide 1: Quiz
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs.

Éléments de cette leçon

Menno gaat internetbankieren. Hij heeft daar een goede reden voor.
Wat kan deze reden zijn? Kies uit onderstaande mogelijkheden:
A
Hij kan betalen zonder zijn pincode te gebruiken.
B
Hij kan thuis geld opnemen van zijn bankrekening.
C
Hij krijgt een beter overzicht over zijn bankzaken.

Slide 1 - Quiz

Een automatische incasso is

A
je krijgt automatisch geld terug
B
de bank heeft geen toestemming nodig
C
je geeft de bank toestemming automatisch een rekening te betalen
D
je kunt maar 1x betalen

Slide 2 - Quiz

Controleer met een berekening of het nieuwe saldo klopt.
Is het een creditsaldo of een debetsaldo?

Slide 3 - Question ouverte

De drie functies van geld
ruilfunctie
reken functie
spaarfunctie
Bepalen hoeveel peren er nodig zijn om te ruilen tegen 10  kilo tomaten
loon opzij leggen om later een scooter van te kopen
het kopen van een scooter van je loon

Slide 4 - Question de remorquage

Wanneer heb je recht op zorgtoeslag?

Slide 5 - Question ouverte

Kinder-
toeslag
Bijstands-
uitkering
Huur-
opbrengst
Rente
Winst
Inkomen in natura
Salaris
Je ontvangt 0,2% over je spaargeld
Zelfstandige (heeft een eigen bedrijf)
Je krijgt een kerstpakket
Medewerker bij een administratiekantoor
Eigenaar van woningen
Alleenstaande moeder
Man die geen werk heeft

Slide 6 - Question de remorquage

Inkomsten uit arbeid
Inkomten uit bezit
Inkomsten uit overdracht

Salaris, loon

Uitkering

Huur,
Rente

Slide 7 - Question de remorquage

Wat is dividend?
A
Rente op een obligatie.
B
Een deel van de winst voor de aandeelhouder.
C
De hoogte van de koers op de aandelen beurs
D
Een vast bedrag aan kosten.

Slide 8 - Quiz

Welke rente is hoger, de rente die je ontvangt voor je spaargeld, of de rente die je betaalt voor je lening?
A
spaarrente
B
kredietrente

Slide 9 - Quiz

Huur is een voorbeeld van ....
A
Inkomen uit arbeid
B
Inkomen uit bezit
C
Overdrachtsinkomen

Slide 10 - Quiz

pacht is:
A
opbrengst bedrijf
B
verhuur van woning
C
verhuur van grond
D
alle antwoorden zijn onjuist

Slide 11 - Quiz

Joost maakt gebruik van een auto van de zaak waar hij werkt.

Dit is een voorbeeld van...
A
Inkomen in natura
B
Inkomen zonder tegenprestatie
C
Vrij besteedbaar inkomen
D
Loon

Slide 12 - Quiz

Welke uitspraak over het minimumloon is juist? Het minimumloon is:
A
het laagste loon in een bedrijf.
B
het loon dat je minimaal moet ontvangen als je werkt.
C
.het loon na belastingen en premies
D
een ander woord voor de bijstand.

Slide 13 - Quiz

Artush kijkt op zijn ING-bank app. Daar ziet hij zijn saldo: - € 39,95. Hier is sprake van een .....
A
creditsaldo
B
debetsaldo

Slide 14 - Quiz