Wat weet je nog? 2.1 en 2.3 1BKM

• Nask / Techniek
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

2.1 Stoffen in huis

2.3 Massa en volume

Reken om:
350 mL = ______ L

reken om:
0,7 L = ________ mL

Hoe bepaal je de lengte, breedte en hoogte van een kubus?

1. Die kun je meten met een liniaal
2. Die kun je meten met een maatbeker
3. die kun je meten met een stopwatch

Hoe kan ik het volume van een blok hout berekenen?

Hieronder staan de vijf stappen die je moet zetten om het volume van een onregelmatig voorwerp te bepalen met de onderdompelmethode. 

Zet de stappen in de juiste volgorde door 1 t/m 5 achter de stap te zetten.

Vul een maatcilinder tot een bepaalde hoogte met water.
Reken uit: eindstand – beginstand. Dit is het volume van het voorwerp.
Lees opnieuw de stand van het water af. Dit is de eindstand.
Lees de stand van het water af. Dit is de beginstand.
Laat het voorwerp in het water zakken. Het voorwerp moet helemaal onder water zijn.

1

2

5

3

4

Wat is het volume van de steen (schrijf je berekening op!)

Sommige stoffen hebben gevaarlijke eigenschappen. Sleep de woorden naar de juiste plek

Dynamiet is een stof die kan 

Hout is een stof die kan 

Een sterk zuur is een stof die door je huid kan 

ontploffen

branden

bijten

Zet de lengte maten in de goede volgorde van km naar mm.

km

hm

dam

m

dm

cm

mm

Zet in de goede volgorde van klein naar groot.
Zet de kleinste maat bovenaan. 

1 mg

1 kg

1 g

Sommige stoffen kunnen de slijmvliezen van je neus en longen irriteren als je eraan ruikt.

Hoe kun je het beste aan deze stoffen ruiken? Zet de zinnen in de juiste volgorde.

Haal de dop van de fles.

Wuif boven de hals van de fles heen en weer.

Ruik voorzichtig aan de damp

welke stofeigenschap hoort niet bij glas?

1. doorzichtig
2. buigbaar
3. breekbaar
4. hard

Aan welke stofeigenschap herken je suiker?

1. Geur
2. Kleur
3. Smaak
4. Brandbaarheid

Smaak is een stofeigenschap.

1. Waar
2. niet waar

Is massa een stofeigenschap?

1. Ja
2. Nee

Bereken het volume van de balk.
Gebruik de 5 stappen; gegeven, gevraagd, formule, invullen en antwoord.