Minute to win it + m&m spel

Minute to win it!
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
MentorlesMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Minute to win it!

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

- Verdeel de klas in teams.
- Laat elk team een teamnaam bedenken.
- Open de volgende dia (nieuw venster).
- Hier kun je de teams invoeren en punten       bijhouden.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

- We gaan verschillende spelletjes spelen.
- Er speelt steeds 1 teamlid.
- Ben je geweest? Dan mag je niet nog een keer.
- Voor elk spel mag je eerst 5 minuten oefenen.
- Daarna krijg je 1 minuut de tijd voor het echte spel.
- Het winnende team krijgt steeds 1 punt.

Succes!!

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

- Je krijgt 36 bekers.
- Stapel de bekers als een piramide.
- Zet daarna de bekers terug op 1 stapel.
- Valt een beker? Begin opnieuw!

Wie gaat spelen?
Je mag nu oefenen.
timer
5:00

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

We gaan het spel nu echt spelen.
Elk team speelt tegelijk.
Je krijgt precies 1 minuut.

Succes!!

(deel een punt uit aan het winnende team)
timer
1:00

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

- Je krijgt 1 ballon en 15 bekers.
- Zet de bekers op een rij op tafel.
- Blaas de ballon op en laat de bekers van de
   tafel vallen met de lucht van de ballon.
- Hoe snel lukt jou dit?

Wie gaat spelen?
Je mag nu oefenen.
timer
5:00

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

We gaan het spel nu echt spelen.
We spelen team voor team.
Wie is het snelst?

Succes!!

(deel een punt uit aan het winnende team)
stopwatch
00:00

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

- Je krijgt 3 ballonnen.
- Blaas de ballonnen op.
- Gooi de ballonnen in de lucht.
- Hou de ballonnen zo lang mogelijk in de lucht.

Wie gaat spelen?
Je mag nu oefenen.
timer
5:00

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

We gaan het spel nu echt spelen.
We spelen team voor team.
Wie houdt de ballonnen het 
langst in de lucht?

Succes!!

(deel een punt uit aan het winnende team)
stopwatch
00:00

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

- Je krijgt 2 borden, een rietje en 25 m&m's.
- Leg de m&m's op het ene bord.
- Zuig een m&m op en leg hem op het andere bord.
- Doe dit met alle m&m's.
- Wie kan dit binnen 1 minuut?

Wie gaat spelen?
Je mag nu oefenen.
timer
5:00

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

We gaan het spel nu echt spelen.
We spelen met alle teams tegelijk.
Wie is het snelste klaar?

Succes!!

(deel een punt uit aan het winnende team)
timer
1:00

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

- Je pakt de 36 bekers van spel 1.
- Je krijgt 1 ander soort beker erbij.
- Stapel de 36 bekers op elkaar.
- Zet de andere beker bovenop.
- Pak de bovenste beker en doe die onderop.
- Doe dit net zolang tot de andere soort beker weer bovenop is.
- Wie kan dit binnen 1 minuut?

Wie gaat spelen?
Je mag nu oefenen.
timer
5:00

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

We gaan het spel nu echt spelen.
We spelen met alle teams tegelijk.
Wie is het snelste klaar?

Succes!!

(deel een punt uit aan het winnende team)
timer
1:00

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk team heeft gewonnen?

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

M&M spel

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

M&M - spel
Rood - hobby
Groen - lievelingsgerecht
Geel - favoriete film of serie
Oranje - favoriete vakantiebestemming
Bruin - idool
Blauw - een familielid

Slide 17 - Diapositive

Elke leerling neemt 4 a 5 M&M's uit een bakje, ze mogen nog niet worden opgegeten. Elke kleur staat voor iets wat de leerling over zichzelf moet vertellen. Meerdere kleuren = meerdere dingen of uitweiden over het eerste.
Als alle M&M's besproken zijn, mogen ze worden opgegeten.
Vertel iets over...
Groen= gisteren
Oranje= wat je vorige week geleerd hebt
Bruin =  iets wat je gezien of gehoord hebt
Geel = iets toen je nog heel klein was
Blauw = waar je naar luistert/kijkt
Rood = wat jij wilt delen (mag van alles zijn)

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions