H1 herhaling staatsinrichting

Staatsinrichting NL
- Constitutionele monarchie
- Parlementaire democratie
- Luxemburgse kwestie
- Pacificatie van 1917
- Rechten Eerste en Tweede Kamer
- Klassieke- en sociale grondrechten


1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Staatsinrichting NL
- Constitutionele monarchie
- Parlementaire democratie
- Luxemburgse kwestie
- Pacificatie van 1917
- Rechten Eerste en Tweede Kamer
- Klassieke- en sociale grondrechten


Slide 1 - Diapositive


 Wat is staatsinrichting?
A
De lay-out van een land, zoals bergen, rivieren en steden, aan te duiden.
B
De manier waarop een staat, de regering en het bestuur van een land zijn ingericht
C
Een verzameling van alle wetten van een staat
D
De manier waarop mensen hun stem kunnen uitbrengen

Slide 2 - Quiz

Koninkrijk der Nederlanden
Wie heeft de macht?
1815-1840  Willem I    constitutionele monarchie, veel macht
1840-1849  Willem II  parlementaire democratie, grondwet 1848 
                        minder macht.
1849-1890  Willem III minder macht

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Wat is een constitutionele monarchie?
A
Koninkrijk met een grondwet
B
Koninkrijk zonder grondwet
C
Land met een grondwet maar geen koning
D
Koninkrijk met een absolute koning

Slide 5 - Quiz

Constitutionele monarchie
Koninkrijk met een grondwet.
In die grondwet staat:
- hoe het land geregeerd wordt
- wat de belangrijkste rechten van de burgers zijn
- ministers hebben weinig invloed, dienaren van de koning
-  Rijke burgers zijn ontevreden, ze wilden meer invloed op het bestuur   (liberalen)

Slide 6 - Diapositive

Grondwet van Thorbecke
1848 > koning Willem II

Parlementaire democratie:
- regering is afhankelijk van een    
   parlement
- gekozen via censuskiesrecht
- hoogste macht bij het parlement
- Eerste - en Tweede Kamer 
   = Parlement
   

Slide 7 - Diapositive

Wat is een parlementaire democratie?
A
Dat de koning alles beslist
B
De vertegenwoordigers kiezen het volk voor in het parlement
C
Het volk zit zelf in het parlement
D
Het volk kiest vertegenwoordigers voor in het parlement

Slide 8 - Quiz

Luxemburgse kwestie 1867

  • Frankrijk wil Luxemburg kopen van Nederland. 
  • Willem III gaat met ze onderhandelen
  • Pruisen (Duitse Bond) is het daarmee oneens
  • Willem III verklaart Luxemburg onafhankelijk zonder toestemming van parlement en regering
  • Gevolg: aftreden alle ministers
  • Koning werd gecorrigeerd door het parlement!!!!

Slide 9 - Diapositive

Na de Luxemburgse kwestie werd duidelijk dat
A
koning Willem III moeite had te leven met '1848'
B
de regering niet meer deed wat de koning wilde
C
het parlement haar zin doordreef
D
koning Willem I minder macht had

Slide 10 - Quiz

Wie kan gezegd hebben: "Mijn vader had Thorbecke nooit die grondwet moeten laten schrijven"
A
Thorbecke
B
Willem I
C
Willem II
D
Willem III

Slide 11 - Quiz

Nederland steeds democratischer
  • 1848 censuskiesrecht, ±12% van de mannen
  • 1887 caoutchouc-artikel, ± 25% van de mannen
  • 1917 algemeen kiesrecht mannen, 
                 passief kiesrecht vrouwen
  • 1919 algemeen kiesrecht vrouwen  


Slide 12 - Diapositive

Caoutchouc-artikel
1887


  • De 'rubberen regel' komt in de Grondwet, waarbij het kiesrecht wordt gegeven aan volwassen mannen 'die daarvoor geschikt zijn'.
  • Lekker vaag, dat was ook de bedoeling. Zo konden de eisen worden verlaagd.
  • Lekker flexibel...... als rubber

Slide 13 - Diapositive

Politieke stromingen en wat willen ze?
  • Liberalisme: vrijheid, weinig overheidsbemoeienis
  • Socialisme: gelijkheid, komen op voor de arbeiders, algemeen kiesrecht
  • Confessionalisme: protestants en katholiek
    --> christelijk > geld voor bijzondere scholen

Slide 14 - Diapositive

Leiders
Liberalen: Thorbecke
Socialisten: Troelstra
Katholieken: Schaepman
Protestanten: Kuyper

Slide 15 - Diapositive

Caoutchouc artikel heeft als gevolg dat:
A
Iedereen mag stemmen
B
Alle mannen mogen stemmen
C
De kiesdrempel steeds lager wordt
D
Er rubber ingevoerd wordt vanuit Indie

Slide 16 - Quiz

Hoe kan je de schoolstrijd het best beschrijven?

Slide 17 - Question ouverte

Pacificatie van 1917
Pacificatie = vrede 
Drie problemen worden opgelost:
  • Schoolstrijd: bijzonder onderwijs krijgt nu ook subsidie
  • Kiesrechtkwestie: algemeen kiesrecht mannen + passief kiesrecht vrouwen wordt ingevoerd
  • Stelsel van evenredige vertegenwoordiging

Slide 18 - Diapositive

Welke twee politieke groepen steunen elkaar in 1917?

Slide 19 - Question ouverte

Het algemeen kiesrecht werd ingevoerd in 1919.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quiz

Wat is het parlement?
A
Eerste Kamer
B
Tweede Kamer
C
Eerste en Tweede Kamer
D
Regering

Slide 21 - Quiz

Rechten Tweede Kamer
  • Recht van enquête > onderzoek doen
  • Recht van interpellatie > in gesprek/discussie gaan
  • Recht van budget > uitgaven controleren
  • Recht van initiatief > wetsvoorstel indienen
  • Recht van amendement > wetsvoorstellen wijzigen
  • Controlerende en wetgevende rechten!

Slide 22 - Diapositive

Rechten Eerste Kamer
  • Recht van enquête
  • Recht van interpellatie
  • Recht van budget

Controlerende rechten!

Slide 23 - Diapositive

Welke rechten hebben zowel de Eerste als de Tweede Kamer?
A
recht van enquête recht van budget
B
recht van initiatief recht van budget
C
recht van amendement recht van enquête
D
recht van amendement recht van initiatief

Slide 24 - Quiz

Klassieke grondrechten 
1848 bijv.: 








Sociale grondrechten
1983 bijv.: 

Slide 25 - Diapositive

Klassieke grondrechten

De grondrechten van 1848 noemen we klassieke grondrechten.
Vrijheid en democratie.
Bescherming tegen de overheid.

Slide 26 - Diapositive


Sociale grondrechten


begint met : recht op.....

  • Plichten van de overheid
  • Zorgen voor een goed bestaan


  • Zijn pas later (1983) in de Grondwet opgenomen, hoewel ze al eerder bestonden.

Slide 27 - Diapositive

Wanneer werden de sociale grondrechten toegevoegd aan de grondwet
A
1848
B
2002
C
1983
D
1972

Slide 28 - Quiz

Aletta Jacobs
Thorbecke
Troelstra
Willem I
Eerste koning van Nederland
Hij herschreef de grondwet in 1848
Partijleider SDAP
Voorzitter Vereniging voor Vrouwenkiesrecht

Slide 29 - Question de remorquage

Zelf aan de slag!
  • Nu mag je zelf aan de slag.
  • Lees h1 en maak de afsluiting, 1.5, op blz. 56  
timer
5:00

Slide 30 - Diapositive