Thema 6 basisstof 2

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Bestuiving en bevruchting

Thema 6 

Basisstof 2 en 3

Voorkennis

Het mannelijke deel van de plant = 

Het vrouwelijke deel van de plant = 

Leerdoelen

Je kunt beschrijven wat bestuiving is.

Je kunt het verschil benoemen tussen kruisbestuiving en zelfbestuiving.

Je kunt de kenmerken noemen van insectenbloemen en van windbloemen.

Je kunt beschrijven hoe de bevruchting bij zaadplanten verloopt.

Je kunt de veranderingen in het zaadbeginsel na bevruchting beschrijven.

Nectar en stuifmeel

Nectar = een zoet sap wat insecten aantrekt -> honing

Bestuiving = stuifmeelkorrel komt terecht op een stempel van dezelfde soort

Stuifmeel blijft aan de insecten

plakken, stuifmeel komt op 

stamper terecht

Soorten bestuiving

Kruisbestuiving = ander plant van dezelfde soort

Zelfbestuiving = dezelfde plant

Soorten bloemen

Bloemen waarbij insecten voor bestuiving zorgen = insectenbloem

Vaak opvallende bloemen

De wind blaast het stuifmeel weg = windbloem

Vaak onopvallende bloemen

Bevruchting

Na de bevruchting

Bevruchte eicel gaat delen --> zaad + kiem

Aan de slag

Wat: Bezig met opdrachten van basisstof 2 + 3 of ga leren voor de toets

Hoe: Alleen of in tweetallen

Hulp: Boek of docent

Tijd: 12:15

Uitkomst: Je hebt de lesstof verwerkt

Klaar? Maak extra opgave in je boek