H2 - week 11 - les 2 (werkwoorden op IR)

H2
Week 11
Les 2
P. Budel
Bonjour
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

H2
Week 11
Les 2
P. Budel
Bonjour

Slide 1 - Diapositive

Deze les
- boeken, stencilboekje, schrift, pen klaarleggen
- methodesite open, als je digitaal werkt
- Regelmatige werkwoorden op -IR herhalen

Slide 2 - Diapositive

Wat heb je onthouden?

Slide 3 - Carte mentale

Présent
Nous ________ (choisir)
A
choisons
B
choisez
C
choisissons
D
choisissez

Slide 4 - Quiz

Présent
Tu ________ (finir)
A
finit
B
finis
C
finiris
D
fini

Slide 5 - Quiz

Présent
Vous ________ (remplir)
A
remplissez
B
remplez
C
remplisez
D
remplirez

Slide 6 - Quiz

Présent
La fille ________ (grandir)
A
grandi
B
grandis
C
grandir
D
grandit

Slide 7 - Quiz

Passé composé
Je/J' ________ (réussir)
A
réussi
B
ai réussi
C
ai réussir
D
réussis

Slide 8 - Quiz

Passé composé
Nous ________ (grandir)
A
sommes grandi
B
grandi
C
avons grandissons
D
avons grandi

Slide 9 - Quiz

Passé composé
Vous ________ (choisir)
A
choisi
B
avez choisir
C
avez choisi
D
avons choisi

Slide 10 - Quiz

Passé composé
Les personnes ________ (rougir)
A
a rougi
B
ont rougi
C
rougissent
D
sont rougi

Slide 11 - Quiz

Hoe maak ik de stam van de imparfait. Neem bijvoorbeeld de stam van grandir.

Slide 12 - Carte mentale

Imparfait
Elle ____________ (choisir)
A
choisait
B
choisissait
C
choisit
D
choisis

Slide 13 - Quiz

Imparfait
Nous ____________ (réussir)
A
réussissions
B
réussons
C
réusons
D
réussissiez

Slide 14 - Quiz

Imparfait
Tu ____________ (remplir)
A
remplais
B
remplirais
C
remplissait
D
remplissais

Slide 15 - Quiz

Imparfait
Sophie et Emma ____________ (grandir)
A
grandait
B
grandissaient
C
grandaient
D
grandissiez

Slide 16 - Quiz

Regelmatige werkwoorden op -IR
TB blz 45
WB blz 113-114

Stencilboekje:
Blz 11: aantekeningen
Blz 12: tabellen
Blz 13: opdracht 1, 2, 3

Slide 17 - Diapositive

Regelmatige werkwoorden op -IR
Choisir
Kiezen
Finir
Eindigen
Grandir
Groeien
Réussir
Slagen
Réfléchir
Nadenken
Rougir
Blozen
Remplir
Invullen
1. Présent
Tegenwoordige tijd

2. Passé composé
Voltooide tijd

3. Imparfait
Verleden tijd

Slide 18 - Diapositive

Présent
Je finis
Ik eindig
Tu finis
Jij eindigt
Il / elle / on finit
Hij / zij / men eindigt
Nous finissons
Wij eindigen
Vous finissez
Jullie eindigen / u eindigt
Ils / elles finissent
Zij eindigen

Slide 19 - Diapositive

Passé composé (alles avoir*)
J'ai rougi
Ik heb gebloosd
Tu as rougi
Jij hebt gebloosd
Il / elle / on a rougi
Hij / zij / men heeft gebloosd
Nous avons rougi
Wij hebben gebloosd
Vous avez rougi
Jullie hebben gebloosd /
u heeft gebloosd
Ils / elles ont rougi
Zij hebben gebloosd

Slide 20 - Diapositive

Imparfait (R = SS)
Je choisissais
Ik koos
Tu choisissais
Jij koos
Il / elle / on choisissait
Hij / zij / men koos
Nous choisissions
Wij kozen
Vous choisissiez
Jullie kozen/ u koos
Ils / elles choisissaient
Zij kozen

Slide 21 - Diapositive

Au travail!
Huiswerk volgende les
Leren: Bron G (tb 45)

Nakijken: stencilboekje blz 12 en 13. Nakijkblad krijg je via Teams en de mail.








Slide 22 - Diapositive