Les 1 Lezen

Toets gemaakt
Je leert over tekstdoelen 
Het doel van een tekst
tekstdoelen bespreken
controle vragen 
Nederlands
Maak de opdrachten online bij hoofdstuk 5  paragraaf lezen
Hoe ging het?
Doel behaald?
Volgende keer: schrijven 
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Toets gemaakt
Je leert over tekstdoelen 
Het doel van een tekst
tekstdoelen bespreken
controle vragen 
Nederlands
Maak de opdrachten online bij hoofdstuk 5  paragraaf lezen
Hoe ging het?
Doel behaald?
Volgende keer: schrijven 

Slide 1 - Diapositive

Leesdoel
Als je een tekst leest heb je daar een bedoeling mee. Je leest niet iedere tekst met dezelfde bedoeling.
=> Je leest een gebruiksaanwijzing als je wil weten hoe je nieuwe Iphone werkt.
 => Je leest een stripverhaal om plezier te hebben.

De bedoeling van de lezer noem je het leesdoel.

Slide 2 - Diapositive

Tekstdoel, tekstsoorten en tekstvormen
  • Als een schrijver een tekst schrijft wil hij iets bereiken bij de lezer. Een tekst heeft dus een doel.

  • Er zijn verschillende soorten tekstdoelen. Bij verschillende tekstdoelen horen tekstsoorten. Deze tekstsoorten komen in verschillende vormen voor en noem je tekstvormen.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Vier soorten tekstdoelen 

Slide 5 - Diapositive

1. Amuseren
De schrijver wil de lezer vermaken. 

Slide 6 - Diapositive

2. Informeren
De schrijver wil dat de lezer iets te weten komt. 

Slide 7 - Diapositive

3. Overtuigen
De schrijver wil de lezer doormiddel van argumenten overtuigen van zijn/haar mening. 

Slide 8 - Diapositive

4. Activeren
De schrijver wil de lezer aansporen om iets te doen of te kopen. 

Slide 9 - Diapositive

Wat is het belangrijkste tekstdoel van reclame
A
Amuseren
B
Informeren
C
Overtuigen
D
Activeren

Slide 10 - Quiz

Tekstdoel =
A
Voor wie de tekst bedoeld is.
B
Dat ik -u- en -jij- gebruik in mijn tekst.
C
Dat wat de schrijver met zijn tekst wil bereiken.
D
Waar de tekst vandaan komt.

Slide 11 - Quiz

Doel: informeren
Doel: overtuigen
Doel: activeren
Doel: amuseren

Slide 12 - Question de remorquage

Wat is het tekstdoel?

(als je op het plaatje klikt wordt het groter)

Slide 13 - Question ouverte

Wat is het tekstdoel?

( als je op het plaatje klikt wordt het groter)

Slide 14 - Question ouverte

Wat is het tekstdoel?

(als je op het plaatje klikt wordt het groter)

Slide 15 - Question ouverte

Bekijk de tekst 

Slide 16 - Diapositive

Wat voor tekstdoel past er bij deze tekst? Leg uit waarom.

Slide 17 - Question ouverte

Wat zijn ook alweer
de vier tekstdoelen?

Slide 18 - Carte mentale

Aan de slag
  •  Maak alle opdrachten online:  hoofdstuk 5 -  les : Lezen

  • Kijk ook het theoriefilmpje van deze les

  • Gebruik ook je boek om de verschillende teksten te lezen (blz 132 t/m 137)

Slide 19 - Diapositive

Hoe ging het?

Slide 20 - Question ouverte

Volgende keer
Les schrijven 

Slide 21 - Diapositive