3.6 Soorten voereters

3.6 Soorten voereters
Herbivoren = planteneters
Carnivoren = vleeseters
Omnivoren = alles eters
Zaadeters
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
GroenMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3,4

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

3.6 Soorten voereters
Herbivoren = planteneters
Carnivoren = vleeseters
Omnivoren = alles eters
Zaadeters

Slide 1 - Diapositive

Herbivoren
  • plooikiezen en snijtanden
  • koeien en geiten zijn herkauwers
  • pens, netmaag, boekmaag, lebmaag (PeNiBeL)

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Carnivoor
  • knipkiezen
  • hoektanden
  • bovenkaak breder dan onderkaak zodat kiezen als benen van een schaar langs elkaar heen glijden
  • korter spijsverteringskanaal dan herbivoren

Slide 4 - Diapositive

Zaadeter
  • zaden moeilijk verteerbaar
  • krop
  • kliermaag
  • spiermaag
  • cloaca = gecombineerde darm- en urine-uitgang
  • ook ei gaat door cloaca

Slide 5 - Diapositive

Omnivoor
  • knobbelkiezen kunnen knippen en malen
  • hoektanden

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Foodprint (voetafdruk)
De hoeveelheid grond die nodig is om de producten te telen die wij eten, drinken en gebruiken om te leven.
Hoe groot is jouw voetafdruk?
http://voetafdruktest.wnf.nl

Slide 8 - Diapositive

Lezen en maken opdrachten 
3.6 Soorten voereters blz. 195 'Groene productie'
timer
10:00

Slide 9 - Diapositive

Welke tanden ontbreken er bij een planteneter?
A
hoektanden
B
snijtanden
C
plooikiezen

Slide 10 - Quiz

Waarom is bij een vleeseter de bovenkaak vaak breder dan de onderkaak?
A
Dat is een aangeboren afwijking
B
Hierdoor kunnen de kiezen als de benen van een schaar langs elkaar heen glijden
C
In de bovenkaak zitten meer kiezen en tanden dan in de onderkaak

Slide 11 - Quiz

Op welke plek in het maag-darmstelsel van de kip worden zaden fijngemalen?
A
darmen
B
kliermaag
C
spiermaag
D
krop

Slide 12 - Quiz

De gebitten van een alleseter en van een vleeseter verschillen van elkaar.

Wat heeft de alleseter wel en de vleeseter niet?
A
hoektanden
B
snijtanden
C
knobbelkiezen
D
plooikiezen

Slide 13 - Quiz

Wat wordt bedoeld met 'jouw foodprint'?

A
Hoe groot jouw schoenmaat is
B
Hoeveel grond jij en je ouders in bezit hebben
C
Hoeveel grond je nodig hebt om de gewassen te telen voor de productie van producten die jij gebruikt

Slide 14 - Quiz

Opdracht 
Voerbehoefte van geiten berekenen en afwegen blz. 231
- Je krijgt hiervoor een invulblad van je docent
timer
40:00

Slide 15 - Diapositive