AF 2 Cellen en weefsels 3

• AFP
• MBO
• Studiejaar 1

M1W1

4

cellen en weefsels

3

TM module 2

2 cellen, weefsels en organen

LEERDOELEN...

• Je beschrijft de bouw, functies en soorten dekweefsel, bindweefsel, spierweefsel en zenuwweefsel

2.4 spierweefsel

spieren zorgen voor een beweging...

• er zijn drie soorten spierweefsels

2.4

spierweefsel

1 skeletspieren

• bewegen het skelet
• zijn dwarsgestreept
• reageren willekeurig en snel
• spierpijn

2.4.1

skeletspierweefsel

1

2 orgaanspieren

• bewegen (knijpen in) holle organen
• zijn glad
• reageren onwillekeurig en traag
• geen spierpijn

2.4.1

skeletspierweefsel

2

3 hartspieren

• trekken het hart samen (hartslag)
• zijn vertakt
• reageren onwillekeurig en snel
• geen spierpijn

2.4.1

skeletspierweefsel

3

2.5 zenuwweefsel

zenuwweefsel vangt prikkels op en geeft dit door, via...

• elektrische stroom (impuls)
• stoffen (neurotransmitters)

2.5

zenuwweefsel

een zenuwcel is een cel met veel uitlopers...

• de korte (dendriet) ontvangt
• de lange (axon) stuurt door

2.5.1

zenuwcellen

om de lange uitloper zit myeline...

• het beschermt
• voorkomt kortsluiting

2.5.1

zenuwcellen

• de ruimte tussen twee cellen heet synaps
• hier wordt de prikkel overgedragen naar een ander cel (zenuw of spier)

2.5.1

zenuwcellen

er zijn drie typen zenuwcellen...

1. gevoelszenuwcellen (sensorisch)
2. beweegzenuwcellen (motorisch)
3. schakelcel (interneuron)

2.5.1

zenuwcellen

1

2

3

zenuwcellen zijn erg gevoelig (voor schade, infectie)...

• speciale steuncellen (neurogliacellen) helpen hierbij
• voeden, beschermen

2.5.2

steuncellen