LE9b MZO3a inhaal les

• LE9b, begeleiden van nieuwe collega's
• MBO
• Studiejaar 3

LE9b Begeleiden van nieuwe collega's, stagiaires en/of vrijwilligers

1. De student kent zijn eigen leerstijl en kan aansluiten & toepassen bij minimaal 2 andere leerstijlen van collegae, stagiaires.

2. De student kent het begrip veilig leerklimaat en kan hier een bijdrage aanleveren binnen zijn team.

3. De student heeft kennis van objectieve en subjectieve waarnemingen en deelt deze waarnemingen met minimaal 2 collegae tijdens een overdracht/overlegsituatie.

4. De student past begeleidingstechnieken toe bij minimaal 2 collegae/stagiaires en vraagt hierover opbouwende feedback.

5. De student is op de hoogte van de taken/verantwoordelijkheden/het inwerkprogramma van nieuwe medewerkers en stagiaires.

6. De student heeft overzicht (o.a. procedures/protocollen) hoe een nieuwe medewerker & stagiaire binnen de BPV-organisatie worden begeleid en ingewerkt.

7. De student kan een reflectieverslag schrijven over zijn bijdrage (o.a. casuïstiek, ethisch dilemma, wijze van feedback geven aan elkaar) binnen een overlegsituatie en

hanteert bij het reflecteren een zelfgekozen methodiek hiervoor.

8. De student heeft actief om feedback gevraagd aan collegae binnen het interdisciplinair overleg.

 Voor niveau 4 studenten geldt dit voor interdisciplinair- en multidisciplinair overleg.

9. De student heeft kennis van non-verbale communicatie, is zich bewust van zijn non-verbale communicatie en heeft hierover feedback gevraagd

Leerdoelen

Thema voor vandaag

Een veilig leerklimaat

• Wat is het volgens jullie
• wat doet school er aan
• wat doet je stageplek er aan 
• Wat doe jij er aan

Wat is een veilig leerklimaat

• voor jou
• op school
• op je stage

Bevorderen van een veilig leerklimaat

• door/op school
  
• door/op stage
• door jou

Op stage is een veilig leerklimaat

010

Opdracht

We maken met Post-it een overzicht van goede en niet goede inwerk situaties.

o P2K1W6-ST: A

Je legt uit wat nodig is voor een veilig leerklimaat en benoemt minimaal 4 verschillende 

begeleidingstechnieken.

o P2K1W6-ST: B

Je geeft een voorbeeld van een subjectieve en objectieve waarneming.

o P2K1W6-ST: C

Je benoemt minimaal 4 taken van een nieuwe collega en/of stagiaire

P2-K1-W6 Starter

Als je dit nog moet doen:

- Schrijf een verslag, maak een vlog of blog, maak een poster enz.

- werk de bovenstaande onderdelen uit in je product

- omschrijf of onderbouw je uitwerking waar mogelijk met theorie of eigen visie

P1-K1-W6 starter is gekoppeld aan deze leereenheid en zou je dus met het afronden van deze leereenheid af kunnen ronden

Vooruit werken Gev.

P2K1W6-GEV: A

Je schrijft een plan van aanpak waarin leerdoelen en begeleidingstechnieken omschreven staan.

o P2K1W6-GEV: B

Je schrijft een reflectie over je eigen feedbackvaardigheden.

Aandachtspunten/criteria (Zie portfolio voor volledig overzicht)

Je formuleert samen met nieuwe collega’s en stagiaires leerdoelen om zich te kunnen ontwikkelen.

Je geeft concrete feedback aan nieuwe collega en/of stagiaire.

Je selecteert begeleidingstechnieken op basis van de begeleidingsbehoefte.

Je kent de werkwijze van de organisatie en legt het takenpakket uit.

Je onderbouwt feedback met eigen waarnemingen.

Vooruit werken BB

P2K1W6-BER

Je begeleidt op methodische wijze een nieuwe collega aan de hand van een begeleidingsplan die je

vooraf hebt vastgesteld. Je geeft tijdens je begeleiding aanwijzingen en adviezen op het

handelen, met de nadruk op wat specifiek is voor de doelgroep cliënten en de organisatie. Je voegt

schriftelijk feedback van de nieuwe collega over jouw begeleiding toe

Aandachtspunten/criteria (Zie portfolio voor volledig overzicht)

De student stimuleert actief (nieuwe) collega’s en stagiaires om zich te ontwikkelen.

De student nodigt (nieuwe) collega’s, stagiaires en/of vrijwilligers actief uit tot het inbrengen van eigen

opvattingen, ideeën en tot het stellen van vragen.

De student zet doelbewust verschillende begeleidingstechnieken in.

De student stemt de begeleiding doelbewust af op diversiteit.

De student maakt concrete afspraken over te behalen leerdoelen en resultaten.

De student geeft heldere instructies.

De student reageert adequaat op non-verbale signalen en op uitingen.

De student beoordeelt zo objectief mogelijk het beroepsmatig handelen van stagiaires. 

Bewijs mogelijkheden: Een reflectie- of verantwoordingsverslag, een video, documenten van je stagiaire en/of collega, PP enz. Je kunt dit op verschillende manieren bewijzen, misschien per onderdeel een eigen bewijsstuk.

Denk na:

Zit er een verschil tussen hoe je vroeger naar jezelf keek (toen je ongeveer 14 jaar was) en hoe je nu naar jezelf kijkt.

Wat is het verschil en waardoor is dat ontstaan/veranderd denk je?

Denk na:

Waardoor wordt jouw beeld van anderen (andere groepen) bepaald?

Paradigma's

De manier waarop jij/wij naar gebieden in ons leven / in de wereld kijken.

Afhankelijk van:

• tijdsperk
• opvoeding
• ervaringen
• sociale omgeving

Het examen P1-K1-W4 en P2-K2-W6 

• Praktijk examens
• Doe examens

Beoordeling op communicatie en gedrag (zie criteria)

         = opdracht voor N3

        = opdracht voor N4

Overleg met nieuwe medewerker (P1-K1-W4)

Tijdens dit overleg komen de volgende onderdelen aan de orde:

● informatie en uitleg geven over de organisatie;

● uitdagingen die nieuwe collega’s, stagiair(e)s en/of vrijwilligers willen oppakken in hun werk;

● wensen die er zijn ten aanzien van de begeleiding;

● reflecteren over de eerste periode;

● het opstellen van nieuwe ontwikkeldoelen, waarbij je aanwijzingen en/of adviezen geeft.

Allereerst leg je uit hoe het overleg gaat verlopen en wat het doel is.

Daarna begeleid je de deelnemers op een passende wijze en zet je verschillende

begeleidingstechnieken in.

Aan het eind rond je het overleg af

Wat is dan handig

1. Plan van aanpak maken met daarin (zie ook de examenopdracht):

• welke informatie moet ik verzamelen
• bespreken/onderzoeken wat de uitdagingen en wensen zijn
• onderzoeken hoe de afgelopen periode is gegaan
• welke begeleidingstechnieken je gaat gebruiken (theorie opzoeken)

Opdracht

• Open Edge op je laptop. 

• Klik op Gopilot (rechtsboven in de hoek) 

• Stel rechtsonder de volgende vraag (kies 1 van de leerstijlen van Kolb)

Wil je vanuit de rol van een niveau 3 student die stage loopt in de maatschappelijke zorg reageren op mijn vragen. Je bent als student met name een denker/doener/ dromer/beslisser. (kies 1 van de 4)

• Kies voor jezelf een begeleidingsstijl en stel je vragen en geef je antwoorden vanuit die stijl 

(Theorie: Methodiek en begeleiden hoofdstuk 11.3 of zoek op het internet naar begeleidingsstijlen).

• Ga het gesprek aan met Gopilot waarbij Gopilot de student speelt. Zorg voor minimaal 11 reacties van Gopilot
• Sla het gesprek op (Ga ergens in het gesprek staan, klik op CTRL + A (dus gelijktijdig indrukken), het gesprek wordt blauw. Klik op CTRL+C (kopiëren) en plak het gesprek in een Word document. Neem dit volgende week mee. 
• Doe deze opdracht nog een keer, nu met een andere Kolb Stijl en andere begeleidingsstijl.

Begeleidt (nieuwe) collega's, stagiaires en/of vrijwilligers (P2-K1-W6)

In dit examen begeleid je een stagiair(e) of vrijwilliger tijdens het uitvoeren van de dagelijkse werkzaamheden.

Eerst ga je in overleg over ontwikkel- en/of leerdoelen, de daaraan gekoppelde leeractiviteiten en de manier van begeleiden.

Daarna begeleid je de stagiair(e) of vrijwilliger tijdens het uitvoeren van de werkzaamheden door het geven van informatie, instructie, uitleg, aanwijzingen en adviezen.

Daarvoor gebruik je minimaal twee, verschillende, begeleidingstechnieken.

Je stuurt de stagiair(e) of vrijwilliger tijdens de leeractiviteiten aan in het bereiken van de doelen. Je geeft voortdurend feedback, zodat de stagiair(e) zich kan ontwikkelen.

Tot slot bespreek je de voortgang met de stagiair(e) of vrijwilliger.

Wat is dan handig

1. Plan van aanpak maken met daarin (zie ook de examenopdracht):

• welke informatie moet je verzamelen (zie ook criteria)
• bespreken/onderzoeken wat de leerdoelen van de nieuwe medewerker zijn
• onderzoeken welke leeractiviteiten mogelijk zijn en welke begeleidingsstijlen en interventietechnieken je kan inzetten
• welke begeleidingsmethodieken op je werkplek worden gebruikt

Opdracht 

• Open Edge op je laptop. 

• Klik op Gopilot (rechtsboven in de hoek) 

• Stel rechtsonder de volgende vraag (kies 1 van de leerstijlen van Kolb)

Wil je vanuit de rol van een niveau 4 student die stage loopt in de maatschappelijke zorg reageren op mijn vragen. Je bent als student met name een denker/doener/ dromer/beslisser. (kies 1 van de 4)

• Kies voor jezelf een begeleidingsstijl en stel je vragen en geef je antwoorden vanuit die stijl 

(Theorie: Methodiek en begeleiden hoofdstuk 11.3 of zoek op het internet naar begeleidingsstijlen).

• Ga het gesprek aan met Gopilot waarbij Gopilot de student speelt. Zorg voor minimaal 11 reacties van Gopilot (Kijk ook naar de indicatoren die staan bij het tweede criterium en richt daar je vragen op)
• Sla het gesprek op (Ga ergens in het gesprek staan, klik op CTRL + A (dus gelijktijdig indrukken), het gesprek wordt blauw. Klik op CTRL+C (kopiëren) en plak het gesprek in een Word document. Neem dit volgende week mee. 
• Doe deze opdracht nog een keer, nu met een andere Kolb Stijl en andere begeleidingsstijl.

Opdracht 1 (info op grote post-it's zetten)

Stap 1: In verschillende groepjes worden de volgende onderdelen uitgewerkt:

• verschillende begeleidingsstijlen
• verschillende interventie technieken
• verschillende leeractiviteiten

groepjes van max. 3 maken

Stap 2, werk het onderdeel uit wat je hebt gekregen aan de hand van de volgende vragen:

• Welke verschillende begeleidingsstijlen/interventietechnieken/leeractiviteiten zijn er. (gebruik je theorie en zoek voorbeelden) (kies 4 interventietechnieken of leeractiviteiten die bij jou toepasbaar zijn en werk die verder uit)
• Wat houden de verschillende begeleidingsstijlen/interventietechnieken/leeractiviteiten in
  
• Wat betekent dat voor jouw houding/vaardigheden/competenties. 
• wanneer zet je een specifieke begeleidingsstijl/interventietechniek/leeractiviteit in en waarom. 

Theorie: Methodisch begeleiden hoofdstuk 10 (begeleidingsstijlen)

Teams, kanaal LE9b, bestanden (interventie technieken en leeractiviteiten (met dank aan AI)

Opdracht 2

Zet de informatie van de verschillende uitwerkingen bij elkaar en zoek naar de onderlinge verbanden

Opdracht 1

Zoek in de vervormingen naar die vervormingen die voor een werkbegeleider absoluut uit den boze zijn. 

Opdracht 2

Zoek in de vervormingen naar die vervormingen waarvan jij denkt dat die nog bij jou horen.

Opdracht 3

Zoek in de kwaliteiten naar die kwaliteiten waarvan jij vind dat iedere werkbegeleider ze zou moeten hebben.

Opdracht 4

Zoek in de kwaliteiten naar die kwaliteiten waarvan jij vind dat je ze beheerst/bezit die horen bij een goede werkbegeleider

Opdracht 5

Maak tweetallen en geef elkaar een vervorming en 2 kwaliteiten

(Sandwich methode) gekeken naar de rol van werkbegeleider.